Groen geld voor duurzame gemeenten

| Door IVVD

Interview met Caspar Boendermaker, specialist duurzaamheid bij BNG Bank – BNG speelt een belangrijke rol bij het financieren van al het maatschappelijk vastgoed. Veruit de twee grootste klantgroepen zijn gemeenten en woningcorporaties. Daarna volgen zorg en onderwijs. Andere grote klanten zijn bijvoorbeeld academische ziekenhuizen en universiteiten.

BNG speelt een belangrijke rol bij het financieren van maatschappelijk vastgoed. We zijn benieuwd naar de focus op duurzaamheid en leggen ons oor te luisteren bij Caspar Boendermaker. Als specialist business development op het gebied van duurzaamheid spreekt Caspar regelmatig op IVVD-bijeenkomsten. Hij legt de nadruk op kennisborging en samenwerking.

Caspar Boendermaker: ‘Bij de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed kan “Huren als eigenaar” ook interessant zijn.’ (Foto: Maarten Corbijn)
Caspar Boendermaker: ‘Bij de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed kan “Huren als eigenaar” ook interessant zijn.’
(Foto: Maarten Corbijn)

BNG speelt een belangrijke rol bij het financieren van al het maatschappelijk vastgoed. Veruit de twee grootste klantgroepen zijn gemeenten en woningcorporaties. Daarna volgen zorg en onderwijs. Andere grote klanten zijn bijvoorbeeld academische ziekenhuizen en universiteiten.

Hoe werkt de BNG Bank?
‘De BNG Bank leent op de internationale kapitaalmarkt van zowel Nederlandse als buitenlandse institutionele beleggers. Wij worden gezien als een solide partij en kunnen geld aantrekken (en weer uitlenen) tegen iets hogere rentepercentages dan de Nederlandse Staat. Door de Europese Centrale Bank worden we gezien als een commerciële bank. Dit betekent onder meer dat we dezelfde stresstests moeten ondergaan als alle andere commerciële banken in Europa en die hebben we glansrijk doorstaan. Binnen Europa wordt er wat de kapitaaleisen betreft geen onderscheid gemaakt tussen banken. Het maakt dus niet uit dat wij vooral actief zijn in aan de overheid gerelateerde sectoren. De afgelopen jaren is ons kapitaal versterkt door minder dividend aan onze aandeelhouders uit te keren en “hybride kapitaal” aan te trekken.’

Wie zijn eigenaar van de BNG Bank?
‘Het Rijk bezit de helft van de aandelen en de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. Bijna alle gemeenten zijn aandeelhouder. De aandelenverhouding is historisch bepaald bij de oprichting van de bank. Dankzij de dividenden die in de loop der tijd zijn uitgekeerd, is BNG voor de aandeelhouders een heel goede investering gebleken.’

Wat betekent duurzaamheid voor de BNG Bank?
‘Wij hebben duurzaamheid gedefinieerd als een mix van sociaal-culturele, ecologische en economische factoren. Daarbij is het energieakkoord een centraal uitgangspunt. Telos, een universitair kenniscentrum voor duur­zame ontwikkeling, meet voor ons jaarlijks hoe gemeenten en woningcorporaties scoren op verschillende indicatoren die tezamen een duurzaamheidsscore opleveren: de Nationale monitor duurzame gemeenten.’

Wat is het voordeel voor gemeenten om duurzaam te zijn?
‘De BNG Bank geeft Social Responsible Impact Bonds uit, een soort ‘groene’ obligaties. Wij lenen dat geld uit aan de meest duurzame gemeenten uit de Telos-ranking. Helaas kunnen we ze nog geen financieel voordeel bieden, omdat beleggers deze “groene” obligaties wel graag kopen maar daarvoor nog hetzelfde rendement wensen als op andere obligaties. Hopelijk ontwikkelt deze markt zich verder en neemt de vraag naar deze groene obligaties – en dus de schaarste – toe.’

