Inclusie gemaakt door de mensen zélf heeft werkelijk waarde

| Door IVVD

Anneke Nijhoff, Fame Planontwikkeling – Gewoon verhuurder zijn is allang niet meer genoeg. Er is meer nodig en daarom praten we binnen instanties veel over leefbaarheid, participatie en inclusie. Ik stel steeds opnieuw de vraag: waar hebben we het dan precies over?

Traditionele verzorgingshuizen zijn er niet meer. Ook de intramurale zorg, opvang van GGZ-cliënten en van mensen met een verstandelijke beperking is deels afgebouwd. Kwetsbare mensen moeten het in een gewone leefomgeving zien te redden. De praktijk leert dat de huidige ‘gewone leefomgeving’ en samenwerkingsverbanden daar onvoldoende op zijn ingericht. Kijk bijvoorbeeld naar hoe woningbouwcorporaties worstelen met de groeiende groep kwetsbare mensen die niet goed voor zichzelf en hun woning zorgen en hierdoor soms ook de leefbaarheid voor buren negatief beïnvloeden. Gewoon verhuurder zijn is allang niet meer genoeg. Er is meer nodig en daarom praten we binnen instanties veel over leefbaarheid, participatie en inclusie. Ik stel steeds opnieuw de vraag: waar hebben we het dan precies over? Hoe krijgen deze begrippen werkelijk waarde voor de mensen waarvoor we zeggen te werken? Daarvoor moeten we toe naar nieuwe vormen van samenwerking en partnerschap, gebaseerd op gezamenlijke nieuwe beelden.

Anneke Nijhoff
conceptontwikkelaar en compagnon bij Fame Planontwikkeling. Door haar ervaring in de zorg en bij woningbouwcorporaties, breekt ze via Fame al ruim twaalf jaar een lans voor de visie dat niet het instituut maar de mens uitgangspunt moet zijn bij de ontwikkeling van woon- en zorgconcepten, zoals bij Wonen met een Plus. Deze lokale netwerk­aanpak combineert een veilige woning met een betrokken sociale omgeving, zodat ook kwetsbare mensen zelfstandig kunnen wonen.

Toen ik zelf in de zorg werkte, nam ik de mensen met dementie in het verpleeghuis, 20% van alle mensen met dementie, als uitgangspunt en trok de conclusie: dat kan thuis nooit goed gaan! Dat was mijn beeld. Als organisaties en ondersteuners zijn we gericht op structuren en problemen, op ziektebeelden en het bedenken van oplossingen daarvoor, binnen de eigen kaders. We staan vanuit het voormalig medisch model soms ook nog te veel in de behandelstand. We doen van daaruit aannames die lang niet altijd aansluiten bij het eigen leven van de mensen die het betreft. Daarom moeten we als partners actief op zoek naar nieuwe beelden. Die nieuwe beelden ontstaan als we bijvoorbeeld uitgaan van positieve gezondheid, zoals bedoeld door Machteld Huber. Positieve gezondheid zet de mens en zijn kunnen centraal, niet zijn ziekte en gebreken. Nieuwe beelden ontstaan juist als we kwetsbare mensen die het wél redden vragen: hoe doe je dat? Welke verhalen vertellen zij ons over een fysiek veilige en geschikte woning? Welke contacten en relaties hebben zij zodat ze niet hoeven verhuizen? Welke voorzieningen in de buurt helpen om zelfstandig te blijven? Professionals, maar ook buurtbewoners, kunnen leren van deze verhalen. Het doel is: kwetsbare mensen zelf invloed en middelen geven om eigen keuzes te maken, keuzes die passen bij wie ze zijn.
text

We hebben nieuwe beelden
en vergaande partnerschappen nodig
om inclusie te laten slagen

text

Gaan we uit van gezamenlijke nieuwe beelden waarin de mens en zijn kunnen centraal staan, dan ontstaat zicht op nieuwe manieren van samenwerken, van vergaande partnerschappen die nodig zijn om lokaal maatwerk te leveren. Partnerschappen tussen corporaties, zorgverleners, gemeenten, wijk- en buurtorganisaties, particuliere initiatieven én bewoners. Ieder verbindt zich in zijn eigen rol aan de vraagstukken die vanuit de nieuwe beelden op tafel komen. Wat is er precies nodig aan (sociale huur)woningen en woonvormen, aan zorg en ondersteuning? Hoe is de sociale cohesie en wat is er nodig om die te versterken? Steeds benaderd vanuit inclusie zoals mensen die zelf willen invullen om te voorkomen dat we wederom verzanden in een systeemaanpak. Een aanpak die opnieuw tot instituties leidt waarin zorgverleners en beleidsmakers bepalen wat inclusie is en dus wie er wel en niet bij hoort.

Inclusie moet van binnenuit komen, want inclusie gemaakt door mensen zélf heeft werkelijk waarde. Daar moeten we ons als professionals door laten inspireren. De voorbeelden zijn talrijk.