Stichting Insert is een non-profitorganisatie die de omslag naar een circulaire bouweconomie wil versnellen. Op de ‘marktplaats’ van Insert komen gebruikte bouwmaterialen van heel veel Nederlandse leveranciers bij elkaar.
1.000 perenbomen, 6 glas-in-loodramen, 2.000 vierkante meter betonstraatstenen. Zomaar een greep uit de materialen die te vinden zijn op Insert, het innovatieve, circulaire platform dat in 2018 ontstaan is vanuit een initiatief van ingenieursbureau BOOT uit Veenendaal. Met de stichting Insert willen de initiatiefnemers samen met de partners en leden de transitie van lineair naar circulair werken verder aanjagen. Peter Kreukniet is sinds het begin van dit circulaire avontuur als programmamanager betrokken bij de stichting en heeft Insert de afgelopen drie jaar zien groeien.
Verspilling tegengaan
Tot voor kort verdwenen grondstoffen en materialen bij sloop meestal uit de keten, weet Kreukniet. ‘Met elkaar produceren wij 24 miljoen ton aan bouw en sloopafval in Nederland. Dit is een derde van het totale afvalvolume. Van 80% van het gerecyclede materiaal komt slechts 9% terug in een nieuwe functionaliteit. Daarnaast wordt er nog veel gestort of zie je materialen in een verbrandingsoven verdwijnen. Pure verspilling. Dat past natuurlijk niet meer in deze tijd waarin grondstoffen steeds schaarser worden’, stelt Kreukniet.
BOOT heeft als ingenieursbureau met zijn kennis van circulair aanbesteden van sloopprojecten vroegtijdig inzicht in welke materialen en grondstoffen er vrijkomen. Op de marktplaats van Insert worden inmiddels honderden (her)bruikbare materialen, materialen uit de openbare ruimte en bomen en heesters aangeboden. De online marktplaats voor circulaire materialen fungeert daarmee steeds vaker als digitaal magazijn dat architecten gebruiken als bron voor materiaalontwerp. Maar Insert doet meer. Uit de stichting zijn sinds de oprichting niet alleen allerlei nieuwe initiatieven ontstaan, maar ook de eerste circulaire coöperatie van Nederland.
‘In 2018 hebben we de website van Insert online gebracht’, vertelt Kreukniet. ‘Daarnaast hebben we nog vijf andere diensten uitgerold om opdrachtgevers, architecten, bouwbedrijven, hoveniers, civiele aannemers en overheden te ondersteunen bij hun circulaire ambities. Het gaat dan om materialen- en stoffeninventarisatie, materialenopslag in speciale hubs, hulp bij specifieke zoekopdrachten, advisering en marktonderzoek.’
Circulaire coöperatie
Uit onderzoek van Insert naar de productcategorie plafondplaten is een geheel nieuw initiatief voortgekomen. Tien betrokken sloopbedrijven hebben de allereerste Nederlandse circulaire coöperatie opgericht. Deze coöperatie oogst plafondplaten uit gebouwen waarna ze op een hublocatie worden behandeld en opnieuw gespoten met een minerale verf.
‘We komen uit een lineaire wereld waarin alles dichtgetimmerd is in kwaliteitseisen en het Bouwbesluit’
De circulaire coöperatie is uniek in Nederland en volgens Kreukniet een mooi voorbeeld van wat we kunnen bereiken als we anders denken. ‘We komen uit een lineaire wereld waarin alles is dichtgetimmerd in kwaliteitseisen en het Bouwbesluit. We zullen anders naar materialen en de gebouwde omgeving moeten kijken als we van de circulaire economie een succes willen maken.’
Helikopterview
Samenwerking en vertrouwen zijn daarbij belangrijke elementen. ‘Omdat wij een stichting zijn zonder winstoogmerk kunnen we met iedereen samenwerken’, stelt Kreukniet. ‘We kunnen daarom echt vanuit een helikopterview de circulaire dienstverlening in de bouw, infra en de groene sector een vliegende start bezorgen. En dat hebben we inmiddels ook in de praktijk gebracht.’
Insert heeft het grootste aanbod van circulaire materialen in Nederland. Kreukniet: ‘We willen nog verder opschalen en hebben daarom een samenwerking met VERAS afgesloten, de branchevereniging voor sloopbedrijven. Daar zijn honderd slopers aan verbonden en die krijgen allemaal de mogelijkheid om op Inserts marktplaats hun geoogste materialen te plaatsen. Daarnaast kunnen ook andere bedrijven en ingenieursbureaus partner worden bij Insert, zo hoeven ze niet zelf opnieuw het wiel uit te vinden.’
‘Met een speciaal ontwikkelde tool kunnen ook bestaande marktplaatsen gekoppeld worden aan Insert. Daarmee behouden de aanbieders hun eigen identiteit en kunnen ze gebruik maken van Insert waar per dag inmiddels ook al honderden bezoekers op komen. Zo zijn zij op meerdere plaatsen zichtbaar en vergroten we de kansen om meer materialen een nieuwe bestemming te geven.’
Nieuwe wet- en regelgeving
Kreukniet denkt dat er ook een belangrijke rol is weggelegd voor de overheid om met nieuwe wet- en regelgeving het gebruik van circulaire materialen verder te stimuleren. ‘Bijvoorbeeld door de btw over secundaire materialen te laten vervallen. Nu betalen we bij circulaire materialen in feite twee keer de toegevoegde waarde aan belasting en dat kan niet de bedoeling zijn, lijkt mij.’
Alle sloopbedrijven zijn inmiddels bekend met Insert en ook de grote namen onder de aannemers en bouwbedrijven zoals BAM, Ballast Nedam en Van Wijnen weten de circulaire marktplaats te vinden. Toch is er volgens Kreukniet nog een wereld te winnen. ‘De kleinere bedrijven en hoveniers zijn nog niet allemaal bekend met Insert. Maar dat gaat de komende jaren zeker veranderen.’
___
Interne marktplaats voor overheden
Voor overheden en andere partijen zoals woningbouwverenigingen heeft Insert een eigen interne marktplaats ontwikkeld voor (her)-bruikbare materialen uit eigen panden en woningbezit, materialen uit de openbare ruimte en voor het circulair verplanten van bomen en heesters. ‘Voor overheden is de transitie naar een circulaire economie lastig’, stelt Kreukniet. ‘De ambities zijn hoog: in 2030 moeten zij vanuit de doelstellingen van de overheid voor 50% circulair werken en in 2050 voor 100%. Daar staat tegenover dat zij niet mogen handelen met publiek geld. Maar wat moeten ze dan doen met de klinkers die ze uit een straat halen? Kunnen ze die doorverkopen en hoe brengen ze dat in rekening?’
Insert biedt overheden die een samenwerkingsovereenkomst bij het circulaire platform afsluiten advies in deze kwesties. Kreukniet: ‘We gaan een jaar lang met ze sparren om ze echt op weg te helpen met hun circulaire aanpak. We kunnen daarbij vanuit onze onafhankelijke rol op een goede en onafhankelijke manier adviseren en hebben nu ook een koppeling met GIS gemaakt. Met dit 3D-model kunnen ze ontwerpen in een nieuwe omgeving en hier allerlei koppelingen aan hangen, zoals bijvoorbeeld Madaster.’