Denk in mogelijkheden, niet in beperkingen

| Door Odette Koldewey

Het Rijksmuseum in Amsterdam behaalde de hoogst haalbare score voor BREEAM-NL In-Use met een breed opgezet duurzaamheidsprogramma uniek voor musea.

Het Rijksmuseum in Amsterdam heeft als eerste museum ter wereld een  duurzaamheidscertificaat met vijf sterren behaald. De hoogst haalbare score voor deze categorie. Een prestatie van formaat voor een rijksmonument dat stamt uit 1885.

Het is een vreemde tijd voor het Rijksmuseum. Waar het in 2019 met 2,7 miljoen bezoekers nog een record vestigde, werden het afgelopen jaar door de coronamaatregelen slechts 675.000 bezoekers verwelkomd. En ook in 2021 zullen de bezoekersaantallen tegenvallen. Toch was het aan het begin van dit jaar tijd voor een klein bescheiden feestje. Het Rijksmuseum ontving namelijk een BREAAM-NL In-Use duurzaamheidscertificaat met een Outstanding beoordeling (5 sterren). Het museum scoorde bijzonder hoog op het beheer van water, energie en afval. En ook het onderhoudsniveau van het gebouw en de installaties werden positief beoordeeld.
Daarmee krijgt het museum volgens Karen Keeman loon naar werken. Het hoofd Facilitair Bedrijf is in 2019 benoemd tot sustainability officer en daarmee dé kartrekker van de duurzaamheidsambities van het Rijksmuseum. ‘Duurzaamheid is al langer een wezenlijk onderdeel van onze strategie. We hebben de ambitie om ons te ontwikkelen tot een van de meest duurzame musea ter wereld.’

Grootschalige renovatie
De maximale score bij het BREEAM-certificaat is voor Keeman een bevestiging dat de kleine 700 medewerkers van het museum goed bezig zijn. ‘De verduurzaming is al eerder ingezet met de grootschalige renovatie tussen 2003 en 2013. Toen is het museum ook uitgerust met een wko-installatie. Maar sindsdien hebben we telkens onze ambities verder aangescherpt. Dat heeft stapje voor stapje geleid tot een BREEAM-certificaat met 4 sterren in 2017.’

Karen Keeman: ‘We hebben de ambitie om ons te ontwikkelen tot een van de meest duurzame musea ter wereld’

Voor Keeman en haar collega’s waren die vier sterren nog niet genoeg, want ‘als je vier sterren hebt, kun je ook doorgroeien naar vijf sterren’, onderstreept ze de ambities van het museum. En dus werd in 2019 het project Duurzaam 2.0 opgestart. Hiermee werd de sprong naar de vijf sterren mogelijk gemaakt.

Milieubarometer
Als eerste stap werd een milieubarometer ingevuld en op grond van de resultaten van deze barometer werden drie focuspunten benoemd: verlagen van het energieverbruik, verminderen van het afval en vergroten van het duurzaamheidsbewustzijn van de medewerkers. Er werd een werkgroep opgezet, een intern communicatieplan opgesteld en per afdeling werd iemand verantwoordelijk gemaakt voor een van de acht hoofdthema’s.

‘Zo hebben we de kernpunten geborgd binnen de verschillende afdelingen en gezorgd dat alle neuzen dezelfde kant op kwamen te staan’, vertelt Keeman. ‘Vervolgens is het een kwestie van stap voor stap verduurzamen en telkens kijken wat er nog meer mogelijk is. Natuurlijk zijn er grenzen aan wat we kunnen doen, we hebben immers met een rijksmonument te maken. Maar we denken liever in mogelijkheden dan in beperkingen.’

Circulaire tentoonstellingen
Een van die mogelijkheden was het circulair maken van de tentoonstellingen. ‘We proberen zo veel mogelijk materiaal van onze tijdelijke tentoonstellingen te hergebruiken. Daarnaast scheiden we ons afval beter en proberen we de papier- en plasticstroom te verminderen door folders en plattegronden te hergebruiken en ook digitaal aan te bieden. En met leveranciers wordt afgesproken dat zij hun afval mee retour nemen en zo min mogelijk verpakkingsmaterialen gebruiken.’

Restwarmte uit wko
Een belangrijke rol in de verduurzaming van het Rijksmuseum speelt ook Brique Sibbing, technisch begeleider werktuigbouwkunde van de afdeling Gebouwbeheer en Techniek. Ze werkt momenteel aan een project om samen met technisch dienstverlener Kuijpers een koppeling te realiseren tussen de warmte-koudeopslag van het hoofdgebouw en de omliggende gebouwen. Daardoor kan het museum de restwarmte uit de wko-installatie gebruiken voor de verwarming van de restauratieateliers, de onderzoekslaboratoria en enkele kantoren. Een belangrijke vervolgstap in het verder verduurzamen van het museum.

