De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) heeft onlangs het Langeveld Building geopend. Dit multifunctionele onderwijsgebouw heeft een BREEAM Outstanding certificaat en is daarmee een van de meest duurzame onderwijsgebouwen in Nederland. Een behoorlijke dosis lef en een maximale inspanning van opdrachtgever en opdrachtnemer waren nodig om het certificaat veilig te stellen.
Bij binnenkomst in het gloednieuwe onderwijsgebouw op campus Woudestein in Rotterdam springt de houten boomhut in het groene atrium meteen in het oog. Het is duidelijk dat de natuur hier een belangrijke rol speelt. Minder duidelijk is dat het gebouw gebruik maakt van een innovatief en revolutionair ventilatiesysteem waarbij wind en zonnewarmte de drijvende krachten zijn. Ook veel andere duurzame elementen blijven in eerste instantie voor het oog verborgen. En toch is hier vanaf het begin van het project heel bewust gestuurd op een BREEAM-score van boven de 90%.
‘BREEAM Outstanding was voor ons de lat’, stelt Marcel Quanz van de afdeling Real Estate & Facilities van Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘We bouwen voor de toekomst, voor volgende generaties. Vandaar dat we het meest duurzame gebouw wilden dat op dit moment te krijgen is.’ Om maximaal gebruik te maken van kennis uit de markt werd gekozen voor een geïntegreerd contract. ‘Hiermee weet je vooraf wat de kosten zijn, de risico’s zijn in balans tussen opdrachtgever en opdrachtnemer en, belangrijker nog, je haalt optimaal kennis en expertise uit die markt. Dat heeft zich hier dubbel en dwars uitbetaald.’
Focus op BREEAM
Na een aanbesteding op basis van dialoogsessies kwam BAM Bouw en Techniek als winnaar uit de bus. Hun integrale ontwerpvoorstel scoorde het best op kwaliteit, prijs en duurzaamheid en dus mochten zij gaan bouwen. Martin de Graaf, adviseur duurzaam bouwen binnen BAM, begeleidde het project en zorgde dat alle partijen continu de focus hielden op de BREEAM duurzaamheidsambities. ‘Ik ben gespecialiseerd in BREEAM, WELL en GPR. Het is mijn taak om alle partijen scherp te houden op de gestelde duurzaamheidsdoelen. Ook de mensen binnen mijn eigen organisatie.’
Paul de Ruiter Architects was verantwoordelijk voor het ontwerp. Het bureau, gespecialiseerd in duurzame energiezuinige architectuur, ontwierp een duurzaam, circulair en flexibel in te delen onderwijsgebouw met transparante gevels. Het gebouw ademt aan alle kanten natuur en groen. Niet alleen door de keuze voor natuurlijke materialen en duurzame systemen, maar ook door letterlijk veel groen naar binnen te halen, zoals de bomen en groene gevels in het atrium.
Bewijslast
De ambitie BREEAM Outstanding had grote invloed op het hele ontwerp- en bouwtraject. Een dergelijke ambitie vraagt volgens De Graaf nogal wat van opdrachtgever en opdrachtnemer. ‘Je gaat voor het allerhoogst haalbare en moet op alle facetten aan een breed pakket aan eisen voldoen: installatie-eisen, materiaal-eisen, constructieve eisen, ecologische eisen, eisen voor de bouwplaats, noem maar op. Je hebt bovendien een behoorlijke zware bewijslast. Je moet tekeningen, berekeningen en onderzoeksrapporten kunnen overleggen en je moet tijdens de bouw continu zorgen dat de eisen die gesteld zijn niet alsnog verloren gaan.’
BREEAM wordt daarmee wel een beetje een papierwinkel, stelt De Graaf. ‘Je moet alles zorgvuldig vastleggen en aantonen dat je aan alle eisen voldoet, vanaf het eerste ontwerp tot aan de oplevering. Dat is een hele opgave.’ Toch is een keuze voor BREEAM in zijn ogen altijd positief. ‘Inzetten op een duurzaamheidscertificaat heeft grote meerwaarde. Het stimuleert dat alle partijen scherp gehouden worden op de duurzaamheidseisen. Het zorgt in die zin voor borging van de ambities. Dat is heel belangrijk.’
‘BREEAM is voor EUR een maatstaf voor het verduurzamen van vastgoed. Maar wij hebben bij dit project verder gekeken dan BREEAM alleen. Ook andere uitgangspunten waren voor ons belangrijk. Zo wilden we een uitermate flexibel gebouw dat makkelijk is aan te passen aan een veranderende onderwijsvraag, een gezond gebouw op basis van biophilic design en een grote inzet op circulariteit. Al die uitgangspunten hebben uiteindelijk geleid tot een heel mooi integraal ontwerp waarin alle onderdelen zijn samengekomen.’
