Eerste all-electric ziekenhuis in Nederland

| Door Odette Koldewey

De meerkosten voor een all-electric ziekenhuis zijn aanzienlijk. Het vraagt om een slim en zeer efficiënt ontwerp. Elke vierkante meter moet goed worden benut.

In Meppel wordt gebouwd aan het nieuwe Isala Ziekenhuis, het eerste all-electric ziekenhuis van Nederland. Bij de oplevering in december 2021 voldoet het complex aan de hoogste eisen op het gebied van duurzaamheid, energiebesparing, hygiëne, flexibel ruimtegebruik en comfort.

Een ambitieus plan, dat is de bouw van het allereerste all-electric ziekenhuis van Nederland zeker. Maar tegelijkertijd een logisch plan, stelt Alex van Reeuwijk, directeur nieuwbouw en strategische vraagstukken bij Isala. ‘Zowel de Raad van Bestuur als de Raad van Toezicht wil inzetten op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat thema wordt steeds belangrijker in onze bedrijfsvoering. Daarom willen we in ons nieuwe ziekenhuis helemaal van het gas af.’
En dus werd in 2017 de vraag aan Van Reeuwijk voorgelegd: een all-electric ziekenhuis, kan dat? Met daarna de vervolgvragen: Hoe werkt het? Wat kost het? En wat levert het op? Het antwoord was simpel: ‘Ja, het kan’. ‘Maar het kost wel wat’, benadrukt Van Reeuwijk. En het vraagt om een slim en zeer efficiënt ontwerp. Elke vierkante meter moet goed worden benut. De meerkosten voor een all-electric ziekenhuis zijn aanzienlijk volgens Van Reeuwijk. ‘We voorkomen hiermee echter de kosten van de transitie van gas naar elektriciteit in de toekomst. Vandaar dat dit ontwerp op de lange termijn een goede keuze is, al kost het aan de voorkant beduidend meer.’
Een forse reductie van vierkante meters, een flexibel policoncept en meer zorg op afstand zijn drie belangrijke pijlers waar het all-electric ontwerp op rust. Maar de grootste winst qua energiebesparing wordt misschien wel gehaald door het ontwerp van de installaties en het gebruik van wko-bronnen.

DBMO-vraag
Het ziekenhuis zette een DBMO-vraag in de markt voor een consortium van een bouwkundig aannemer en een installateur die het ziekenhuis ontwerpen, bouwen en vervolgens ook voor minstens 25 jaar beheren en onderhouden. Zelfs de schoonmaak en energielevering zit in dit contract. Het risico van het onderhoud ligt bij het consortium, net als het risico van het energieverbruik. Al ligt dat laatste volgens Van Reeuwijk iets complexer.
‘We hebben aan de voorkant een energiesimulatiemodel laten maken dat vooraf voorspelt hoeveel elektrisch vermogen we nodig hebben voor dit gebouw’, legt Van Reeuwijk uit. ‘Het consortium gaat dat voor ons inkopen. Daarna monitoren we de eerste drie jaar het werkelijke elektriciteitsgebruik en na drie jaar klikken we dat vast. Vanaf dat moment gaan we energiemanagement uitvoeren en zorgen dat we per jaar een energiebesparing realiseren. Bijvoorbeeld door installaties beter af te stellen en door verbruik goed te beheersen.’

Lokale boilers
In het nieuwe ziekenhuis vind je straks geen gasgestookte verwarmingsinstallaties meer, maar lokale elektrische boilers. Die verbruiken volgens Van Reeuwijk wel meer energie, maar voorkomen verlies van energie door transport. Vanuit duurzaamheidsperspectief is dat een betere oplossing. Om de warmte- en koudevraag van het ziekenhuis helemaal af te dekken wordt warmte-koudeopslag toegepast met bronnen op het eigen terrein. ‘Die hebben we groter moeten maken dan in eerste instantie was ontworpen, maar daardoor hebben we straks nauwelijks nog elektriciteit van buiten nodig voor de verwarming en koeling.’

