Een betere wereld begint met het stellen van een betere vraag

| Door Odette Koldewey

Er is voldoende innovatiekracht in de markt, maar het ontbreekt nog aan de juiste vragen. Aan opdrachtgevers de schone taak om met betere uitvragen een ander aanbod te genereren.’

Als medeoprichter en duurzaamheidsadviseur van Copper8 adviseert Noor Huitema partijen op het gebied van de transitie naar de circulaire maakindustrie met daarbij een focus op de bouw. Zij helpt opdrachtgevers circulaire bouwopgaven uit te vragen en opdrachtnemers circulaire bouwproducten en -concepten te ontwikkelen en aan te bieden. Het valt haar hierbij op dat opdrachtgevers nog erg terughoudend zijn, terwijl juist zij de sleutel in handen hebben om de transitie te versnellen.

Technische eisen
‘Opdrachtgevers zijn heel erg gewend te vragen naar oplossingen die ze al kennen’, stelt Huitema. ‘Vaak laten ze een ontwerp helemaal technisch uitwerken voordat ze de uitvraag in de markt zetten. Daarmee krijgen ze precies wat ze voor ogen hadden, maar laten ze hele mooie kansen liggen. En dat komt de innovatiekracht in de markt niet ten goede, terwijl de potentie er weldegelijk is. Er liggen genoeg innovatieve oplossingen op de plank en er zijn genoeg innovatieve ideeën, maar als er niet naar gevraagd wordt, worden deze innovaties ook niet doorontwikkeld.’

Het doet denken aan een uitspraak van Albert Einstein: ‘Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.’ En dat moeten we volgens Huitema nu juist niet willen. ‘Als we naar een circulaire economie willen, moeten we nieuwe technieken en nieuwe ontwerpprincipes een kans geven. We moeten met z’n allen pionieren om tot nieuwe inzichten en nieuwe oplossingen te komen en dat begint bij de uitvraag. Vandaar het credo van Copper8: een betere wereld begint met het stellen van een betere vraag.’

Noor Huitema, medeoprichter en duurzaamheidsadviseur van Copper8

Risico’s ondervangen
Huitema beseft dat er risico’s kleven aan minder dichtgetimmerde bestekken, maar ze denkt dat die risico’s prima zijn te ondervangen. ‘Opdrachtgevers moeten meer functionele eisen stellen in plaats van technische eisen. Ze moeten niet vragen om een blauw stalen reling met een doorsnee van 10 centimeter en twintig spijlen, maar om veilige reling die onderhoudsarm is. Zo wordt de markt uitgedaagd om met de beste en meest duurzame oplossing te komen.’

Met goede randvoorwaarden over prijs, planning en prestatie en vanuit de dialoog met marktpartijen kunnen opdrachtgevers volgens Huitema tot echt duurzame en circulaire bouwprojecten komen. Dat jaagt vervolgens duurzame innovaties verder aan. ‘We moeten het niet een beetje anders doen, we moeten het compleet anders doen. We hebben een radicaal andere aanpak nodig. Daarvoor zullen we moeten pionieren. We moeten met elkaar ervaren wat wel en wat niet werkt. Om dit in gang te zetten, zal aan de vraagkant de manier van vragen en de uitvraag moeten veranderen zodat marktpartijen daarop acteren door met nieuw aanbod te komen.’

Andere verdienmodellen
De transitie naar een circulaire economie vraagt volgens Huitema naast technische innovaties ook om andere verdienmodellen en andere samenwerkingsverbanden. ‘Innovatie is over het algemeen duurder omdat de opschaling er nog niet is. We zullen er dus met elkaar voor open moeten staan om die innovatiekosten samen op te brengen. Alleen op die manier kan de markt groter worden, kunnen volumes toenemen en kunnen de prijzen dalen. Want met de huidige focus op initiële kosten werken we de innovatie alleen maar tegen.’

Organisaties die geïnteresseerd zijn in een meer circulaire aanpak kunnen zich volgens Huitema oriënteren bij het Landelijk netwerk Cirkelstad. ‘Dat is een coöperatie die ‘het nieuwe normaal’ heeft ontwikkeld, een set van indicatoren die circulair bouwen beschrijven. Deze indicatoren bieden handvatten om de kennis binnen organisaties over circulair bouwen en renoveren te vergroten. Zo krijgen opdrachtgevers meer grip op het begrip circulariteit.’

Toch is het vooral tijd voor actie, denkt Huitema. ‘We kunnen hier eindeloos met elkaar over blijven praten, maar we moeten het vooral ook met elkaar gaan doen. Zo kunnen we lessen leren en kennis en ervaringen delen. Dat zal de transitie een enorme boost geven.’

Circulair Maatschappelijk Vastgoed