Aan de slag met circulariteit

| Door Klementine Vis

Circulair bouwen en beheren wordt in steeds meer sectoren als een onvermijdelijke ontwikkeling omarmd. Om het praktisch hanteerbaar te maken heeft W/E adviseurs een raamwerk ontwikkeld voor circulariteit in de gebouwde omgeving. Een van hun opdrachtgevers is woningcorporatie de Alliantie, waar ze al een aantal jaren actief met circulariteit bezig zijn.

We spreken directeur Geurt Donze en adviseur Dora Vancso van W/E adviseurs, en projectleider duurzaamheid Jeroen Hollander en gebiedsontwikkelaar Jurgen Klaassen van woningcorporatie de Alliantie. W/E adviseurs is in 1979 vanuit ideële doelstellingen opgericht. Ze zijn al vier decennia toonaangevend in duurzaam advies. Geurt Donze: ‘Met onze adviezen ondersteunen wij organisaties met betrekking tot het gehele traject, van visievorming tot en met de uitvoering in de dagelijkse praktijk. Wij zien onszelf als kennispartner en delen die kennis ook via cursussen. Daarnaast ontwikkelen wij software om duurzaamheid inzichtelijk en meetbaar te maken. CPG is daar een goed voorbeeld van. Die afkorting staat voor CirculariteitsPrestatieGebouw. Het is een beoordelingsmethodiek voor het meten van de circulariteit van een gebouw. Als je je al wat langer met duurzaamheid bezighoudt, dan weet je dat circulariteit niet opeens in de afgelopen jaren is opgedoken. Denk maar aan ‘cradle-to-cradle’ en nog eerder aan het integrale ketenbeheer als pijler van het Nationaal Milieubeleidsplan. Nieuw is wel dat circulariteit nu in steeds meer sectoren als een onvermijdelijke ontwikkeling wordt omarmd.’

Geurt Donze,
directeur W/E adviseurs: ‘Circulariteit wordt in steeds meer sectoren als een onvermijdelijke ontwikkeling omarmd’

Strategieën
‘In essentie gaat het erom dat we zorgen voor een leefbare aarde en dat we onze voorraden niet uitputten. In de gebouwde omgeving bereiken we dit door circulair te bouwen en te beheren: de voorraden in een gesloten kringloop te houden zonder schadelijke emissies naar lucht, water en bodem. Om circulariteit praktisch hanteerbaar te maken onderscheiden we als W/E adviseurs vijf hoofdstrategieën. Ze kunnen kort als volgt worden aangeduid: (1) Benut het beschikbare, (2) Gebruik het hernieuwbare, (3) Minimaliseer de milieu-impact, (4) Creëer voorwaarden voor lange levensduur en (5) Creëer voorwaarden voor toekomstige cycli. Langs deze lijnen hebben wij de verschillende aspecten die rondom het thema circulariteit spelen, kunnen ordenen. Het heeft geresulteerd in een goed hanteerbaar raamwerk voor circulariteit in de gebouwde omgeving, waarin ook de onderlinge relaties en de relaties met de andere thema’s op het gebied van duurzaamheid zijn opgenomen. Het concretiseert de primaire parameters waarvoor de scores moeten worden bepaald, alsmede de secundaire parameters die relevant zijn voor het vaststellen van de scores voor de primaire parameters.’

Dora Vansco, adviseur W/E adviseurs: ‘Het meeste effect wordt bereikt als vanaf het begin op de circulaire ambities wordt gestuurd’

Meetmethode
Dora Vancso gaat nader in op het meten van de circulariteit van een gebouw: ‘Dat staat nog in de kinderschoenen. Wel is er consensus over de richting waar het heen moet. Die vind je terug in MPG (MilieuPrestatieGebouw) met de bijbehorende Nationale Milieudatabase. In zijn huidige opzet waardeert deze meetmethode de circulaire strategieën evenwel nog niet in voldoende mate. Dat was voor ons aanleiding om een meetmethode te ontwikkelen waarbij de MPG-resultaten worden aangevuld met een waardering voor de nog ontbrekende elementen. In het verlengde van EPG (EnergiePrestatieGebouw) en MPG hebben we deze methode CPG genoemd. Het meeste effect wordt immers bereikt als vanaf het begin van een project op de circulaire ambities wordt gestuurd. Gebeurt dat niet, dan is de kans groot dat er aan het eind van een project weinig van de mooie woorden bij het begin overblijft. CPG werkt met een puntenwaarderingssysteem. Het heeft vaste weegfactoren op basis van de expertise die we bij W/E adviseurs hebben opgebouwd.’