Alex van Reeuwijk, directeur nieuwbouw en strategische vraagstukken bij Isala

‘We worden niet alleen het eerste all-electric ziekenhuis, maar ook het eerste connected care ziekenhuis van Nederland’

Het nieuwe ziekenhuis levert behoorlijk wat vierkante meters in. Waar het oude ziekenhuis een kleine 42.000 vierkante meters telde, telt het nieuwe onderkomen slechts 17.583 vierkante meter. En dat scheelt enorm in het energieverbruik. Van Reeuwijk: ‘Toch blijft onze productie gelijk. Dat is onder andere mogelijk omdat de gemiddelde ligduur van patiënten de laatste decennia is gehalveerd. We hebben steeds minder bedden nodig.’
Het huidige ziekenhuis is volgens Van Reeuwijk niet heel efficiënt qua opzet. ‘Het oudste deel van het gebouwencomplex dateert uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Daarna zijn er telkens delen aangebouwd. Zo is een complex ontstaan met veel brede gangen en loze ruimten.’

De vraag aan Van Reeuwijk was dan ook: zorg voor een kleiner, maar flexibel ziekenhuis. Volgens hem een hele uitdaging. ‘Beton geeft nooit zo heel erg mee. Hoe los je dan die flexibiliteitsvraag op?’ Standaardisatie was uiteindelijk de sleutel tot succes. ‘Standaardisatie is de grootste bron voor flexibiliteit’, stelt de directeur nieuwbouw.

Flexibel policoncept
In het nieuwe ziekenhuis wordt gewerkt met een flexibel policoncept. Dat betekent dat specialisten niet meer allemaal een eigen spreekkamer hebben, maar algemene spreekkamers delen. Van Reeuwijk: ‘We moeten de beschikbare ruimte in ons nieuwe gebouw veel efficiënter benutten. Dat is vooral een kwestie van slim ontwerpen; zorgen dat je minder gangen nodig hebt en meer nuttig te gebruiken ruimten.’
Een ander middel om met minder vierkante meters toe te kunnen is zorg op afstand. ‘We willen de juiste zorg op de juiste plek bieden’, stelt Van Reeuwijk. ‘Dat hebben we heel duidelijk meegenomen in de businesscase. Zo worden we niet alleen het eerste all-electric ziekenhuis, maar ook het eerste connected care ziekenhuis van Nederland.’

Het nieuwe Isala ziekenhuis gaat met de connected care formule nog meer sturen op het aantal spreekuren in het ziekenhuis zelf. Veel gesprekken gaan van fysiek op locatie naar online via bijvoorbeeld Zoom of een telefonisch consult. Maar deze formule gaat verder dan alleen de teleconsulten, verduidelijkt Van Reeuwijk. ‘We kijken bijvoorbeeld ook naar de mogelijkheden van telemetrie, het op afstand meten van het hartritme van patiënten.’ Dat kan volgens hem met de huidige technologie in de meeste gevallen gewoon vanuit huis.
Ook nu al werkt het Isala Ziekenhuis met telemetrie en teleconsulten, maar dit zal in de nabije toekomst nog verder worden uitgebreid. ‘We gaan nog meer zorg op afstand bieden, bijvoorbeeld met het gebruik van speciale apps en in samenwerking met huisartsen.’ Dit vraagt volgens Van Reeuwijk wel om andere faciliteiten in het ziekenhuis. ‘We hebben daarvoor speciaal een Connected Care Center ingericht met kleine celletjes van twee bij twee meter waarin een bureau staat en een screen. Hier kunnen de teleconsults plaatsvinden.’

Healing environment
Misschien nog wel belangrijker dan duurzaam en all-electric is de mate van comfort in het nieuwe ziekenhuis. Zeker voor de patiënten. Het gebouw is dan ook ontworpen vanuit de filosofie van de Healing Environment. Van Reeuwijk: ‘Uit onderzoek blijkt dat mensen die uitzicht hebben op natuur een significant kortere ligduur hebben dan mensen die uitkijken op een blinde muur. Groen, rust en zicht op natuur helpt voor het welbevinden van patiënten. Dat inzicht hebben we heel duidelijk meegenomen in het ontwerp van het ziekenhuis.’

