Labelverplichting voor maatschappelijk vastgoed?

| Door IVVD

Net als voor kantoren zit er ook een labelplicht voor maatschappelijk vastgoed aan te komen. Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) deed onderzoek naar de mogelijkheden voor een labelverplichting en kwam met verschillende aanbevelingen. Vraag is nog: wordt het een label C- of label A-verplichting?

energielabel-400x250Voor kantoren geldt een label C-verplichting vanaf 2023. Voor maatschappelijk vastgoed nog niet, maar als het aan het ECN ligt, komt daar verandering in. Het onderzoeksinstituut op het gebied van energie stelt na uitgebreid onderzoek dat een labelverplichting een effectief beleidsinstrument is om het energieverbruik van maatschappelijk vastgoed naar beneden te brengen. Nu is het woord aan de politiek, de Tweede Kamer beslist binnenkort of de labelverplichting er komt of niet.

‘We zien dat er in de utiliteitsbouw al veel energiebesparende maatregelen worden genomen’, stelt Robin Niessink van ECN. ‘Dat is een goede ontwikkeling, maar deze maatregelen zijn zeker niet voldoende voor de langetermijndoelstellingen. Daarvoor zullen we echt meer moeten doen.’ Vandaar dat het ECN in opdracht van RVO.nl en het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft onderzocht wat de mogelijke besparingen, kosten, opbrengsten en terugverdientijden zijn van een labelverplichting vanaf 2023 voor andere utiliteitsgebouwen dan kantoren.

Onderzoek naar besparingspotentieel
Het ECN onderzocht eerst bij welke sectoren uit de dienstensector het meest te besparen valt. Men kwam daarbij uit op horeca (café/restaurants), zorg (verpleeghuizen), winkels en het onderwijs (basisscholen). Vervolgens heeft het onderzoeksinstituut op basis van referentiegebouwen mogelijke maatregelenpakketten opgesteld en berekeningen gemaakt van de energiebesparingen, investeringskosten, opbrengsten en terugverdientijden.
‘We hebben doorrekeningen gemaakt aan de hand van referentiegebouwen met labels minder dan label C’, vertelt Niessink. ‘Daarbij hebben we gekeken welke maatregelen nodig zijn om te voldoen aan de verplichting en vervolgens hebben we met de labelsoftware de besparingen van de maatregelenpakketten berekend.’

Veel G-labels in onderwijs
In onderwijsgebouwen valt volgens Niessink nog voldoende energie te besparen. Van de ruim 5.000 basisscholen heeft naar schatting meer dan de helft een slechter label dan C. Een derde van de onderwijsgebouwen heeft naar schatting zelfs een label G. ‘We zien vooral bij de oudere gebouwen van voor 1975 nog veel G-labels. Deze gebouwen zijn slecht geïsoleerd en hebben een hoog gasverbruik. Met een labelverplichting zijn bij deze gebouwen grote stappen te zetten op het gebied van energiebesparing. Zo kunnen gevel- en dakisolatie de energiekosten al flink omlaag brengen. Ook een Hoog Rendement-(HR)-ketel aanschaffen kan een kostenefficiënte maatregel zijn. En op het gebied van elektriciteit zijn in deze gebouwen ook besparingen te realiseren. Bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar de verlichting. Vaak zit er nog oude verlichting in deze panden. Door die te vervangen voor ledverlichting of hoogfrequente verlichting zijn flinke besparingen mogelijk.’

Niessink: ‘Ziekenhuizen en verzorgingstehuizen zijn 24/7 in gebruik. Bovendien is de binnentemperatuur in ziekenhuizen vaak wat hoger dan in andere gebouwtypen. De potentiële besparingen zijn daardoor uiteraard ook hoger. Kostenefficiënte maatregelen die hier genomen kunnen worden zijn bijvoorbeeld dakisolatie, spouwmuurisolatie, HR++ glas als er nog enkel glas aanwezig is, en ledverlichting.”

Label A-verplichting?
In het onderzoek keek het ECN ook naar de mogelijke gevolgen van een label A-verplichting. Er zou dan meer glasisolatie, zon-PV en warmteterugwinning uit ventilatielucht nodig zijn. ‘De investeringen om tot label A te komen zijn uiteraard hoger, maar deze maatregelen leiden ook tot meer energiebesparingen’, stelt Niessink. ‘Met kosteneffectieve maatregelen is het in sommige gevallen zelfs mogelijk om de investering in ongeveer dezelfde tijd terug te verdienen. Economisch gezien is het dus logisch om naar een label A-verplichting te kijken. Maar voor veel organisaties zal dit momenteel nog te ingrijpend zijn. Een tussenstap in de vorm van een label C-verplichting voor 2023 lijkt daarom logisch, met een label A-verplichting voor 2030.’

Financieringsmogelijkheden
Als de labelverplichting door de Tweede Kamer komt, moeten gebouweigenaren volgens Niessink nu al anticiperen op de te treffen maatregelen. ‘Ze zullen nu al moeten zoeken naar een manier om de kosten te kunnen financieren. Voor de financiering zijn schoolbesturen bijvoorbeeld aangewezen op de (lokale) overheid. De Green Deal Scholen zou daarnaast ingezet kunnen worden om te helpen een label C-verplichting te realiseren. En misschien zijn er wel collectieve acties mogelijk op dit terrein.’
Verpleeghuizen behoren tot vastgoed dat door banken wordt gefinancierd. ‘Als banken net als bij kantoren financiering beschikbaar stellen voor labelverbetering, dan kan de financiering door de markt worden gerealiseerd. ESCo-contracten kunnen schoolbesturen en zorginstellingen helpen bij het bepalen en uitvoeren van de maatregelenpakketten.’

Een eventuele labelverplichting voor maatschappelijk vastgoed forceert volgens Niessink de energiebesparingsmaatregelen. ‘We zien dat er in de utiliteitsbouw nu al veel maatregelen worden genomen op natuurlijke vervangingsmomenten. Bij onderhoudsmomenten en renovatieprojecten worden al de nodige maatregelen genomen om de gebouwen verder te verduurzamen. Een labelverplichting haalt dit soort maatregelen naar voren en versnelt zodoende het proces. Het is een stok achter de deur. Geen overbodige luxe als we de klimaatafspraken voor 2030 willen halen.’

In opdracht van RVO.nl en het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft ECN een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden van een energielabelverplichting voor andere typen utiliteitsgebouwen dan kantoren.