Innovatie helpt verduurzaming vastgoed

| Door IVVD

Gemeenten in Nederland staan voor een enorme uitdaging om het maatschappelijk vastgoed te verduurzamen. Hierbij wordt steeds vaker gezocht naar ‘out of the box-oplossingen’. Zo wordt in Zeist gewerkt aan een elektrisch crematorium, is in Surhuisterveen onlangs een circulair gebouwde brandweerkazerne geopend en wordt in Oudenbosch sinds kort gegymd in een buitengymzaal. Slimme oplossingen in de snel veranderende wereld van het maatschappelijk vastgoed.

Gasovens worden vervangen door elektrische crematieovens (foto: gemeente Zeist)

In Zeist wordt momenteel hard gewerkt aan herinrichting van het aulacentrum op gemeentelijke begraafplaats en crematorium Zeister Bosrust. Onderdeel van deze herinrichting en uitbreiding is de aanleg van een ondergronds elektrisch crematorium. Een ingewikkelde operatie, maar noodzakelijk omdat het een monumentaal gebouw betreft in een monumentaal park. Vanaf het voorjaar kunnen hier duurzame crematies plaatsvinden. Dat de gemeente Zeist heeft gekozen voor een elektrisch crematorium past volgens projectleider Hans de Groot naadloos bij de vergaande ambities van de gemeente als het om verduurzaming van vastgoed gaat. ‘Al in 2013 zijn we gestart met het project ‘verduurzamen gemeentelijk vastgoed’. Hiervoor is een plan opgesteld om de gehele vastgoedportefeuille van de gemeente te verduurzamen. Zo is er de afgelopen jaren gewerkt aan divers maatschappelijk vastgoed, zoals het gemeentehuis, gymzalen, sporthallen en kantoren. Maar ook aan gebouwen die een andere aanpak vereisen, zoals het zwembad en de kinderboerderij. Daarbij moet soms worden gezocht naar innovatieve oplossingen. Toen duidelijk werd dat er in Zeist een crematorium zou komen, werd er daarom al snel gekeken naar een duurzame oplossing. Zo zijn we bij het idee voor een elektrisch crematorium gekomen.’

Zeist aardgasvrij
De huidige crematieovens in Nederland worden nog bijna allemaal gestookt met aardgas. Uiteindelijk zullen die gasovens in verband met de energietransitie worden vervangen door elektrische crematieovens. Zeist besloot nu al te kiezen voor een elektrische oven aangezien de gemeente op den duur aardgasvrij wil worden. ‘Als je bedenkt dat bij een reguliere crematie ongeveer 60 tot 100 kubieke meter gas nodig is, dan kun je wel nagaan wat we hier op jaarbasis kunnen besparen’, stelt De Groot. ‘Na 25 crematies is al evenveel gas verbruikt als een gemiddeld Nederlands huishouden per jaar gebruikt.’ De werking van de elektrische crematieoven is volgens De Groot in grote lijnen gelijk aan die van een gasoven. ‘De elektrische oven komt op de juiste temperatuur door grote warmtespiralen met behulp van stroom te verhitten. Als de elektrische oven heet genoeg is vergaat het stoffelijk overschot door de extreme hitte.’ Het duurt volgens De Groot ongeveer net zo lang om een lichaam met een elektrische crematieoven te cremeren als met een crematieoven op gas: gemiddeld een uur tot anderhalf uur.

Duurzaamheid koppelen
Ook bij dit project heeft de gemeente Zeist ervoor gekozen duurzaamheid te koppelen aan het groot onderhoud, in dit geval de renovatie van het aulagebouw op de begraafplaats. De Groot: ‘We nemen hier diverse energiebesparende maatregelen, zoals een verbetering van de vloer- en dakisolatie van de aula en het aanbrengen van ledverlichting. Daarnaast komen er op het dak 67 zonnepanelen te liggen waarmee we zelf energie opwekken. Verder komt er CO2-sturing van de bestaande luchtbehandeling. Ook bijzonder is de warmteterugwinning uit de rookgassen van de crematieoven. De warmte uit die rookgassen wordt straks opgevangen in een voorraadvat van 11.000 liter, daarmee kunnen we vervolgens het gebouw verwarmen. Zo wordt ons elektrisch crematorium nog eens extra duurzaam.’

‘De kazerne is gasloos, nul-op-de-meter en zo veel mogelijk circulair gebouwd’ (foto: Gerard van Beek)

Duurzame brandweerkazerne

Ook bij de Veiligheidsregio Frieslân staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Zo is onlangs in Surhuisterveen een duurzame brandweerkazerne opgeleverd. De kazerne is gasloos, nul-op-de-meter en zo veel mogelijk circulair gebouwd. Een ingewikkeld, maar mooi project om aan te werken volgens Laurens van den Brink, projectleider Huisvesting bij de Veiligheidsregio Frieslân. ‘We hebben de kazerne zo circulair mogelijk proberen te realiseren. Dat betekent enerzijds dat de kazerne demontabel is en anderzijds dat we zo veel mogelijk hergebruikte producten hebben toegepast, voor de vloerdelen, de bestrating en het interieur. Daarnaast hebben we cradle-to-cradle producten gebruikt die een zo laag mogelijke milieu-impact hebben. Alle gebruikte materialen hebben we in een materialenpaspoort gezet en op laten nemen in de bibliotheek van het Madaster. Als de kazerne over veertig of vijftig jaar gesloopt wordt, kunnen die materialen dus gemakkelijk worden hergebruikt.’