Het nieuwe ziekenhuis grenst aan de ecologische hoofdstructuur van Zuid-Drenthe, het Reestdal. Nieuwbouw staat in dit gebied op gespannen voet met de natuur. Van Reeuwijk: ‘Het gebouw mocht niet te veel impact hebben op de omgeving. We moesten de bouwhoogte aanpassen en zorgen dat we de inpassing in de landschappelijke omgeving goed voor elkaar hadden en dat is heel aardig gelukt.’
De architecten hebben de omgeving als inspiratiebron gebruikt en een gebouw ontworpen dat in uiterlijk aansluit bij de omliggende natuur. Licht en groen worden zo veel mogelijk naar binnen gehaald. Overal in het gebouw is zicht naar buiten en er zijn meerdere patio’s aangelegd om extra licht en groen het ziekenhuis in te halen.

Ook is er een omgeving gecreëerd die zoveel mogelijk de stress reduceert die mensen voelen als zij een ziekenhuis bezoeken. Dat vertaalt zich naar een verwelkomende entree, duidelijke looproutes voor de oriëntatie en zitbanken voor rustmomenten voor mensen die slecht ter been zijn. Projecties van bijvoorbeeld rietkragen in het Reestdal moeten voor positieve afleiding zorgen. ‘We willen een soort zorgeloosheid creëren door landschappelijke kenmerken uit de omgeving naar binnen te halen, om zo de stress bij bezoekers zo veel mogelijk weg te nemen.’

Teamwerk
Het ontwerp van het nieuwe Isala Ziekenhuis is volgens Van Reeuwijk voortgekomen uit teamwerk. ‘Een ziekenhuis kun je niet ontwerpen van achter de tekentafel, dat werkt niet. In de zorg heb je veel lokale gebruiken en inzichten, daarom kun je een ziekenhuis alleen ontwerpen samen met de gebruikers. En dat is precies wat we in Meppel gedaan hebben.’
Het ontwerpproces ging hierbij van grof naar fijnmazig. Een eerste structuurontwerp werd ontwikkeld met een man of zestig. Dit ontwerp geeft aan hoe het ziekenhuis moet worden ingedeeld en welke afdelingen waar moeten komen. Bij het voorlopige ontwerp werd er vervolgens meer ingezoomd op de afdelingen. Hierbij waren volgens Van Reeuwijk al snel 120 mensen betrokken en hele afdelingen dachten op de achtergrond mee met de plannenmakers.

Kartonnen pilot
Om het voorlopige ontwerp te toetsen werd een grote loods gehuurd waarin met karton hele afdelingen één op één werden nagebouwd. Van Reeuwijk: ‘Vervolgens zijn we met een bed gaan rijden en met rolstoelen om te kijken of de plattegronden klopten. We hebben zelfs gekeken hoe meubilair in bepaalde ruimten pasten en waar aansluitingen moesten komen. Dan ben je echt gemaksgericht aan het ontwerpen.’
Volgens Van Reeuwijk levert zo’n kartonnen pilot niet alleen betere plattegronden op, maar zorgt zo’n aanpak ook voor draagvlak onder het personeel. ‘Hoe meer interactie, hoe beter. Al moet je wel telkens voor ogen houden dat je een zo flexibel mogelijk ziekenhuis wilt realiseren en dat je dus zo veel mogelijk standaardisatie toepast. Daarin moet je met elkaar zoeken naar de juiste balans.’

Nieuwbouw Isala Ziekenhuis
Het nieuwe Isala Ziekenhuis in Meppel heeft een oppervlakte van 17.583 m2, respectievelijk 5.337 m2 geriatrische revalidatiezorg voor zorggroep Noorderboog. Vakwerk Architecten ontwierp het ziekenhuis en het gebouw voor revalidatiezorg samen met ingenieursbureau Deerns. Het bouwconsortium TDE, bestaande uit Trebbe, Dura Vermeer en ENGIE, is verantwoordelijk voor het ontwerp, de bouw, het onderhoud en de exploitatie, schoonmaak en energielevering (voor 25 jaar).