Renovatie van bestaand vastgoed is dé oplossing in tijden van woningnood, stadsverdichting en verduurzaming. Renovatie biedt daarnaast de kans voor het verbeteren van steden, stelt architect Jeroen Simons.
Jeroen Simons, architect bij Inbo, hield in het blad Stedebouw & Architectuur onlangs een warm pleidooi voor renovatie van bestaand vastgoed. ‘Stadsuitbreiding is voorbij, we gaan nu juist verdichten en de hoogte in’, stelde Simons in het vakblad.
Roep om renovatie
Simons merkt dat de roep om bestaand vastgoed te renoveren steeds groter wordt. ‘Enerzijds door de druk op de stad, anderzijds omdat we de kwaliteit herkennen van alles wat na de Tweede Wereldoorlog is gebouwd.’
De herwaardering van deze gebouwen is volgens Simons deel van een grotere culturele trend. ‘Je ziet het ook in het uitgaansleven en in muziek: retro is in. Ik denk omdat de afstand tussen de generaties groter is geworden’, stelt Simons in het laatste nummer van Stedebouw & Architectuur.
‘Architecten pakken die trend ook op door gebouwen van eerdere generaties te refurbishen. Met name van de brutalistische betonarchitectuur, waarvan velen zeggen: ‘Hoe hebben we dat ooit kunnen maken?’, zie je een revival.’
Betonnen massa’s
Simons denkt dat de afkeer van betonnen massa’s niet zozeer in het beton zelf zit. Het ligt volgens hem vooral aan de aansluiting op het maaiveld. ‘De kwaliteit van de plint is ondermaats in vergelijking met wat wij nu een goed gebouw vinden. In plaats van muizenholletjes om enorme gebouwen binnen te komen, willen we nu dubbelhoge plinten die transparant naar hun omgeving zijn.’
Historische panden hoeven volgens Simons niet een gehele metamorfose te ondergaan om weer fraai te worden. ‘Vernieuw de kozijnen en maak het beton schoon, dan krijg je die kwaliteit weer terug.’ Dat zien we volgens hem ook bij het Slotervaartziekenhuis waar Inbo bij de renovatie was betrokken.
Gebouwen uit jaren 50, 60 en 70
De meest recente projecten in de portefeuille van Simons zijn naast het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam, het Huis van de Stad in Rijswijk en het Tandheelkundegebouw in Nijmegen. Gebouwen uit de jaren 50, 60 en 70 die van de vergankelijkheid gered moesten worden.
Het Huis van de Stad en het Tandheelkundegebouw stonden beide op de slooplijst, maar door nieuwe inzichten of een nieuw gemeentebestuur bleek renovatie een serieus alternatief. In de projecten school ‘enorm veel kwaliteit die je nu niet meer zou maken’, aldus Simons.
Stad als geheel
De herontwikkeling van deze gebouwen omhelst meer dan alleen het pand, geeft Simons aan. De locatie, alsook de stad als geheel, maakt onderdeel uit van de opgave. Daarbij geeft bestaand vastgoed, zeker van vlak na de Tweede Wereldoorlog, veel cadeau tijdens een renovatie. ‘Verdiepingshoogtes, grote trappenhuizen, vides of natuursteen dat weggewerkt is onder linoleum of vieze tapijtjes’, somt Simons in het architectuurblad enkele voorbeelden op.
Als je een gebouw ‘leest’ en die verrassende elementen weet te herkennen, kunnen architecten die in een eigentijdse werkomgeving of ontmoetingsplek gieten, denkt Simons. ‘Ook maakt extra daglicht zo’n gebouw soms heel uitnodigend voor bijvoorbeeld ontmoetingen tussen etages, iets waar we tegenwoordig behoefte aan hebben.’
Duurzame kans
Simons streeft in zijn werk niet alleen een goede uitstraling na, maar ook duurzaamheid. ‘Als je verschillende doelen bereikt, dan doe je het in mijn optiek goed’, aldus de architect. Daarvoor past hij de werkmethodiek Duurzame Kans voor bestaand vastgoed toe. ‘Daarbij ga je methodisch op zoek naar maatregelen die bij een bepaald gebouw het meest effect hebben op duurzaamheid, uitstraling en bruikbaarheid.’
In alle drie de projecten waar Simons bij betrokken was, waren de installaties op, ‘dan begin je praktisch opnieuw. Dat biedt een kans om zo duurzaam mogelijk te werk te gaan, bijvoorbeeld met zonnecellen en WKO’s. Interessant is dat je daarmee tegenwoordig ook het comfort kunt verhogen. Zo behaal je met één ingreep meerdere doelen.’
Multifunctionele gebouwen
De gebouwen die Simons mede heeft gerenoveerd zijn alle drie van monofunctioneel naar multifunctioneel gegaan. Ook dat voegt volgens hem waarde toe. ‘Het Slotervaartziekenhuis is nu een centrum voor zorg, in het Tandheelkundegebouw zitten nu ook faciliteiten van het Radboud MC en in het Huis van de Stad zijn diverse functies terug naar het hart van de gemeente gebracht. Ze zijn een positief, drempelloos onderdeel van de stad geworden.’
Architecten moeten zich volgens Simons niet alleen afvragen welk volume of programma ze toevoegen, maar ook wat het ontwerp doet met het grotere geheel. ‘Wat is de sociale impact? Wat is de betekenis voor de stad? Dat zien wij bij Inbo ook als onderdeel van duurzaam denken, naast energiezuinigheid en circulariteit. Hoe maak je een stad die blijvend goed functioneert? Dat wordt in tijden van stadsverdichting steeds urgenter.’