Amsterdam gaat voor gezonde scholen

| Door IVVD

Het binnenklimaat in scholen beter maken. Die politieke ambitie heeft Amsterdam in 2015 uitgesproken. In een grootschalig project moet een groot aantal scholen van een gezond binnenklimaat worden voorzien. De standaard is frisse scholen klasse B en bescherming tegen fijnstof. Een megaproject met een kostenplaatje van 10 miljoen euro per jaar.

Het binnenklimaat in scholen is in veel gevallen niet goed op orde. Dat gaat ten koste van de leerprestaties. Vandaar dat Simone Kukenheim, wethouder onderwijs in Amsterdam, in 2015 heeft aangegeven een grote slag te willen slaan op het gebied van de luchtkwaliteit in schoolgebouwen. Maar liefst 111 onderwijsgebouwen in primair, speciaal en voortgezet (speciaal) onderwijs moeten in de coalitie­periode 2015-2018 worden voorzien van een gezond binnenklimaat. Maar hoe pak je zo’n grootschalig en ingrijpend project aan?

VS1-Susan_BrommMeters maken met maatwerk
Susan Bromm is projectmanager vanuit het gemeentelijke Projectmanagementbureau van Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam. Zij weet als geen ander dat ieder schoolgebouw uniek is. ‘Elke school is anders, je hebt echt te maken met maatwerk. Het was voor de gemeente daarom van belang om van elk schoolgebouw in kaart te hebben welke systemen er hangen, hoe het binnenklimaat er voor staat en wat de benodigde verbeterpunten zijn.’ Van alle 354 schoolgebouwen in Amsterdam is daarom een nulmeting (CO2-meting en aanwezig ventilatiesysteem) gemaakt en daarmee is nu precies in beeld hoe ze scoren op het gebied van gezond binnenklimaat.

Nulmeting als basis
De nulmetingen brachten aan het licht dat er nog voldoende werk te doen is als het om gezonde scholen gaat. ‘Het is interessant om te zien dat diverse scholen wel een ventilatiesysteem hebben maar toch nog niet goed scoren op het gebied van het binnenklimaat. Het aanbrengen van mooie, dure systemen betekent niet automatisch dat het binnenklimaat dan ook op orde is. Soms gaat het om een verkeerd aangelegde installatie, maar het komt ook voor dat de filters simpelweg vervangen moeten worden. Met onze metingen brengen we precies in kaart wat er mis is en wat de verbeterpunten zijn. Daarnaast geven we de schoolbesturen meer inzicht door meters permanent te plaatsen zodat ze zelf kunnen monitoren hoe het binnenklimaat ervoor staat. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de systemen ligt immers bij de schoolbesturen.’

Amsterdam telt 354 onderwijsgebouwen. 272 in het primair onderwijs en 65 in het voortgezet onderwijs. In totaal gaan ongeveer 100.000 leerlingen dagelijks in Amsterdam naar school. Het primair onderwijs is onderverdeeld in ongeveer 40 school­besturen. Het voortgezet onderwijs is verdeeld over achttien schoolbesturen en het voortgezet speciaal onderwijs over zeven besturen. Daarbinnen wordt Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam gerealiseerd.
Amsterdam telt 354 onderwijsgebouwen. 272 in het primair onderwijs en 65 in het voortgezet onderwijs. In totaal gaan ongeveer 100.000 leerlingen dagelijks in Amsterdam naar school. Het primair onderwijs is onderverdeeld in ongeveer 40 school­besturen. Het voortgezet onderwijs is verdeeld over achttien schoolbesturen en het voortgezet speciaal onderwijs over zeven besturen. Daarbinnen wordt Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam gerealiseerd.

