Afspraken over snelle, goedkopere en duurzame woningbouw

| Door Odette Koldewey

Provincie Utrecht en Metropoolregio Amsterdam hebben een convenant voor duurzame woningbouw opgesteld dat is ondertekend door ruim 85 organisaties.

De ambities op het gebied van CO2-neutraal, energieneutraal, klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen moeten omhoog, vinden de provincie Utrecht en de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Beide kregen signalen van gemeenten en marktpartijen dat er behoefte was aan afspraken op het gebied van duurzame woningbouw die verder gaan dan de huidige wettelijke norm.

In samenspraak met vertegenwoordigers van bouwbedrijven, ontwikkelaars en overheidsinstellingen hebben zij een convenant opgesteld, dat onlangs is ondertekend door meer dan 85 partijen. Het wordt gesteund door de provincies Utrecht, Noord-Holland en Flevoland, tientallen gemeenten en waterschappen, bouwbedrijven en architecten. In deze provincies moet 30 procent van de Nederlandse woningbouwopgave gerealiseerd worden.

Eén taal
Doel van het convenant is sneller goedkope en duurzame woningen bouwen. “We zien nu nog dat elke gemeente andere eisen stelt aan duurzame bouw”, zei Astrid Janssen, wethouder gemeente Amersfoort, bij de ondertekening. “Als we één taal met elkaar spreken, kunnen we sneller gaan bouwen.” Zij is een van de initiatiefnemers, net als Arjan Ton, directeur Bolton Groep: “De grote vraag voor bouwbedrijven is altijd: waar moet je beginnen met duurzaam bouwen? Hoe krijg je je investeringen terug? Daarom willen we samen zoeken naar rendabele, duurzame oplossingen.”

Ook Onno Dwars, CEO van Ballast Nedam Development, is vanaf het begin betrokken bij de totstandkoming van het convenant. “We hebben te maken met een nieuwe realiteit en er moet een nieuwe koers volgen in de bouw”, stelt hij. Dit convenant zet volgens hem een nieuwe norm. “Daarmee maken we een groot gebaar naar de toekomst. We gaan immers met de huidige klimaatcrisis aan de slag om een leefbare wereld na te laten voor toekomstige generaties. We gaan met elkaar aan tafel zitten met ons eigen kompas en we zoeken naar wat deugt.”

Pro-actief
In het radioprogramma De Ochtendspits van BNR zei Dwars dat de sector proactief moet acteren op problemen waardoor er niet meer gebouwd kan worden. “We weten uit het klimaatakkoord bijvoorbeeld dat we nog maar een beperkt CO2-budget hebben. Daarom moeten we nu al gaan anticiperen door minder CO2 te gaan verbruiken. Als we gaan wachten op wet- en regelgeving, dan hebben we niet geleerd in dat traject.”

Bouwbedrijven hebben volgens hem nu onnodig veel capaciteit nodig om projecten voor te bereiden, omdat elke gemeente andere eisen en wensen heeft. “Dit convenant zorgt voor eenvormigheid én voorkomt dat elke gemeente een ecoloog in dienst moet nemen om alles te controleren.”

Olievlek
De opstellers van het convenant willen dat de afspraken over de woningbouwnormen gaan gelden als landelijke norm. Het ministerie van Binnenlandse Zaken (waar Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening onder valt) heeft interesse getoond en volgt de uitvoering van het convenant nauwgezet. Gedeputeerde Rob van Muilekom van de provincie Utrecht is ervan overtuigd dat op deze manier woningen echt sneller, duurzamer én betaalbaarder gebouwd kunnen worden. “Het zou mooi zijn als de afspraken uit het convenant als een soort olievlek over Nederland vloeien en nog veel meer partijen zich aansluiten.”

In de provincie Noord-Holland liggen volgens gedeputeerde Cees Loggen tot en met 2030 bouwplannen voor 184.000 woningen. “Het is belangrijk dat deze woningen duurzaam, betaalbaar en toekomstbestendig zijn. Om dit doel te bereiken is het essentieel om met partners op te trekken en de uitdagingen samen aan te pakken.” Dit convenant helpt daarbij.

“Iedere woning die we nu niet duurzaam bouwen is een gemiste kans”, stelt gedeputeerde Jan de Reus van de provincie Flevoland. “Daarom hebben we vanuit de MRA tegelijkertijd met provincie Utrecht het initiatief genomen om met marktpartijen te kijken hoe we toekomstbestendiger kunnen bouwen. Natuurlijk met de randvoorwaarde dat de snelheid van de woningbouw hier niet onder gaat lijden. Want we hebben haast! Ik ben blij met het resultaat van deze samenwerking: Het grote aantal ondertekenaars zorgt voor massa waardoor de woningbouw tegelijkertijd goedkoper en toekomstbestendiger kan worden.”