Utrecht wil alle basisscholen in de stad aardgasloos maken. Een onderzoek naar de noodzakelijke maatregelen hiervoor is begin 2020 gepresenteerd. Op basis hiervan maakt de gemeente een plan van aanpak.
Aanjager voor het onderzoek was Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht (SPO Utrecht). Dit schoolbestuur met 39 basisscholen in de stad heeft een bijna tomeloze ambitie op het gebied van duurzaamheid.
‘Ook het gasloos maken van onze schoolgebouwen valt onder die ambitie’, stelt Rob van der Westen, beleidsadviseur Huisvesting bij SPO Utrecht.
Van der Westen vroeg aan het begin van 2018 bij het gemeentebestuur aandacht voor dit onderwerp. Dat pakte de handschoen op en schakelde ICS adviseurs in om het onderzoek mede vorm te geven. De onderzoekers kregen de taak om de uitdagingen in beeld te brengen bij het aardgasloos maken van alle Utrechtse basisscholen.
Steekproef
Maarten Groenen van ICS adviseurs was vanaf het begin betrokken bij het onderzoek. ‘We hebben een steekproef gedaan bij twintig scholen en die tot in detail onderzocht. We kozen hiervoor scholen uit verschillende bouwperiodes, met verschillende oppervlakten en een diversiteit aan gebouwtypen. Deze scholen bieden een representatief beeld van alle scholen in Utrecht.’
‘Hoe partijen in de wedstrijd zitten, is heel bepalend voor het tempo dat je kunt maken’
Alle gebouwen uit de steekproef zijn geschouwd op bouwkundig en installatietechnisch vlak. Ook is gekeken wat er nodig is om al deze gebouwen naar een bepaalde warmtevraag te brengen en welke isolatiemaatregelen daarvoor nodig zijn. ‘Isolatie is altijd stap één als je naar gasloos wilt gaan’, stelt Groenen.
Daarnaast hebben de onderzoekers gekeken welke installatietechnische oplossingen nodig zijn om de scholen van het gas af te halen. Groenen: ‘Ga je dan voor een warmtepomp? Zijn er mogelijkheden tot een aansluiting op een warmtenet of zijn er kansen voor collectieve oplossingen? Dat alles hebben we met het onderzoek in kaart gebracht. En we hebben voor alle twintig onderzochte scholen een kostenraming gemaakt.’
Met deze ‘blauwdruk voor alle Utrechtse scholen’ hebben de onderzoekers vervolgens gekeken naar wat er nodig zou zijn om alle 120 basisscholen in Utrecht aardgasloos te maken. ‘We hebben hierbij verschillende scenario’s opgesteld om tot aardgasloze scholen te komen. Daarbij is gekeken naar dure en minder dure oplossingen en bij welke scholen we voor welke oplossing moeten kiezen.’
Verschillende scenario’s
Nu is het aan de gemeente om uit die verschillende scenario’s de slimste te kiezen. Groenen: ‘Als je de ambitie hebt om binnen tien jaar alle basisscholen gasloos te maken, dan wordt dat een hele dure opgave. Maar als je het uitsmeert over twintig of dertig jaar, dan wordt het een ander verhaal en kun je voor andere oplossingen kiezen. Alleen al door de verwachte vervanging van scholen de komende decennia wordt de uitdaging dan minder groot.’
Volgens Groenen liggen de ambities van de gemeente Utrecht hoog. ‘Ze willen zo snel mogelijk verduurzamen binnen de mogelijkheden die er nu zijn. Dan is de vraag hoe je dat op de meest slimme manier kunt doen.’
Hoge ambitie
Van der Westen: ‘Hoge ambities zijn mooi, maar je krijgt hierdoor wel te maken met de wet van de remmende voorsprong. Dat is het nadeel als je het slimste jongetje van de klas wilt zijn. Je zult daardoor soms voor toepassingen kiezen die na verloop van tijd achterhaald zijn.’
Toch staat Van der Westen voor de volle honderd procent achter de ambities van het gemeentebestuur. ‘Als je niets doet en op elkaar gaat zitten wachten gebeurt er sowieso weinig en komt het plan voor gasloze scholen nooit goed van de grond.’
Bijdrage van gemeente
Uit het onderzoek komt naar voren dat het gasloos maken van scholen in geen enkel geval is te financieren vanuit de bekostiging. Groenen: ‘Het gaat om dermate grote ingrepen dat er altijd een bijdrage vanuit de gemeente nodig is. Scholen kunnen vanuit de bekostiging 20 tot 30% van de investering voor hun rekening nemen, zolang dit natuurlijk niet ten koste van onderwijsgeld gaat. Het overige deel zou van de gemeente moeten komen.’
Dat het gemeentebestuur van Utrecht jaren geleden al heeft ingezet op duurzame scholen is nu een groot voordeel, volgens Van der Westen. ‘Er is al heel veel geïnvesteerd. Al in 2005 is de gemeente gestart met een eerste masterplan. In 2016 is dat opgevolgd door het meerjarenperspectief onderwijshuisvesting (MPOHV). Daarin heeft de gemeente ook opgenomen dat we tot gasloze investeringen komen. Alle nieuwe scholen die de afgelopen jaren zijn gebouwd, zijn dus al gasloos.’
