Breda maakt werk van zorg op maat

| Door Odette Koldewey

De Bredase aanpak rond wonen en zorg is een mooi voorbeeld van inclusief zorgbeleid. Al twintig jaar werkt de stad aan zorg op maat, wijkgebonden, dichtbij de mensen thuis en gericht op hun zelfredzaamheid. Ook voor de kwetsbare ouderen, want de tijd van alleen het ouderwetse verzorgingshuis ligt al weer even achter ons.

Al in 2000 startte de gemeente Breda met de huidige aanpak Wonen en Zorg, toen nog onder de titel ‘Geschikt Wonen voor Iedereen’. In eerste instantie was dit vooral toegespitst op ouderen, maar al snel werd de zorgvisie breder getrokken naar alle Bredanaren met een specifieke zorgbehoefte. Ouderen, mensen met fysieke of psychische beperkingen en dak- en thuislozen. Deze brede doelgroep heeft een zeer gemêleerde woon- en zorgvraag en met de aanpak Wonen en Zorg wil het gemeentebestuur hier op een goede manier op inspelen.

Miriam Haagh, wethouder Breda: ‘Er ligt een enorme uitdaging, want de zorgvraag groeit enorm

Miriam Haagh, wethouder Gezondheid, Wijk-aanpak en Leren is samen met collega-wethouder Daan Quaars verantwoordelijk voor het beleid rond wonen en zorg in Breda. Ze is trots op de Bredase aanpak waarbij de focus steeds meer komt te liggen op de inclusieve maatschappij. ‘We hebben een prachtige stad met dorpskernen en echte stadse wijken met een enorme diversiteit. Overal is de zorgvraag anders en overal spelen andere woonbehoeften. Onze aanpak verschilt dan ook per gebied, maar we geloven wel heel sterk in het samenbrengen van verschillende mensen. We willen steeds meer naar een inclusieve samenleving met zo weinig mogelijk segregatie.’

Zelfstandigheid en zelfredzaamheid
‘De tijden van het verzorgingshuis liggen achter ons’, stelt ook Henk Boelens, programmamanager Wonen en Zorg in Breda. ‘We zijn langzaam verschoven naar zo lang mogelijk zelfstandig wonen en dat is nu weer aan het verschuiven naar zo lang mogelijk zelfstandig zijn, ofwel naar zelfredzaamheid. Dat moet goed georganiseerd worden in de wijken en dat gaat verder dan het aanpassen van woningen. Dat gaat ook over het bieden van de juiste voorzieningen dichtbij de mensen en het mobiliseren van het netwerk achter de mensen met een zorgbehoefte.’

Breda heeft een woon- en zorgvisie voor de hele stad, maar om goed te kunnen sturen zijn er 15 verschillende woongebieden geformeerd. Met onderzoek en monitoring is er een pak aan data verzameld per woongebied. Boelens: ‘We hebben alle voorzieningen in de verschillende wijken in kaart gebracht en gekeken naar de aanpasbaarheid van de woningen. Daarnaast hebben we aanvullende onderzoeken gedaan, bijvoorbeeld naar mantelzorg in de wijk. Op basis van al deze data worden prognoses opgesteld. Wat is er nodig? Wat komen we tekort? En hoe kunnen we de bewoners van de wijk het beste faciliteren? Dat is de kern van ons beleid.’

Wethouder Haagh: ‘De verschillen tussen de woongebieden zijn groot, daar moet je in je beleid rekening mee houden. En daar moet je de woonmogelijkheden voor de toekomst op aanpassen. Bepaalde nieuwe ontwikkelingen kunnen in het ene woongebied hard nodig zijn, terwijl ze in andere gebieden overbodig zijn. Dat kun je pas bepalen als je alle data naast elkaar legt. Zo kun je als gemeente sturen op nieuwe woon- en zorginitiatieven en zorg je dat het aanbod op een goede manier over de stad verspreid wordt.’

Nut en noodzaak
Breda heeft de ambitie om de komende tijd 6.000 nieuwbouwwoningen te realiseren. Een deel daarvan is bedoeld voor woon-zorgconcepten voor specifieke doelgroepen. Het gros daarvan zal een plekje moeten krijgen in de bestaande stad. Een hele opgave. Haagh: ‘Met de demografische ontwikkelingen en de vergrijzing waar we nu mee te maken hebben, ontkomen we niet aan nieuwbouw. We willen de wijken daarbij zo indelen dat iedereen zijn plekje vindt. Maar dat betekent niet dat we nu als een gek gaan bouwen voor bijvoorbeeld ouderen, het betekent vooral dat we goed nadenken hóe we moeten bouwen. En dan kom je op termen als flexibel en aanpasbaar, zodat we over twintig jaar woningen makkelijk en zonder al te hoge kosten voor andere doelgroepen geschikt kunnen maken.’

Henk Boelens, programmamanager Wonen en Zorg: ‘Op basis van alle data stellen we prognoses op. Wat is er nodig? Wat komen we tekort? En hoe kunnen we onze inwoners het beste faciliteren?’

