Aan de slag met verduurzaming gemeentelijke gebouwen

| Door IVVD

Ambitieuze doelen, haarscheuren in de financiële verhoudingen en teruglopende koopkracht op bouwbudgetten maken de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed tot een complexe opgave. Tegelijk is de opgave ook steeds overzichtelijker. Dankzij routekaarten en langetermijninvesteringsplannen die steeds vaker ontwikkeld worden.

In een interview met Trouw rekende Bernard Wientjes voor dat we nog 8.000 dagen hebben om 8 miljoen woningen en gebouwen te verduurzamen. ‘Dat zijn er duizend per dag en op dit moment lopen we elke dag verder achter.’ Diederik Samsom sprak eerder dit jaar juist geruststellende woorden: ‘Ontspan, we hebben nog dertig jaar.’
Behalve met de ambitieuze energie- en klimaatdoelen hebben gemeenten in Nederland ook te maken met vele andere transities. Variërend van sociaal domein tot circulariteit. Deze transities vergen ambtelijke tijd en aandacht, maar ook investeringen. Terwijl het Rijk een groot overschot op de begroting heeft, zijn vrijwel alle gemeenten in Nederland verwikkeld in pijnlijke bezuinigingsoperaties. De financiële buffers bij gemeenten nemen systematisch af door tekorten in het sociale domein.

Minder geld en koopkracht
Het Centraal Planbureau laat in een rapport in 2018 ¹) zien dat de gemeentelijke investeringen als percentage van het Bruto Nationaal Product (BNP) sinds 2009 fors inzakken. Van circa 2% van het BNP naar gemiddeld 1,5% van het BNP. De enorme stijging van bouw- en aanbestedingskosten maakt bovendien dat gemeenten met dat investeringsbedrag steeds minder kunnen inkopen.
In november is de eerste versie van de Routekaart Maatschappelijk Vastgoed vastgesteld. Die brengt in beeld hoe de sector op een kosteneffectieve manier de doelstellingen uit het Klimaatakkoord kan halen. In kaart is gebracht hoeveel m2 maatschappelijk vastgoed er is en wat het energieverbruik is. Tevens zijn voorzichtig de eerste scenario’s doorgerekend van de kosten om deze voorraad in 2050 CO2-neutraal te krijgen.

We hoeven niet naar nul
In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over de beheersing van het gebouwgebonden energieverbruik. Dat is het energieverbruik voor ruimteverwarming, ruimtekoeling en ventilatie, warmtapwater en verlichting. Het gebruiksgebonden energieverbruik voor keuken- en kantineapparatuur, computers en printers wordt buiten beschouwing gelaten. Het is voldoende als het gebouwgebonden energieverbruik daalt tot ca. 70 tot 80 kWh per m2 én als die hernieuwbaar wordt opgewekt.

Druk om een start te maken
Veel gemeenten voelen een enorme druk om een ambitieuze start te maken. Ze beseffen dat ze het goede voorbeeld moeten geven door te bewijzen dat het mogelijk is om de maatschappelijke gebouwen te exploiteren zonder gebruik te maken van fossiele grondstoffen. Een aantal gemeenten heeft al enorme stappen gemaakt. Het Groningse Gresco-model werkt en krijgt navolging (zie kader hieronder).

Model Energie Prestatiecontracten – Rotterdamse Groene Gebouwen Programma
In de periode 2009 tot 2012 heeft de gemeente Rotterdam een aantal contracten aanbesteed voor de verduurzaming van bestaande gemeentelijke gebouwen. Uitgangspunt was dat de opdrachtnemer op basis van de beschikbare energie- en onderhoudsbudgetten zou investeren in energiebesparende maatregelen. De investering wordt door de opdrachtnemer zelf gefinancierd en terugverdiend uit de besparing op de energiekosten. RVO werkt nu samen met Invest-NL en PIANOo aan een update van de benodigde aanbestedings- en contractdocumenten. Deze komen in 2020 online beschikbaar. Zowel financiering via balans gemeenten als door derden is een optie.

Rol van Esco’s
Tegelijk wordt er door veel gemeenten nu ook gekeken of energieprestatiecontracten (zie kader hieronder) en/of off-balance financiering mogelijkheden zijn om te versnellen. Het organiseren en financieren van de verduurzaming van gebouwen kent een tweetal kenmerkende dimensies. De eerste is financiering via de balans van de gemeente dan wel financiering door externen. De tweede is eigen regie op de uitvoering óf het uitbesteden daarvan.
Gemeenten kiezen in de regel voor financiering via de balans van de gemeente zelf. Het is eenvoudiger en goedkoper qua renteniveau. Als gevolg van schuldquotes en krappe budgetten wordt desondanks ook vaak onderzocht wat de mogelijkheden zijn van financiering door derden. In het Rotterdamse Groene Gebouwen-programma en bij initiatieven als Bewust Investeren is daar de afgelopen jaren ervaring mee opgebouwd.

Energie neutraal maken
De Groningse Energie Service Compagnie richt zich op het energieneutraal maken van 250 gebouwen van de gemeente Groningen.  De Gresco is verantwoordelijk voor het integraal energiemanagement van het gemeentelijke vastgoed en beheert het totale energiebudget. Dit geld wordt gebruikt voor de betaling van de energierekening en de financiering van energiebesparende investeringen in gemeentelijk vastgoed.  De investeringen worden terugverdiend door lagere energielasten en besparingen op het onderhoud.  Het model krijgt navolging binnen de provincie Groningen waar Gresco ervaringen en tools deelt met de provincie en andere gemeenten in Groningen.

Regie
Gemeenten bepalen zélf de ambities ten aanzien van de verduurzaming. De uitvoering ligt in de regel bij bouw- en installatiebedrijven. Wel is een verschil te zien tussen enerzijds gemeenten die zelf de regie op de uitvoering nemen en gemeenten die de regie op de uitvoering uitbesteden c.q. overdragen aan een te selecteren opdrachtnemer. Een bedrijf (vaak een ESCo genoemd) zorgt dan voor aanbesteding, bouwbegeleiding en toezicht op de energieprestaties. Voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld de Stichting Maatschappelijk Vastgoed en Impuls.

Caspar Boendermaker is specialist business development en duurzaamheid bij BNG Bank.

1) Centraal Planbureau – Waarom zijn de gemeente-investeringen sinds 2009 sterk gedaald?