‘De totale installatie die in 2013 in gebruik is genomen was echt state of the art voor die tijd’, stelt Sibbing. ‘We waren met de wko en onze energiering onder het gebouw heel vooruitstrevend. Daar plukken we nu nog de vruchten van.’ Wel moest na een aantal jaren de koeltoren worden omgebouwd. Sibbing: ‘Door de sterk stijgende bezoekersaantallen kwam er te veel warmte het museum in. Eerdere berekeningen die uitgingen van een bepaalde warmtevraag klopten daardoor niet meer. Nu halen we in de winter meer koude binnen en wordt de balans weer op peil gebracht.’

CO2-gestuurde ventilatie
Ook de ventilatie in het Rijksmuseum is volgens Sibbing zeer geavanceerd. ‘We moeten uiteraard een heel stabiel klimaat behouden vanwege de kunst. Daar zit een groot deel van onze energievraag in.’ De collectie gedijt het beste bij een temperatuur van rond de 21 graden en een relatieve luchtvochtigheid van rond de 50%. ‘Om het klimaat constant te houden, maken we gebruik van CO2-gestuurde ventilatie. Als er veel mensen binnenkomen werkt het systeem wat harder, zijn er minder mensen binnen, dan schakelt het systeem automatisch terug.’

Brique Sibbing: ‘Vanwege de kunst moeten we een stabiel klimaat behouden. Daar zit een groot deel van onze energievraag in’

Waar voorheen de klimaatinstallaties zowel overdag als ’s nachts intensief draaiden, wordt nu in de nacht flink afgeschaald. Sibbing: ‘We zijn, na veel experimenteren, tot de ontdekking gekomen dat, als we ’s nachts de deuren dichthouden, een deel van de installaties uitgezet kan worden en we toch de temperatuur en luchtvochtigheid op peil houden. Daar leent ons gebouw met dikke muren zich perfect voor. Zo zie je dat je soms met hele simpele oplossingen veel energie kunt besparen. Gewoon door logisch na te denken en zaken uit te proberen.’

Verdere verduurzaming
Voor Keeman, Sibbing en hun collega’s houdt het verduurzamingswerk niet op nu ze vijf sterren hebben behaald in het BREEAM-certificaat. Een zesde ster valt niet te halen, maar dat betekent niet dat er geen mogelijkheden zijn voor verdere verduurzaming van de gebouwen. ‘We willen de komende tijd onderzoeken of zonnepanelen voor ons haalbaar zijn’, vertelt Keeman. ‘Dan krijg je al snel te horen dat dit niet kan omdat we een rijksmonument zijn, maar daar nemen we geen genoegen mee. Hoezo kan dit niet? Wij denken dat het wel kan en onderzoeken hoe we dat kunnen realiseren.’

Een ander belangrijk thema voor het Rijksmuseum wordt klimaatadaptatie. Keeman: ‘We willen regenwater gaan vasthouden om in droge periodes te gebruiken voor het besproeien van onze tuin. En we hebben de ambitie uitgesproken om voor 2030 40% van onze CO2-uitstoot te verminderen en voor 2040 zelfs 60%. Daarbij willen we het liefst al onze gebouwen het komende decennium van het gas af halen.’

Laagtemperatuurverwarming
De afdeling Gebouwbeheer en Techniek onderzoekt wat laagtemperatuurverwarming aan deze ambities kan bijdragen. Sibbing: ‘Stap voor stap maken we een plan per gebouw. Hoe kan het beter? Hoe kan het duurzamer? En hoe kunnen we de energievraag nog verder naar beneden brengen? De koppeling tussen de wko-installatie en de omliggende gebouwen gaat hier de komende jaren ook een belangrijke rol in spelen.’

Al deze verduurzamingsstappen worden opgenomen in het jaarlijkse duurzaamheidsverslag. Deze verslagen geven volgens Keeman en Sibbing veel inzicht en helpen de organisatie weer verder. Al zal het duurzaamheidsverslag van 2020 een zeer afwijkend verslag worden. We hebben immers een apart jaar achter de rug en dat geldt ook voor het Rijksmuseum.

Zo werkt het Rijksmuseum aan verdere verduurzaming:
Binnen het museum wordt het afval gescheiden.
Er wordt gebruikgemaakt van groene energie.
Alle zakelijke vluchten worden 100% CO2-gecompenseerd.
Het museum heeft een milieubewust en duurzaam inkoopbeleid.
Reizen met de fiets of openbaar vervoer wordt gestimuleerd onder medewerkers en bezoekers.
Medewerkers kunnen via intranet nieuws en tips over duurzaamheid lezen en delen.
Er is een uitgebreid milieubeleidsplan waarin verschillende doelstellingen per duurzaamheidscategorie zijn opgenomen.

BREAAM is een internationaal instrument om integraal de duurzaamheid van nieuwe gebouwen, bestaande gebouwen, gebieden en sloopprojecten te meten en te beoordelen. BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method. BREEAM wordt gebruikt in meer dan tachtig landen, waaronder Nederland.