Inclusief ontwerp begint bij de opdrachtgever

| Door Dieuwke van Vuure

Met architectuur kun je het verschil maken voor mensen met een beperking, zowel in negatieve als positieve zin, weet rolstoelarchitect Ed Bijman uit ervaring. Hij pleit voor professionele adviseurs op het thema toegankelijkheid. Zij moeten vanaf het opstellen van het Programma van Eisen tot de oplevering betrokken zijn bij bouwprojecten.

Toegankelijkheid begint volgens rolstoelarchitect Ed Bijman bij de opdrachtgever. ‘Zij moeten willen dat hun gebouw inclusief is en dat iedereen op een gelijkwaardige manier naar binnen kan.’ Dat is nu nog niet vanzelfsprekend. Als opdrachtgevers aandacht voor toegankelijkheid hebben, komt dat vaak omdat iemand uit hun directe omgeving een beperking heeft, valt Bijman op. Tegelijk past inclusiviteit bij het maatschappelijke gewricht waarin we zitten.

‘Wanneer mensen met een beperking een gebouw niet in kunnen komen, sluit je zo’n 15% van de Nederlandse bevolking uit.’ Wettelijk gezien mag dat niet eens, want Nederland heeft in 2016 het VN-verdrag Handicap uit 2006 geratificeerd. Daarmee verplichten landen zich om de positie van mensen met een beperking te verbeteren, zodat ze volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving.

Ontwerpopgave
Voordat Bijman in 2010 na een ongeval in een rolstoel terechtkwam, hield hij zich ook niet bezig met toegankelijkheid, geeft hij toe. ‘Wanneer je in het verleden een bouwaanvraag deed, beoordeelde de vrouwenadviescommissie je plannen. Die zei: hier kunnen we geen gordijnen ophangen en die deur draait de verkeerde kant op. Dat was heel zinvol, maar we werkten nog op kalkpapier, dus moest je met een krabbertje aan de gang om het te kunnen aanpassen. Daar had ik een bloedhekel aan. Terwijl zij natuurlijk heel goede punten aanhaalden.’

Achteraf gezien was het probleem vooral dat er niet veel eerder in het proces werd meegedacht door ervaringsdeskundigen. ‘Architecten zijn volgers. Wat toegankelijkheid betreft volgen ze wat de opdrachtgever wil. Maar het zijn ook creatieve geesten. Als zij toegankelijkheid zien als ontwerpopgave, kunnen ze inclusieve oplossingen ook esthetisch aantrekkelijk maken.’

‘De nieuwe NEN-norm is echt bedoeld als kennisbank voor architecten en opdrachtgevers’

Meerkosten
Bijman pleit ervoor dat er vanaf het begin professionele adviseurs toegankelijkheid betrokken worden bij bouwprojecten. ‘Zij hebben in mijn visie een belangrijke rol. Ze denken mee met het Programma van Eisen, kijken mee tijdens de bouw en zijn er op het moment dat een aannemer een vraag heeft of producten gaat inkopen.’ De meerkosten van het meenemen van toegankelijkheid in het ontwikkel- en bouwproces bedragen maximaal 1 à 1,5 procent, blijkt uit Europees onderzoek. Dat is te overzien, vindt Bijman. ‘Het is natuurlijk veel duurder als je later je ontwerp moet aanpassen, of zelfs het gebouw.’

Ook bij woningcorporaties begint door te dringen dat mensen met een rollator of een rolstoel ook moeten kunnen wonen in hun woningaanbod. Het bureau van Bijman werd onlangs door een woningbouwvereniging in Barneveld gevraagd mee te denken over toegankelijkheid. Er lag al een plan voor nieuwbouw van een ontwikkelaar. ‘Wij hebben met schetsplattegronden laten zien hoe je die plattegronden handiger en ruimtelijker kunt maken, zonder extra kosten.