Gratis woningscan
Een ander thema waar Breda sterk op inspeelt, is bewustwording van ouderen. Alle 65-plussers die wonen in de Bredase dorpen en wijken worden daarom uitgenodigd voor informatiebijeenkomsten waarbij wordt ingezoomd op de preventie van zorgvragen. Boelens: ‘Dat doen we al sinds enkele jaren en dat wordt steeds verder doorontwikkeld. We kijken daarbij niet alleen naar mogelijkheden rond woning-aanpassingen, maar ook naar het netwerk achter de mensen. Hoe kun je de hulp van je omgeving zo mobiliseren dat je langer zelfstandig thuis kunt wonen? Dat is niet alleen service naar de inwoners toe, maar daarmee kun je ook bepaalde zorgvragen voorkomen.’

Volgens Haagh worden de informatiebijeenkomsten zeer goed bezocht en enorm gewaardeerd. ‘Deze mensen zijn vaak nog in de bloei van hun leven, maar toch is het goed om vroegtijdig na te denken over hoe je oud wilt worden en wat daarvoor nodig is. Om dat te faciliteren bieden we vanuit de gemeente ook een gratis woningscan aan waarbij een expert de woning beoordeelt. Die kijkt daarbij naar van alles, van een gevaarlijk deurmatje tot grote aanpassingen. Daarnaast proberen we mensen wegwijs te maken in het zorglandschap zodat ze weten wat ze moeten doen als de eerste zorgvragen op hun pad komen.’

Goede samenwerking
Goede samenwerking tussen gemeente, zorgpartijen en woningcorporaties is volgens Haagh en Boelens essentieel om tot goed zorgbeleid te komen. Ze prijzen zich dan ook gelukkig met drie corporaties die niet terugdeinzen voor vernieuwing. Haagh: ‘We hebben met WonenBreburg, Alwel en Laurentius drie woningcorporaties die echt moeite doen om moeilijke doelgroepen te huisvesten. Een mooi voorbeeld daarvan is het project Housing First, waarbij daklozen worden gehuisvest. Daar zijn we samen met de zorgaanbieder en de corporaties heel snel mee van start gegaan, en met succes. Daar pluk je ook op andere gebieden de vruchten van. Maar dat moet je wel durven als corporatie. Als gemeente kunnen we dat probleem niet alleen oplossen, dat moet je echt samen doen.’

Ook op andere gebieden worden er steeds vaker afspraken gemaakt tussen de gemeente, zorgorganisaties en woningcorporaties. Boelens: ‘We proberen alle partijen regelmatig aan tafel te krijgen om zodoende vraag en aanbod van wonen en zorg in de wijken beter op elkaar af te stemmen. We maakten natuurlijk altijd al alliantieafspraken met de corporaties, maar nu halen we daar ook de zorgpartijen bij zodat we nog beter kunnen sturen.’

Nieuwe innovatieve concepten
Dat er ook steeds meer ouderinitiatieven in Breda komen, initiatieven van ouders van jonge mensen en jongvolwassenen met meerdere beperkingen, juicht Haagh toe: ‘Samen met woningcorporaties worden er zorgcomplexen gebouwd en ook op het gebied van seniorenhuisvesting zie je de laatste jaren steeds meer creativiteit ontstaan vanuit de mensen zelf. Dat is heel mooi en typerend voor de coöperatiegedachte in Brabant. Vanuit de gemeente staan we ook open voor andersoortige initiatieven op het gebied van huisvesting en zorg. Daarbij willen we vooral totaalconcepten verwelkomen die voor iedereen toegankelijk zijn, want daar is nu nog een gebrek aan. Wij geloven sterk in een mix van mensen in de verschillende woongebieden, we willen heel bewust toe naar die inclusieve samenleving.’

De Wonen en Zorgvisie van Breda biedt ook een doorkijkje naar 2032, waarbij wordt ingezoomd op de demografische ontwikkelingen. Boelens: ‘Hoe gaan we om met de vergrijzingsgolf en hoe zorgen we ervoor dat er ook in de toekomst voor alle mensen zorg en begeleiding is dichtbij huis? En, niet onbelangrijk, hoe zorgen we ervoor dat het betaalbaar blijft? Daar moeten we nu al goed op inspelen.’ Haagh: ‘Er ligt nog een enorme uitdaging te wachten, want de zorgvraag groeit en daarmee ook de vraag naar extra handen in de zorg. Daarom is het zaak dat we nu al investeren in zorg die dorps- en wijkgericht is, waarbij we de zelfredzaamheid van onze inwoners stimuleren en faciliteren. En waarbij we ook kijken naar nieuwe innovatieve manieren van zorgverlening, naar domotica en monitoring. Daarmee kunnen we bijvoorbeeld de wijkverpleging die beschikbaar is zo gericht mogelijk inzetten. Zodat we de zorg die nodig is kunnen blijven leveren. Ook in de toekomst.’