EW&F concept
Het Langeveld Building onderscheidt zich door een innovatief en revolutionair ventilatiesysteem gebaseerd op het Earth, Wind & Fire-concept van dr. Ing. Ben Bronsema (zie kader). Quanz: ‘Dit is een nieuw ventilatieconcept dat alleen nog maar is toegepast bij hotel Breeze, tegenwoordig het Four Elements Hotel, in Amsterdam. Voor ons was het best even schrikken toen BAM voorstelde dit systeem toe te passen. Dat heeft intern tot veel discussie geleid. Maar het is een heel mooi systeem. Wij geloven erin en dus zijn we erin meegegaan.’
Het Earth, Wind & Fire-concept
Het Earth, Wind & Fire-concept gaat uit van natuurlijke ventilatie. Via grote windvangers op het dak wordt verse lucht het gebouw ingezogen waar in een verticale schacht watersproeiers de lucht verzwaren en naar beneden duwen. Beneden wordt het water opgevangen en verspreidt de lucht zich over de verdiepingen. Op de zuidgevel van het gebouw zitten twee zonneschoorstenen over alle verdiepingen. Als de zon hierop schijnt, dan stijgt de warme lucht op. Bovenaan deze schachten zit een soort vliegtuigvleugel – de venturi-kap – die de snelheid van die stijgende lucht verder versnelt. Daardoor wordt de gebruikte lucht uit het gebouw gezogen. Deze onderdelen van het ventilatiesysteem werken samen in een balans van onder- en overdruk om het gebouw te voorzien van verse lucht. De WKO-installatie zorgt ervoor dat de lucht op een optimale temperatuur wordt gehouden. Feitelijk zorgen de vier elementen wind, zon, aarde en water zo voor verkoeling en verwarming van het gebouw. Daarbij zorgt dit systeem voor een aangenaam zachte luchtvochtigheid en dus voor een goed binnenklimaat. Bijkomend voordeel is dat er geen luchtbehandelingskasten nodig zijn. Dat scheelt ruimte en energie.
De Graaf: ‘Met dit ventilatiesysteem maak je gebruik van de natuurlijke elementen wind en zonnewarmte. Je hebt daardoor geen luchtbehandelingskasten nodig en dat scheelt enorm in onderhoud en energieverbruik. Bovendien heb je minder technische ruimtes nodig en dus meer ruimte voor het onderwijs.’ Quanz: ‘Omdat het een nieuw concept is in een nieuw gebouw hebben we BAM gevraagd voor twee jaar het beheer en onderhoud te doen. Enerzijds om de kinderziektes eruit te halen en anderzijds om het gebouw af te stellen op het nieuwe systeem en onze beheersdienst hierin mee te nemen. Er zit namelijk best veel regeltechniek achter.’
BREEAM 2014
Het EWF-concept en de WKO-installatie zorgen voor een verbluffende EPC score van -0,001. Ook zorgt het innovatieve ventilatieconcept voor een extra procentpunt in de BREEAM-score. De overige punten werden vooral gehaald met duurzame materiaalkeuzes, goed milieubeleid, voorzieningen voor hergebruik en recycling en een forse reductie van de CO2-emissie. De Graaf: ‘Dit gebouw is nog beoordeeld volgens BREEAM 2014. Inmiddels is er ook een BREEAM-versie 2020 en die is behoorlijk anders. Daarin worden aspecten als circulair bouwen, klimaatadaptatie en biodiversiteit zwaarder meegewogen. Het certificaat is in die zin altijd in beweging.’
Voor Quanz is het inmiddels geen vraag meer of volgende gebouwen op campus Woudestein ook voor BREEAM Outstanding gaan. ‘We willen al ons vastgoed met BREEAM certificeren. Het uitgangspunt is daarbij dat we voor de hoogst mogelijke score gaan. Onze missie als onderwijsinstelling is ‘het creëren van positieve maatschappelijke impact’. Dan heb je een grote verantwoordelijkheid als het om duurzaamheid gaat. Dat hebben we nadrukkelijk in onze strategie opgenomen. En als je A zegt, moet je vervolgens ook B zeggen. Daar staan we vanuit de vastgoedafdeling geheel achter.’
Volgens De Graaf is er voor opdrachtgevers naast het maatschappelijk belang nog een belangrijke reden om bij nieuwbouw en renovatie voor een BREEAM-certificaat te gaan. ‘Een portefeuille met gebouwen die BREEAM gecertificeerd zijn, is simpelweg meer waard. Dat besef begint bij steeds meer organisaties door te dringen. En ook marktpartijen nemen het thema duurzaamheid steeds serieuzer. Niet alleen de adviseurs en architecten, maar ook de bouwers en installateurs.’
foto’s: Eric Fecken