1) Van data naar kennis
Gebouwen worden slim. De hoeveelheid data over een gebouw en over het gedrag van haar gebruikers groeit. Het zal bijvoorbeeld eenvoudig worden te voorspellen wanneer een gebouw intensief gebruikt gaat worden en wanneer niet. De focus verschuift daarmee van recht toe recht aan beheer naar optimalisatie.
2) Bezit wordt minder relevant
Alle vormen van bezit lijken aangeboden te kunnen worden als een dienst. Voorbeeld: Je neemt een bepaald lichtniveau af als dienst. De dienst is natuurlijk online aangesloten, waardoor alles via een app en/of vanaf afstand is te beheren. Doorbelasten van kosten wordt makkelijker door gebruik direct te koppelen aan de dienst.
3) Tegengaan van verspilling
Duurzaamheid is van groot belang bij gebouwen, maar is vaak afhankelijk van gedrag van gebruikers. Door sensoren kunnen gebruikers ondersteund worden om verspilling tegen te gaan, automatisch, op maat of als een soort geheugensteun. Natuurlijk is het individuele gedrag te koppelen aan een persoonlijk profiel.
4) Vanaf elke plek met elkaar samenwerken
Fysieke aanwezigheid is minder nodig om samen te komen en kennis te delen. Het is nu al eenvoudig via diensten als Skype werkplekken virtueel te verbinden. De stap naar elkaar ontmoeten in Virtual Reality meeting rooms lijkt niet ver weg. “Connected” gebouwen worden de norm en stelt nieuwe eisen aan vastgoedbeheer.