Hoe kun je als woningcorporatie je vastgoed verduurzamen?
Een belangrijke en actuele vraag waar de Eindhovense woningcorporatie Woonbedrijf een passend antwoord op heeft gevonden. Ze implementeerde The Natural Step, een wereldwijd toegepaste en wetenschappelijk onderbouwde methodiek om duurzaamheid vorm te geven.
‘Duurzaamheid is veel meer dan energie besparen.’ Aan het woord is Rob Bogaarts, districtsmanager bij Woonbedrijf. Duurzaamheid valt onder zijn verantwoordelijkheid en vijf jaar geleden introduceerde hij The Natural Step bij Woonbedrijf. ‘In mijn ogen deden we vijf jaar geleden te weinig op het gebied van duurzaamheid. Het speelde wel, maar het was nog weinig concreet.’
Een presentatie van Karl-Hendrik Robèrt, de grondlegger van The Natural Step, maakte Bogaarts enthousiast. Na introductie van de methodiek was er eerst wat scepsis, maar vanaf het moment dat de directie zich achter de plannen schaarde, verspreidde het duurzaamheidsstreven zich als een olievlek binnen de organisatie. ‘Het gedachtegoed van The Natural Step is de smeerolie tussen de verschillende thema’s rondom duurzaamheid. Het zorgt als het ware voor één taal die voor iedereen hetzelfde is, voor één mindset als het gaat om duurzaamheid binnen de organisatie.’
Met 33.000 woningen is Woonbedrijf de grootste woningcorporatie van Eindhoven. In die hoedanigheid hebben ze een belangrijke rol als het gaat om het verduurzamen van de stedelijke omgeving. ‘Wij nemen als vastgoedeigenaar de verantwoordelijkheid om te verduurzamen en nemen daarbij zelf het voortouw. We zorgen voor duurzame woningen met schone materialen en goede energielabels.’
The Natural Step
De methodiek The Natural Step gaat uit van vier duurzaamheidsprincipes: de bodem niet uitputten, geen gebruik maken van schadelijke chemische producten, de natuur niet aantasten en aandacht voor mensen hebben. ‘Als je het consequent toepast bij alles wat je doet, dan ben je per definitie duurzaam bezig. We hebben binnen Woonbedrijf onze focus in eerste instantie gelegd op het vastgoed, want daar is het meeste te winnen. En dan met name in de bestaande bouw, al kijken we ook bij nieuwbouw uiteraard naar duurzaamheid.’
In 2012 heeft Woonbedrijf negen strategische doelen gedefinieerd op gebied van duurzaamheid en die zijn vijf jaar later nog steeds valide. ‘Je kunt hierbij denken aan duurzame energie, circulair bouwen en de natuurlijke stad. Dat zijn aandachtsgebieden waar we ons extra op focussen. Zo willen we het circulair bouwen binnen tien jaar helemaal hebben ingevoerd in de organisatie.’
Aandacht voor duurzame ecosystemen is volgens Bogaarts minstens zo belangrijk als het gaat om duurzaamheid in de stad. ‘Je kunt de woningen nog zo mooi verduurzamen, aandacht voor duurzame ecosystemen is daarbij essentieel. Biodiversiteit in een stad of wijk is belangrijk, anders bouw je niet voor de toekomst.’ En dus wordt er bij renovatie en bouwprojecten van Woonbedrijf ook gekeken hoe tuinen met elkaar verbonden kunnen worden zodat er ecologische verbindingszones ontstaan. ‘Dit streven naar biodiversiteit hebben we echt in de processen ingebouwd. De natuur moet een plek krijgen in de stad.’
Langetermijnvisie
Duurzaam bouwen en renoveren hoeft volgens Bogaarts niet duurder te zijn dan traditioneel bouwen/renoveren. ‘Sterker nog, als je de dingen die je moet doen duurzaam doet, valt er zelfs winst te behalen. Wij hebben als woningcorporatie een langetermijnvisie. Als wij onze woningen isoleren, verdienen we de gemaakte kosten in de loop der jaren terug, voor particulieren zijn die afwegingen soms lastiger te maken.’ Ook met circulair bouwen denkt Woonbedrijf in de komende jaren de kosten te kunnen drukken. ‘Nu wordt er nog te veel materiaal verspild, daar moeten we vanaf. Als je weet dat er jaarlijks 60.000 ton aan materiaal door onze voorraad gaat, dan kun je bedenken welke besparingen er mogelijk zijn.’
Vanaf 1 januari 2017 werkt Woonbedrijf zoveel mogelijk circulair. ‘Zo gaan we alleen nog maar circulair slopen. Waar we voorheen gemiddeld 6 procent van de totale grondstofwaarde van de materialen terugkregen, willen we dit opschroeven naar 20 tot 30 procent. Dat maakt de bouw een stuk goedkoper.’ Als voorbeeld noemt Bogaarts de nieuwe, duurzame keukens die Bribus voor Woonbedrijf heeft ontwikkeld. ‘We vervangen jaarlijks duizend keukens. Met de nieuwe keukens van Bribus ontvangen we straks na hun levensduur een leuke restwaarde. Die keukens kunnen namelijk voor een groot deel worden hergebruikt. Zo ga je slim om met materialen. Je kunt dit ook realiseren met sanitair, dakplaten enz. En het mooie is: je daagt de markt uit om in deze ontwikkeling mee te gaan.’
Renovatie Aireywijk
In de onlangs gerenoveerde Aireywijk in Eindhoven (4.000 woningen) komen de negen strategische duurzaamheidsdoelen tezamen. Dat geldt voor zowel de renovatie als de nieuwbouw in de wijk. ‘Dit was voor ons de ideale gelegenheid om de negen doelen te concretiseren in één project. De focus op duurzaamheid begon al direct bij de sloop die BREEAM-gecertificeerd was. Daarnaast hebben we heel kritisch gekeken naar de materialen, naar alternatieve energieopwekking en bewustwording van de bewoners. We wilden er samen met aannemer Heijmans echt de meest duurzame wijk van Eindhoven, misschien zelfs van heel Brabant, van maken.’
De wijk staat er nu, helemaal duurzaam en volgens de principes van The Natural Step. De wijk heeft een van de hoogste GPR-scores en is nagenoeg energieneutraal. ‘We hebben duurzame waarde toegevoegd aan het vastgoed, dat is goed rentmeesterschap. We hebben ambitie laten zien en het mooie is: het project valt helemaal binnen de financiële kaders. Het heeft ons geen cent meer gekost dan traditionele bouw.’