Jeroen Hollander, projectleider de Alliantie: ‘Circulariteit bereik je door er concreet mee aan de slag te gaan en kennis en ervaring op te doen’

Scenario’s
‘Woningcorporatie de Alliantie is een van onze opdrachtgevers. Op het gebied van circulair bouwen en beheren hebben we voor hen – samen met Alba Concepts – onder meer de materiaalstromen van al hun vastgoed­activiteiten voor een jaar in kaart gebracht, alsmede de bijbehorende milieu-impact aan de hand van de MPG. Het ging daarbij om alle activiteiten: sloop, nieuwbouw, renovatie en onderhoud. Het bood waardevolle inzichten in de omvang en de impact van de hierbij betrokken materialen. Op basis daarvan hebben we twee scenario’s aangereikt, afhankelijk van de mate waarin ze hun circulaire ambities willen en kunnen realiseren. In de vorm van een menukaart is aangegeven welke keuzes daarbij kunnen worden gemaakt. De impact van die keuzes hebben we doorgerekend tot 2050, het jaar waarin Nederland volledig circulair moet zijn. Het circulaire scenario is daarbij vergeleken met het scenario waarin de huidige materialen gebruikt blijven worden.’ Jeroen Hollander maakt deel uit van het programmateam duurzaamheid bij de Alliantie. Binnen dat kader is hij verantwoordelijk voor klimaatadaptatie en circulariteit: ‘We realiseren ons dat we met betrekking tot circulariteit nog een lange, ingewikkelde weg te gaan hebben, maar we zijn er al wel een aantal jaren actief mee bezig. We besteden daarbij veel aandacht aan de toekomstige circulariteit van onze woningen door ze zoveel mogelijk losmaakbaar en modulair te (ver)-bouwen.’

Jurgen Klaassen, gebiedsontwikkelaar de Alliantie: ‘We moeten de markt uitdagen om met nieuwe concepten en innovatieve oplossingen te komen’

Ambities
‘Circulariteit bereik je door er concreet mee aan de slag te gaan en al doende kennis en ervaring op te doen. Het eerste grootschalige project waaraan we – samen met andere partijen – hebben deelgenomen, is de ontwikkeling van het voormalige industriegebied Buiksloterham tot een wijk met circulaire ambities, een ‘living lab’ waar met circulariteit kon worden geëxperimenteerd. Het opnieuw gebruiken van materialen, energie en water stond daarbij voorop.’ Jurgen Klaassen vult hem aan: ‘Wij hebben onder meer bekeken hoe bewoners met een duurzaam toiletsysteem water kunnen besparen. Voor het doorspoelen van die toiletten bleek maar één in plaats van zes liter water nodig te zijn. We hebben er veel van geleerd, want het aanleggen van zo’n vliegtuigtoilet bleek niet in alle woningen mogelijk. Bij het verduurzamen en verbeteren van Molenwijk, eveneens in Amsterdam-Noord, hebben we een aantal circulaire doelen gesteld. Het gaat daarbij niet alleen om het zoveel mogelijk toepassen van circulaire materialen en methoden, maar bijvoorbeeld ook om de invoering van deelconcepten waaronder het delen van auto’s (uitvoerig besproken in het vorige nummer van Vastgoedsturing) en het delen van wasmachines en drogers. Dat laatste gebeurt in een wasbar waarmee we ook aan sociale circulariteit werken.’

Draagvlak
Jurgen Klaassen is verantwoordelijk voor de investeringsprogramma’s ten behoeve van de nieuwbouw en de renovatiebouw van de Alliantie in Amsterdam-Noord: ‘Ik werk nauw samen met Jeroen, ook daar waar het gaat om het creëren van draagvlak en het overtuigen van het bestuur, de bewoners en andere betrokken partijen. Voor de toekomst van circulariteit en duurzaamheid in het algemeen is het van belang dat we oplossingen vinden die niet duurder, maar juist goedkoper zijn dan de huidige alternatieven. We moeten de markt uitdagen om met nieuwe concepten en innovatieve oplossingen te komen en daar bij de uitvraag een nadrukkelijk beroep op doen. We zullen ook moeten kijken naar andere verdienmodellen. De bewoners, onze klanten, staan bij al deze ontwikkelingen centraal. De mogelijke oplossingen bekijken we dus door hun bril en daarbij draait het om thema’s als betaalbaarheid, gemak, comfort en leefbaarheid. De praktijk heeft geleerd dat slechts een klein deel van hen a priori openstaat voor veranderingen, zeker als het om ingrijpende veranderingen gaat. Ook op dat vlak is er dus ook nog volop werk aan de winkel.’