Ben je benadeeld als je in een achterstandsbuurt woont?

| Door IVVD

kwetsbare wijkenWoon je in een achterstandsbuurt, dan heeft dit een negatief effect op jouw sociaal-economische perspectieven. Op dit hardnekkige geloof baseert de overheid al tijdenlang haar wijkenbeleid. Dit terwijl de wetenschap hier geen eenduidig bewijs voor heeft gevonden. Politiek sociologe Emily Miltenburg betoogt dat als je buurt al invloed heeft op jouw levenskansen, deze zeer specifiek en afhankelijk van de bewoner zijn. Miltenburg promoveert op vrijdag 24 maart aan de Universiteit van Amsterdam.

Tussen 2008 en 2012 werden honderden miljoenen geïnvesteerd in de omvorming van probleemwijken, in de volksmond ook wel Vogelaarwijken genoemd, naar ‘prachtwijken’. Het idee, zegt Miltenburg: ‘In ‘slechte’ buurten wonen relatief veel werklozen. Of je buren werken wel, maar hebben geen goede of slechts tijdelijke banen. Kortom, de norm is niet dat iedereen ’s ochtends naar zijn werk gaat. Beleidsmakers vrezen dus een gebrek aan positieve rolmodellen en hulpbronnen in deze buurten.’

Langs elkaar leven
Het devies: meng je de bewoners sociaal-economisch gezien, dan zouden oorspronkelijke buurtbewoners een voorbeeld nemen aan deze nieuwe buren. ‘Maar uit eerder onderzoek weten we al dat voor de achterblijvers in de meer gemengde buurt dit wijkenbeleid helemaal niet effectief’ is, zegt Miltenburg. ‘Mensen leven langs elkaar heen, ze nemen niet per se een voorbeeld aan elkaar’.
Toch blijft de overheid vasthouden aan dit idee. Op papier ziet het er volgens Miltenburg dan ook niet verkeerd uit: ‘Gemiddeld een buurt verbeteren is helemaal niet zo moeilijk. Sloop de sociale huurwoningen, zet er duurdere voor in de plaats en gemiddeld gezien verbetert de buurt, want er gaan meer middeninkomens wonen. Maar de uitdaging zit er nu juist in om de oorspronkelijke bewoners meer kansen te bieden.’ Dat laat de overheid met dit beleid na, aldus Miltenburg.

Van Kolenkit naar Oud-Zuid
En wat gebeurt er met de bewoners van de gesloopte sociale huurhuizen? Miltenburg: ‘Die moeten gedwongen verhuizen. Daarbij worden ze geassisteerd door woningcorporaties die hen de mogelijkheid geven naar een betere buurt te verhuizen, bijvoorbeeld van de Amsterdamse Kolenkitbuurt naar Oud-Zuid. ‘ Uniek aan de huidige studie is dat deze ‘herhuisvesters’ over de tijd gevolgd konden worden. ‘Maar van de groep die ik onderzocht ging minder dan de helft naar een meer welvarende buurt. De rest wilde eenvoudig niet.’ De sociaal-economische perspectieven van de bewoners die wel gingen, verbeterden ook niet.

Geen one size fits all
Miltenburg onderzocht eveneens de aanname dat de buurt evenveel invloed heeft op verschillende bewoners binnen de buurt. ‘De oorzaak van sociaal-economische achterstanden ligt lang niet altijd in de buurt, de invloed van de buurt is aanzienlijk kleiner dan vermoed en verschilt per bewoner.’
Ook is het lang niet altijd aannemelijk dat buren een rol spelen: ‘ Zo vond ik dat overgang naar werk in een achterstandsbuurt vooral moeilijk is voor moeders met jonge kinderen, hier is het aannemelijker dat een beperkte lokale arbeidsmarkt of kinderopvang een rol speelt. ’ Haar advies luidt dan ook: richt het beleid in eerste instantie niet op de buurt als geheel, maar op de individuele buurtbewoner.

Download de samenvatting