Groot schoolbestuur
SPO Utrecht heeft tot wel 60% van hun schoolgebouwen vernieuwd. ‘Wij zijn een groot schoolbestuur en hebben daarom de kennis en tijd om op een goede manier invulling te geven aan onze duurzame ambities. Voor kleinere schoolbesturen en eenpitters is dat natuurlijk anders. Vandaar dat het goed is dat er nu gedegen onderzoek is gedaan en dat de gemeente hierin de regierol op zich neemt.’
Ook voor de kleinere schoolbesturen is volgens Groenen verduurzaming van het vastgoed goed mogelijk. ‘Het gaat bij verduurzaming van scholen echt om maatwerk. De mogelijkheden worden voor een groot deel bepaald door het gebouw zelf, maar ook door de wijk waarin de school staat en zelfs door de grond onder de school.’
Natuurlijke momenten
Voor alle scholen geldt dat de stap naar gasloos het beste kan worden gemaakt op een natuurlijk moment. ‘Die conclusie staat heel duidelijk in het rapport’, stelt Groenen. ‘Dan hebben we het over twee momenten: bij vervanging van het gebouw of bij grootschalig onderhoud aan de installaties. Bijvoorbeeld bij de vervanging van de cv-ketel. En, niet onbelangrijk voor de gemeente, hoe meer je aansluit bij zo’n natuurlijk moment, hoe hoger de bijdrage vanuit school kan zijn.’
‘Het is goed dat er nu gedegen onderzoek is gedaan en dat de gemeente hierin de regierol neemt’
Een andere conclusie uit het onderzoek is dat een gezamenlijke ambitie heel belangrijk is. Groenen: ‘Hoe partijen in de wedstrijd zitten is sterk bepalend voor het tempo dat je kunt maken. Bij SPO Utrecht liggen de ambities heel hoog, maar niet alle schoolbesturen kunnen en willen even snel. Daarom is het belangrijk dat je hier van tevoren afspraken over maakt zodat je tot een gezamenlijk verhaal komt. Het is dan aan de gemeente om daar de regie in te pakken en dat goed aan te sturen.’
Middelbare scholen
Begin 2020 zijn de conclusies van het onderzoek aan de gemeenteraad gepresenteerd. Groenen: ‘De gemeente is aan het kijken of ze soortgelijke inzichten kunnen krijgen voor het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs, dan is de hele scholenportefeuille in Utrecht in zicht.’
Blauwdruk voor andere gemeenten
Elke gemeente in Nederland moet dit jaar een transitievisie warmte maken waarin ze aangeven wat het alternatief wordt voor aardgas in elke wijk. Daarnaast moet elke gemeente vanaf volgend jaar een huisvestingsplan hebben voor de scholen. Groenen: ‘In ons onderzoek komen deze twee zaken samen. Andere gemeenten die hiermee aan de slag gaan kunnen qua aanpak, methoden en werkwijze leren van ons onderzoek.’ Van der Westen: ‘Dat is ook de reden dat het RVO heeft meebetaald aan dit onderzoek. Met dit onderzoek bied je andere gemeenten een blauwdruk voor soortgelijk onderzoek.’
Visie gemeente Utrecht
‘De gemeente Utrecht wil dat in 2040 het eigen vastgoed energieneutraal is. Bij nieuwbouw en renovatie van scholen zetten we erop in dat alle lopende en nieuwe projecten, zo’n 70 in totaal, aardgasvrij en energieneutraal worden uitgevoerd. Het zou zonde zijn als we hiermee niet gelijk rekening houden. Het is bovendien duurder als dit op een later moment nog moet gebeuren.
In Utrecht delen de gemeente en de schoolbesturen de extra kosten. Dat is een mooie samenwerking die we ook zagen in het rapport Alle basisscholen in Utrecht aardgasvrij. Gemeente Utrecht vergoedt het onrendabele deel van de overstap van Bijna Energieneutraal naar Energieneutraal. De schoolbesturen betalen het rendabele deel vanuit de besparing op de energiekosten.
Ook voor aardgasvrij zijn aanvullende budgetten. Deze methodiek hebben we vastgelegd in de nieuwe Utrechtse verordening voor huisvesting van scholen, die in februari 2021 is ingegaan. In deze verordening staat ook dat voor de renovatie van scholen 100% vergoeding beschikbaar is (in plaats van de huidige 70%). Hiermee voorkomen we sloop van oude gebouwen en stimuleren we renovatie met minder afval tot gevolg. Niet al onze gebouwen komen tot 2040 vanzelf aan de beurt. Ons huidige meerjarenperspectief onderwijshuisvesting wordt afgerond in 2025. Voor ons nieuwe meerjarenperspectief zullen we voor de overgebleven schoolgebouwen oplossingen moeten vinden. Gezien de goede samenwerking met de Utrechtse schoolbesturen hebben we daar veel vertrouwen in.’