ONDERWIJSVASTGOED
12 Vastgoedsturing #5
van de systemen en het foutief instellen van de
kloktijden. Met een minimale ingreep valt hier
een optimalisatie van het systeem te behalen.
Bij andere scholen bleek de luchtbehandelingskast
zelfs uit te staan of storingen te vertonen.
In sommige gevallen waren systemen
bewust uitgezet om bijvoorbeeld geluidsoverlast
te voorkomen.’
De resultaten van het onderzoek hebben
scholen aangezet om maatregelen te nemen.
Een flink deel van de scholen heeft de zaken
in de tussentijd aangepakt zodat de luchtkwaliteit
nu is verbeterd. Voor enkele scholen is
besloten een nog intensievere 100 procentmeting
te verrichten, omdat de oorzaak van de
matige luchtkwaliteit moeilijk blijkt te achterhalen.
Toch moet volgens Karels op een kwart
van de scholen de situatie simpel te verbeteren
zijn. ‘Dan hebben we het over scholen
waar de systemen verkeerd zijn ingeregeld
of zijn uitgezet. Of waar verkeerde kloktijden
zijn ingesteld. Daarnaast is er ook een flinke
categorie scholen waar extra geld geïnvesteerd
moet worden om de problemen rond
de luchtkwaliteit te verbeteren.’
Structurele oplossingen
Voor Karels rest de vraag hoe we de luchtkwaliteit
op scholen in heel Nederland structureel
kunnen verbeteren. ‘Als we onze onderzoeksresultaten
leggen naast de onderzoeksresultaten
uit bijvoorbeeld Rotterdam waar
de GGD veel onderzoek uitvoert, dan zie je
veelal dezelfde beelden, dezelfde valkuilen en
dezelfde problematiek. Er wordt nog te veel
met oogkleppen op gekeken naar de luchtkwaliteit
op scholen. Het ontwerp kan daarbij
best in orde zijn, maar er wordt niet of nauwelijks
gekeken naar het onderhoud en de
exploitatie. Laat staan naar het gebruik. Dat
is vragen om problemen.’
Om toch tot een goed binnenklimaat op scholen
te komen moet er volgens Karels naar het
integrale plaatje gekeken worden. ‘Er zijn ontzettend
veel data beschikbaar om met dit probleem
aan de slag te gaan. Maar in de praktijk
blijkt het voor de scholen moeilijk om een heldere
vraagstelling te formuleren. Er is meer
begeleiding nodig om de vertaalslag te maken
van al die kennis naar de bouwprocessen, of
het nu onderhoud, renovatie of nieuwbouw
betreft. Daarnaast moeten scholen bewust
beleid maken op dit onderdeel. Er moet binnen
scholen meer kennis komen over het
gebruik van de systemen. Ook de conciërge
moet daar de nodige kennis over hebben of in
ieder geval een andere partij aan kunnen sturen.
Pas als we dit probleem op een integrale
manier benaderen, kunnen we de opgave die
er ligt op die duizenden bestaande scholen
het hoofd bieden.’ Å
GEZONDE SCHOOLGEBOUWEN
Amsterdam telt 355 onderwijsgebouwen,
waarvan 272 in het primair
onderwijs en 65 in het voortgezet
onderwijs. In totaal gaan 100.000
leerlingen dagelijks in Amsterdam
naar school. Het primair onderwijs is
verdeeld over ongeveer 40 schoolbesturen.
Het voortgezet onderwijs is
verdeeld over achttien schoolbesturen
en het voortgezet speciaal onderwijs
over zeven besturen. Daarbinnen
wordt het project Gezonde Schoolgebouwen
Amsterdam gerealiseerd.
In de coalitieperiode van 2015-2018
worden in totaal 111 onderwijsgebouwen
in primair, speciaal en voortgezet
(speciaal) onderwijs voorzien van een
gezond binnenklimaat. Buro Loo begeleidde
voor de gemeente een onderzoek
naar het binnenklimaat in de
scholen en kwam met aanbevelingen
om de situatie te verbeteren.
Machiel Karels:
‘Inzicht in de
kenmerken van
je gebouwvoorraad
en de
luchtkwaliteit is
de eerste voorwaarde
om dit
probleem aan te
kunnen pakken’