Circulaire bouwers krijgen voorrang van het Rijksvastgoedbedrijf

| Door Dieuwke van Vuure

Per 2023 stelt het Rijksvastgoedbedrijf strengere circulariteitseisen bij de aanbesteding van alle nieuwbouw-, onderhouds- en renovatieprojecten.

Een gebouw opgetrokken uit containerunits op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn ontkomt aan de sloopkogel. Na een opknapbeurt krijgen de units een nieuwe bestemming en kunnen nog jaren mee.

Projectontwikkelaars die voor bouw en renovatie zo min mogelijk nieuwe materialen gebruiken, hebben vanaf 1 januari 2023 een streepje voor bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Ook krijgen bouwers voorrang op renovatie- en sloopprojecten als ze een nieuwe bestemming vinden voor materialen die uit het te renoveren pand vrij komen.

Om de circulaire ambities handen en voeten te geven gaat het RVB bij aanbestedingen vanaf 2023 een strengere Milieu Prestatie Gebouw (MPG) hanteren dan de wettelijke minimumnorm. Het Bouwbesluit, bepalend voor alle regelgeving in de sector, gaat uit van een MPG van 0,9. Met de aanscherping van de MPG-norm, de graadmeter voor de totale milieubelasting van een gebouw, wil het RVB de bouwsector stimuleren om verder te verduurzamen. De strengere eisen die het RVB stelt bij aanbestedingen zijn onderdeel van de ambitie om in 2030 de helft minder grondstoffen te gebruiken.

Uiteindelijk moet de economie in 2050 volledig circulair zijn. ‘Aanbiedingen voor nieuwbouw, renovatie of sloopopdrachten waar circulariteit geen deel van uitmaakt, komen er vanaf 2023 niet meer in’, zegt Sander de Longh, expert duurzaam aanbesteden van het RVB. In de praktijk betekent dit dat bouwmaterialen waarmee veel CO2-uitstoot gemoeid is – zoals staal, beton en baksteen – plaats gaan maken voor hernieuwbare grondstoffen zoals hout en andere biobased materialen. Verder wil het RVB onderscheid gaan maken tussen downcycling en upcycling. Als een bouwbedrijf oud beton wil vermalen tot gruis levert dat minder punten op dan wanneer het beton in dezelfde vorm direct hergebruikt wordt. Ook voor de inrichting van rijksgebouwen, de zogenaamde inbouwpakketten, worden vanaf 2023 aanvullende circulariteitseisen gesteld. Denk hierbij aan de inzet van een minimum aandeel van biobased en hergebruikte materialen.

Een project op Vliegkamp Valkenburg waarbij met behulp van een oude kas een vergaderruimte is gerealiseerd in een voormalige onderhoudswerkplaats.

Naast de strengere eisen voor materiaalgebruik gaat het RVB in zijn aanbestedingen ook letten op de ‘losmaakbaarheid’ van gebouwontwerpen. Dit betekent dat het voor projectontwikkelaars belangrijk wordt om gebouwonderdelen – zoals daken, gevels en draagbalken – te maken die makkelijk uit elkaar te halen zijn. Dit biedt de mogelijkheid om ze ergens anders opnieuw te gebruiken. Ook moeten ‘natte verbindingen’ zoals vloeren en wanden die gelijmd worden, plaatsmaken voor ‘droge verbindingen’, bijvoorbeeld met schroeven die je kunt losmaken.

Met de aanscherping van de MPG-norm wil het RVB de bouwsector stimuleren om verder te verduurzamen. ‘In de praktijk blijkt dat de norm uit het Bouwbesluit van 0,9 relatief makkelijk wordt gehaald’, verduidelijkt De Longh. ‘In onze aanbestedingen gaan we de lat daarom geleidelijk hoger leggen, zodat marktpartijen geprikkeld worden om steeds duurzamer te bouwen.’ De nieuwe plannen zijn een duidelijk signaal naar de bouwsector dat duurzaamheid de norm wordt.