INTERVIEW WILMA KEMPINGA
Hoe laat je deze ontwerpkracht toch
aan bod komen?
‘Wij zitten in het voortraject en doen ontwerpend
onderzoek. Een school wil weten wat er
mogelijk is bij behoud en transformatie van
een bestaand gebouw. Wij selecteren dan
drie architecten die elk een andere ontwerpoplossing
30 Vastgoedsturing #3
uitwerken op VO-niveau. We laten
ook zien wat de ontwerpen kosten. Je kunt
het zien als een getekend programma van
eisen. In feite brengen wij de onderwijskundige
visie van de school samen met drie verschillende
architectonische visies. Zo ervaart
de opdrachtgever wat er wel en niet mogelijk
is met het gebouw en met het budget. Het is
deskundigheidsbevordering van opdrachtgevers.
Keuzes worden zo naar voren getrokken.
Men ziet en beleeft “wat je kunt willen”.’
Jullie gebruiken het bourgondische model.
Wat is dat?
‘Bij een project zijn verschillende partijen
betrokken vanuit de school, soms van meerdere
scholen, maar ook van de gemeente
en andere belanghebbenden. We beginnen
daarom altijd met heerlijke taart en een
goede lunch om iedereen bij elkaar te brengen.
Dat doen wij in het gebouw zelf en we
nemen er de tijd voor, een middag of zelfs
een hele dag. Vaak schuift ook de wethouder
aan. Het is van groot belang dat men
elkaar in een vroeg stadium goed leert kennen
en niet alleen maar bij elkaar rapporten
over de schutting gooit. Het directe contact
kan ook de lucht klaren als er in het verleden
wederzijds frustraties zijn opgehoopt. Door
tijd aan elkaar te besteden, naar elkaar te
luisteren, blijkt dat men allemaal het beste
voor heeft met de school. Wij organiseren
per onderzoek drie van deze bijeenkomsten.
De eerste is de startbijeenkomst en
bedoeld om elkaar te ontmoeten, maar ook
als voeding voor de architecten. Dan de
tussenpresentatie met dezelfde groep mensen
om de ontwerpen tussentijds te bespreken
en een feestelijke eindpresentatie.’
Hoe selecteren jullie de architecten?
‘Het eerste criterium is architectonische
kwaliteit. Daar hoort bij dat ze een bestaand
gebouw kunnen analyseren, de verborgen
kwaliteiten blootleggen, en erop verder
gaan. Wij kiezen architecten die nooit eerder
een school hebben ontworpen. Zij zijn fris en
nieuwsgierig. Bovendien, zo’n exclusief specialisme
is het niet. Woningbouwarchitecten
zijn bijvoorbeeld ook gewend om inventief te
ontwerpen onder krappe omstandigheden.
Iedereen mag in principe één keer meedoen,
zodat we zoveel mogelijk architecten een
kans kunnen geven. Wij kijken ook naar communicatieve
vaardigheden, want ze moeten
hun verhaal aan leken kunnen overbrengen.
Veel architecten hebben zelf onderwijservaring.
En ze moeten collegiaal zijn, want
ze voeren met z’n drieën een gezamenlijk
onderzoek uit. Het is geen wedstrijd. Een
open houding is dus van groot belang. Per
project zoeken wij een mix van architecten
met verschillende achtergronden, kwaliteiten
en benaderingen. Voorop staat dat wij goed
met hen kunnen samenwerken en zij ook
met elkaar. In principe selecteren wij zoveel
mogelijk architecten uit de regio.’
En hoe zit met het budget?
‘Onze calculator, Tim de Jonge van bureau
Winket, maakt een volledige en realistische
berekening van alle opties inclusief “niets
doen” en nieuwbouw. Het blijkt dat de optie
behoud en transformatie concurrerend is
met sloop/nieuwbouw. De opdrachtgever
krijgt dus een beeld van de architectonische
mogelijkheden én van de kosten. En dan is
het aan de opdrachtgever om de keuze te
maken.’ Å
Wilma Kempinga is partner bij Mevrouw Meijer.
Zij studeerde kunstgeschiedenis en kunstbeleid
aan de Rijksuniversiteit Groningen en is
vanaf het begin van haar loopbaan altijd in
de architectuur werkzaam geweest.
‘‘
‘Zo ervaart de opdrachtgever wat
er wel en niet mogelijk is met het
gebouw en met het budget’