Raamcontract met verschillende aannemers
Voor de eerste twintig scholen die in 2015 zijn aangepakt heeft de gemeente Amsterdam een Europese aanbesteding gedaan via een geïntegreerde contractvorm. Voor het tweede jaar is gekozen om voor de periode van drie uitvoeringsjaren (2016-2018) een raamcontract af te sluiten met verschillende aannemers. ‘We werken met zes vaste aannemers en hebben er vier in de wachtkamer. Wanneer we met de schoolbesturen overeenstemming hebben over de te nemen maatregelen, brengen we een aantal schoolgebouwen in tranches naar de markt. Aannemers uit ons raamcontract schrijven zich in (zg. mini-competities). Zo hebben we maximale flexibiliteit in de uitvoering en is het werk voor aannemers behapbaar. Aan de voorkant wordt alles opgenomen en doorgerekend door een installatie­adviseur. Zo pakken we dit project samen met schoolbesturen en uitvoerders aan.’

Duurzame energie
Bij de besluitvorming worden ook de exploitatie- en onderhoudskosten meegenomen. ‘Het gemeentebestuur wil het binnenklimaat op scholen verbeteren, maar zonder dat er extra kosten voor schoolbesturen bijkomen. Als je ventilatiesystemen gaat aanbrengen neemt het energieverbruik alleen maar toe. Ook de onderhoudskosten, met name bij fijn­stofscholen nemen toe. We compenseren dat met energiebesparende en energieopwekkende maatregelen. We gaan bij dit project zo veel mogelijk voor duurzame energie.’

Cofinanciering
De gemeente verwacht van de participerende scholen een cofinanciering van 20 procent van de kosten. ‘We willen duidelijk commitment zien van de deelnemende partijen. Cofinanciering en een intentieverklaring zijn voorwaarden om mee te doen’, stelt Bromm. ‘Nadat de intentieverklaring is getekend toetsen we de school, zetten een pakket met maatregelen op papier en berekenen de kosten door. De gemeente pakt het bouwheerschap op om dit project op deze schaal goed uit te kunnen voeren. Wij bepalen dus ook de uitgangspunten. Ieder schoolbestuur betaalt 20 procent via eigen inbreng of via een fonds. Sommige scholen hebben nog aanvullende wensen op het gebied van duurzaamheid en daar staan we voor open. De minimale variant om tot het gewenste resultaat te komen financieren wij, de kosten voor extra wensen komen voor rekening van het schoolbestuur.’

Maatwerk is sleutel
Maatwerk is de sleutel om tot goede gezonde scholen te komen. ‘We hebben in Amsterdam met de drukke ringweg A10 ook rekening te houden met fijnstof. We zullen bij sommige scholen dus andere oplossingen moeten bedenken of extra maatregelen moeten nemen om het fijnstof buiten de deur te houden. Je kunt systemen niet één-op-één door- kopiëren.’ Ook de nazorg is volgens Bromm belangrijk bij dit project. ‘We hebben in het contract met de aannemers meegenomen dat ze de systemen een jaar instandhouden. Daarna verplichten wij de schoolbesturen om een tienjarig onderhoudscontract af te sluiten. Daar tekenen ze ook voor in de intentieverklaring.’

In 2015 zijn de eerste twintig schoolgebouwen naar klasse B of C gebracht. Dit jaar worden weer dertig scholen aangepakt. ‘We krijgen positieve en enthousiaste reacties op het project’, vertelt Bromm. ‘In de scholen die we hebben aangepakt wordt echt een verbetering ervaren. De klaslokalen zijn frisser en er zijn minder hoofdpijnklachten.’

Continu leerproces
Het traject is voor de gemeente en de betrokken partijen een continu leerproces. ‘We komen regelmatig zaken tegen die beter kunnen. Ook in de communicatie met schoolbesturen en aannemers. Goed opdrachtgeverschap is hierbij een vereiste. De uitvoeringstijd is strak gepland en er moet veel gecommuniceerd worden met verschillende partijen. De driehoek gemeentebestuur, aannemers en schoolbesturen moeten het samen doen. Dan moet je weten dat je op elkaar kunt bouwen, want pas dan kun je meters maken met maatwerk.’