Tekort aan grondstoffen
Volgens Van den Brink was het een intensief proces om tot de kazerne te komen. ‘Maar we hebben hier heel bewust voor gekozen. Er is namelijk nu al een groot tekort aan grondstoffen en dat tekort wordt de komende jaren alleen maar groter. Circulair bouwen is de toekomst en wij wilden daar nu al mee beginnen.’ Het viel Van den Brink tijdens het ontwerp- en bouwproces op dat vooral de kleinere aannemers nog niet zijn ingericht op circulair bouwen. ‘We hebben ze echt mee moeten nemen in dit proces, net als onze vrijwilligers die hebben geholpen bij de realisatie van de kazerne. Het mooie is dat iedereen uiteindelijk enthousiast werd en zo goed mogelijk probeerde mee te denken. In die zin hebben dit soort projecten heel duidelijk een vliegwieleffect.’

Met de realisatie van de kazerne in Surhuisterveen heeft de Veiligheidsregio Frieslân een blauwdruk afgegeven voor volgende kazernes die op de bouwagenda staan. ‘In april wordt de volgende al opgeleverd in Harlingen en daarna staan er nog acht op de rol. Want waarom zouden we telkens het wiel opnieuw moeten uitvinden?’ Qua kosten is de bouw van de nieuwe kazernes in Surhuisterveen en Harlingen volgens Van den Brink vergelijkbaar met reguliere bouw. ‘De winst zit in het duurzame karakter én in de total cost of ownership. Want alle materialen die in de kazernes zitten, hebben straks nog restwaarde. Over de gehele levensduur van deze gebouwen zijn we dus minder geld kwijt.’

‘De gymlocatie bij basisschool De Schittering is de eerste ‘buitengymzaal’ van Nederland’ (foto: Nijha)

Sporten in de buitenlucht

Een ander mooi staaltje van out of the box-denken is te vinden in Oudenbosch. Hier heeft basisschool De Schittering aan het begin van dit schooljaar de eerste ‘buitengymzaal’ van Nederland geopend. Hoewel ‘zaal’ eigenlijk niet het juiste woord is. Er staat namelijk geen gebouw met muren en een dak, maar er ligt naast de school een sportplein met diverse gymtoestellen. En dus hoeft er geen zaal gebouwd, onderhouden en verwarmd te worden: duurzaamheid ten top. De leerlingen sporten er het hele jaar door in de buitenlucht.

De gymlocatie bij De Schittering is ontwikkeld en aangelegd door Nijha, producent en leverancier van sport- en speeltoestellen. En daar zijn ze bij Nijha best trots op. ‘Dit is de eerste ‘buitengymzaal’ van Nederland’, vertelt Anne Veldhuis, programma marketeer Onderwijs bij Nijha. ‘Maar zeker niet de laatste, want de interesse is groot. We zijn dan ook met verschillende gemeenten in gesprek over de aanleg van nieuwe sportpleinen elders in het land.’

Veel voordelen aan buitengymzaal
De aanleiding voor het ontwikkelen van het sportplein lag voor de Borgesiusstichting, waar basisschool De Schittering onder valt, in het gebrek aan financiële middelen om een reguliere gymzaal te laten bouwen. Maar volgens Veldhuis is het sportplein niet alleen kostentechnisch een hele goede oplossing. ‘Het is ook goed voor de kinderen. Het is namelijk gezond om buiten te gymmen. Bovendien hebben de kinderen optimale beweegtijd aangezien ze niet meer op en neer de sporthal elders in de wijk hoeven. En het buitengymmen biedt nieuwe uitdagende mogelijkheden die in een hal niet mogelijk zouden zijn.’

Nijha ontwikkelde de sportlocatie samen met de gemeente en de Borgesiusstichting en bedacht hoe de twaalf leerlijnen uit de gymlessen van de bovenbouw ook weersbestendig aangelegd konden worden. Zo werden er ringen en touwen geplaats op het sportplein, kwam er een wandrek en werden er verschillende klimvoorzieningen neergezet. Veldhuis: ‘Op het sportplein komen de twaalf leerlijnen terug. Een gymleraar kan dus alle lessen geven die ook in een reguliere gymzaal worden gegeven.’

Het schoolteam en de leerlingen zijn blij en trots op hun unieke sportlocatie. ‘Wij zijn de eerste basisschool in Nederland waar het hele jaar rond in de open lucht wordt gegymd’, stelt Borgesius-directeur Robert-Jan Koevoets. En als het een keer koud is, dan is dat voor de leerlingen ook geen probleem. ‘De kinderen hebben een rode sweater gekregen voor de koudere dagen. Maar die zijn niet vaak nodig, want van bewegen word je vanzelf warm.’
En voor Nijha was dit een prachtige klus. Veldhuis: ‘Hier hebben we onze specialiteiten kunnen combineren tot een uitdagende sportlocatie. We verwachten er nog veel meer te ontwikkelen de komende jaren.’