Is de verduurzaming van het vastgoed goed van de grond gekomen?
‘Maatschappelijke vastgoedpartijen nemen vanuit hun maatschappelijke context duidelijk verantwoordelijkheid als het gaat om duurzaamheid. Iedereen wil dat een school een gezond binnenklimaat heeft en energiezuinig is. Daar kan je politiek bijna niet tegen zijn. De wil is dus aanwezig. Het ontbreekt echter vaak aan kennis en organisatiekracht. Het wiel wordt eigenlijk steeds opnieuw uitgevonden. De opgedane kennis gaat steeds weer snel verloren.’

Hoe los je dat op?
‘De oplossing moet vooral gezocht worden in de organisatie. Een portefeuille-aanpak voor verduurzaming met bijvoorbeeld meerdere scholen kan goed werken om kennis te borgen en het proces goed in te richten. Een ander voorbeeld van een portefeuille-aanpak is de realisatie van Nul-op-de-Meter woningen. Eerst worden een aantal pilotprojecten uitgevoerd en de opgedane ervaring wordt vervolgens gedeeld, tussen woningcorporaties onderling, maar ook met de markt. Daarna volgt opschaling. Samenwerking tussen gemeenten kan ook een oplossing zijn. Bijvoorbeeld bij zwembaden kan de kennisopbouw bij de verduurzaming van het eerste zwembad in een gemeente gebruikt worden bij een volgend zwembad in een andere gemeente en zo verder. Ook voor de aanbesteding is dat goed. Doordat de uitvraag vergelijkbaar is, hoeven marktpartijen niet elke keer opnieuw veel kosten te maken om mee te kunnen doen.’

Werkt een ESCo-constructie ook goed?
‘Dat kan zeker goed werken, ook omdat prestatiegaranties worden gegeven. Wij hebben bijvoorbeeld de ESCo voor het energiezuiniger maken van negen gemeentelijke zwembaden in Rotterdam gefinancierd, niet in de laatste plaats vanwege de kennisopbouw. Maar eerlijk is eerlijk: wij hadden verwacht dat dit ESCo-contract meer dan slechts twee keer navolging zou krijgen. Dat is tegengevallen. De kennis die ermee is opgebouwd, wordt verder eigenlijk niet gebruikt.’

Zijn er andere financieringsconstructies?
‘Bij de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed kan een concept als “Huren als eigenaar” ook interessant zijn. Een door de gemeente opgezette stichting, op afstand maar wel onder toezicht van de gemeente, investeert dan in de renovatie en nieuwbouw van gebouwen en verhuurt die vervolgens. De stichting leent het geld daarvoor bijvoorbeeld bij ons, vaak weer wel met garantie van de gemeente. Voordeel is dat er andere boekhoudregels gelden voor een stichting dan een gemeente, bijvoorbeeld hoe je omgaat met de afschrijving of met de rekenrente. Er kan zo meer investeringsgeld beschikbaar komen voor de verduurzaming van het vastgoed. Het is ook makkelijker om andere gebruikers aan de investeringen te laten bijdragen, bijvoorbeeld via de inzet van het eigen onderhouds- en energiebudget. Dat kan belangrijk zijn bij het realiseren van bepaalde duurzaamheidsmaatregelen.’

Leidt de lage rente tot meer investering in duurzaamheid?
‘Ik denk dat je dat wel kan zeggen. Als je je business case nu niet rond krijgt, wat kan dan je dan nog meer verzinnen qua rente? De rente is bijna ongezond laag. Toch vindt men, zeker als het gaat om het energieakkoord, dat het allemaal sneller moet. Ik heb het gevoel dat de bottleneck voor die ver­snelling vooral ligt bij het mobiliseren van kennis en bij timing. Over kennis spraken we al. Het aspect timing is ook belangrijk. Je gaat geen zonnepanelen neerleggen als je over een paar jaar je dak moet vervangen.