Bewegingsruimte
Door muren te maken die makkelijk te verwijderen zijn, zonder installaties of stopcontacten, kan een woning flexibeler worden ingezet. Daarvan kunnen ook andere doelgroepen profiteren. ‘Stel je bent eerst goed ter been, hebt even later een rollator nodig en weer later een rolstoel, dan heb je meer bewegingsruimte nodig. Door een wand weg te halen kun je bijvoorbeeld toch in je woning blijven.’ Vooral zorg aan huis kost veel extra ruimte, benadrukt Bijman. ‘Dat is een enorme uitdaging. Grond is duur, ruimte is duur, dus woningen worden steeds kleiner. Maar er zijn allerlei trucs om die beweegruimte toch te realiseren.’

Afgelopen jaar waren Bijman en Séverine Kas architects-in-residence bij Arcam. Samen zetten ze zich in voor universal design: ontwerpen voor iedereen. Kas heeft een visuele beperking, wat weer om heel andere maatregelen vraagt. Zo vullen Kas en Bijman elkaar goed aan. In vier video’s toont Arcam welke beperkingen sommige gebouwen opwerpen. Het gebouw van de Hogeschool van Amsterdam werd onder andere onder de loep genomen. Binnen is het vrij goed op orde, maar het kost iemand met een rolstoel vijf minuten om überhaupt binnen te komen. Veel te lang, constateert ook de betrokken architect achteraf.

‘Gehandicapt Nederland staat te springen om wetgeving, maar alles draait om productie’

NEN 9120
Kas en Bijman hameren erop dat architecten moeten leren van wat ze ontworpen hebben. ‘Ga kijken wat er wel en niet werkt en leer van ervaringsdeskundigen. Ook zij kunnen al meedenken bij het Programma van Eisen.’ Het zou volgens Bijman goed zijn als er een overzicht kwam van goede en slechte voorbeelden, waar architecten van kunnen leren.

Uit de nieuwe NEN-norm Toegankelijkheid (NEN 9120) kunnen architecten straks gelukkig al veel halen, stelt Bijman. Eerder was er voor iedere beperking een apart handboek. Nu is er één centraal punt waar alle kennis is verzameld. Per type beperking is beschreven waaraan een woning moet voldoen om daar goed te kunnen wonen. ‘Die NEN-norm is echt bedoeld als kennisbank voor architecten en opdrachtgevers.’

Wetgeving
Alle partijen die betrokken zijn bij het bouwen, schrijven mee aan de nieuwe norm. Zo ontstaat er een breed gedragen norm. Wel vindt Bijman het jammer dat het een vrijwillige norm betreft. ‘Gehandicapt Nederland staat te springen om wetgeving. Maar alles draait op het moment om productie, productie, productie.’ Van de 900 duizend woningen die voor 2030 gebouwd moeten worden, zou 15% gericht moeten zijn op mensen met een beperking, stelt de rolstoelarchitect.

Toch heeft Bijman goede hoop dat de NEN 9120 verandering teweegbrengt. Er is in ieder geval momentum, merkt hij. Zo worden hij en Séverine steeds vaker gevraagd voor presentaties bij architectenbureaus. Ook is hij inmiddels in gesprek met diverse gemeenten. Een gelijk speelveld voor ontwikkelaars is volgens Bijman een belangrijke voorwaarde om het thema toegankelijkheid in elk PvE te krijgen. ‘Als een ontwikkelaar als enige toegankelijkheid meeneemt, loopt die het risico de tender te verliezen. Toegankelijkheid kan alleen slagen als alle partijen die betrokken zijn bij bouwplannen dezelfde uitgangspunten hebben. En dat begint bij gemeenten en opdrachtgevers.’

Ed Bijman is rolstoelarchitect en adviseur toegankelijkheid. Hij werkt namens de BNA (Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus) mee aan de NEN-norm Toegankelijkheid (NEN 9120). Hij is een van de oprichters van Heren 5 architecten. Hij ontwerpt ook woonarken voor particulieren.