Regeneratief bouwen is in 2040 de norm. Dat stelt transitiemaker Norbert Schotte. Woningcorporaties vervullen hierbij een sleutelrol. ‘Zij kunnen de bouw in beweging brengen.’
Woningcorporaties hebben een groot aandeel in de bouw en daarmee een grote verantwoordelijkheid. Zij kunnen met duurzame en natuurinclusieve sociale woningbouwprojecten de negatieve impact van de bouw kantelen en zorgen voor een positieve impact. Volgens Norbert Schotte, transitiemaker en medeoprichter van de Gideonsbende, kunnen corporaties die switch nu al maken. Niet morgen, maar vandaag. Dat vraagt wel een andere kijk op de bouw en andere keuzes bij bouw- en renovatieprojecten. Tijdens de Woningcorporatiedag van IVVD op 3 april gaat Schotte dieper in op de transities die nodig zijn om een natuurpositieve bouwsector mogelijk te maken.
Rebelse bende
In 2021 was Schotte een van de oprichters van de Gideonsbende, een ‘rebelse bende’ van Gideons die de noodzakelijke transitie naar een regeneratieve bouw willen versnellen. Hetzelfde jaar nog werd de Gideonsbende uitgeroepen tot de ‘Cobouw Bouwpersoon van het jaar’. Hun boodschap was duidelijk niet aan dovemans oren gericht. En toch… We zijn inmiddels drie jaar verder en die transitie gaat nog niet zo snel als zou moeten. ‘We liggen als sector niet op koers. Zowel op het gebied van klimaat als circulariteit staan we er slecht voor. Toch kan onze sector zich transformeren van grootvervuiler tot inspiratiebron door klimaat- en natuurpositief te bouwen’, stelt Schotte. ‘Woningcorporaties kunnen hierbij een sleutelrol vervullen door het jaarlijkse volume aan nieuwbouw en verduurzaming.’
Tijdens de Woningcorporatiedag spreekt deze Gideon de corporaties dan ook rechtstreeks aan op hun verantwoordelijkheid. ‘Iedereen kan hierin het verschil maken. Iedereen heeft zijn rol.’ Volgens Schotte kunnen we zo gezamenlijk de stap maken van het onmogelijke naar het onvermijdelijke. ‘Dat is eerder op andere gebieden gelukt en dat gaat ons ook in de bouwsector lukken. Als Gideonsbende blijven we de sector inspireren en uitdagen om in beweging te komen. Net zolang tot er een social tipping point is bereikt.’
Drie transities
Om dit kantelpunt te bereiken zijn volgens Schotte drie transities van belang: de energietransitie, de materialentransitie en de sociale transitie. ‘Met de energietransitie zijn we al heel wat jaren onderweg. De materialentransitie begint langzaamaan op gang te komen, maar de sociale transitie loopt nog ver achter op die andere twee. En juist de sociale transitie is belangrijk. Die kan namelijk als katalysator dienen voor de andere transities. Daar ben ik van overtuigd.’
Schotte: “De door mannen gedomineerde bouwsector kan wel een flinke doses feminien leiderschap gebruiken.”
Die sociale transitie heeft vooral betrekking op de cultuur in de bouwsector, verduidelijkt Schotte. ‘Dat is van oudsher een traditionele cultuur gebaseerd op masculiene waarden. Exemplarisch is de prestatiegerichte cultuur met een duidelijke hiërarchie en top-down besluitvorming.’ De door mannen gedomineerde bouwsector kan volgens Schotte wel een flinke doses feminien leiderschap gebruiken. ‘Dan wordt er veel meer uitgegaan van zorgzaamheid, van verbinding en aandacht voor elkaar. Dan krijgen we een bouwcultuur waarin vertrouwen het sleutelwoord vormt, het ego ondergeschikt is aan het grotere geheel en kwetsbaarheid er mag zijn.’
Schotte is ervan overtuigd dat de bouw de komende tien tot vijftien jaar een flinke verandering zal doormaken. ‘Over vijftien jaar is bouwen en verbouwen met natuurlijke materialen de norm. Dan realiseren we een gebouwde omgeving die niet alleen mooi oogt, maar ook fijn voelt en goed is voor onze gezondheid. Een omgeving die geen afbreuk doet aan de natuur, maar juist een bijdrage levert aan biodiversiteit. In de bouw wordt dan samengewerkt op basis van vertrouwen, waarbij maatschappelijke waarden boven financiële waarden worden gesteld. Regeneratief bouwen is dan de normaalste zaak van de wereld.’