Investering in gezondheid verdient zichzelf terug

| Door Dieuwke van Vuure

Een gezond gebouw heeft grote gevolgen voor zijn gebruikers. Gebruikers zijn minder vaak ziek. Maar wat bepaalt de gezondheidswaarde van een gebouw en hoe kun je dit meten?

Een gezond gebouw heeft grote gevolgen voor zijn gebruikers. Mensen presteren aantoonbaar beter in gezonde gebouwen en zijn minder vaak ziek. Steeds meer vastgoedeigenaren zijn zich hiervan bewust en proberen hierop te sturen. Maar wat bepaalt de gezondheidswaarde van een gebouw en hoe kun je dit meten?

De gezondheidswaarde van een gebouw wordt niet enkel bepaald door het binnenklimaat. Ook zaken als licht, geluid, ruimtegebruik en groen spelen een belangrijke rol. Voor veel vastgoedeigenaren en gebouwbeheerders ligt hier een behoorlijke uitdaging, want de roep om gezonde gebouwen wordt steeds luider. Volgens PriceWaterhouseCoopers bepalen ‘stenen en locatie’ straks niet meer de prijs van toekomstige gebouwen, maar zal de prijs bepaald worden door flexibiliteit, bruikbaarheid en de kwaliteit van de huisvesting. Comfort, gezondheid en duurzaamheid zijn daarbij belangrijke prijsbepalende factoren.

Focus op gezondheid
Een gezond en veilig gebouw is niet langer ‘nice to have’, maar het nieuwe minimum, stellen topwetenschappers Joseph Allen en John Macomber. In hun boek Healthy Buildings: How Indoor Spaces Drive Performance and Productivity schetsen zij een ontwikkeling die door corona nog eens extra versterkt is: de groeiende focus op gezonde gebouwen.
Bij het ontwerpen en beheren van gebouwen moet de focus volgens Allen en Macomber nog meer komen te liggen op de gebruikers. De mens brengt immers 90% van zijn tijd door tussen vier muren. Het is dus van groot belang dat de gebouwen aantoonbaar gezond zijn en specifiek afgestemd op het werk- of leerproces van die gebruikers. Gebouwen die hieraan voldoen zijn niet alleen toekomstbestendig en waardevast, ze zorgen ook voor een hogere productiviteit en minder ziekteverzuim. Investeringen in gezonde gebouwen verdienen zichzelf in de loop der tijd terug.

Plan van aanpak
Volgens Allen en Macomber hoeft het realiseren van gezondere en productievere werkplekken niet heel ingrijpend te zijn. Met een duidelijk plan van aanpak kan vrijwel elk gebouw beduidend gezonder worden gemaakt. En daarvoor zijn in de meeste gevallen niet eens grote investeringen nodig. Kleine ingrepen zijn vaak al voldoende. Organisaties moeten hierbij wel bereid zijn over de grenzen van de nu nog gescheiden bedrijfsonderdelen heen te kijken. De vastgoedmanager zal vaker in gesprek moeten met de HRM-manager en ook de facilitair manager heeft hierin een belangrijke rol.
In hun boek Healthy Buildings bespreken Allen en Macomber de negen pijlers van gezonde gebouwen: schone lucht, stof en ongedierte, verlichting en zichtlijnen, luchtvochtigheid, geluid, veiligheid, temperatuur, ventilatie en waterkwaliteit (zie kader). Met slimme ingrepen op deze negen pijlers is de gezondheidswaarde van gebouwen vrij simpel te vergroten, is de boodschap van de wetenschappers. Denk hierbij aan zaken als goede zonwering, bureaus voor zittend én staand werken, meer groen en speciale vloerbedekking om de akoestiek te verbeteren.

Meten is weten
Voordat er geïnvesteerd wordt in het verbeteren van de gezondheidsaspecten van een gebouw is het belangrijk om de gezondheidswaarde goed in beeld te brengen. Om hier inzicht in te krijgen zijn er diverse meetmethodes zoals BREEAM, WELL en Fitwel. BREEAM is op dit moment het meest gebruikte instrument binnen Europa, maar richt zich voornamelijk op duurzaamheid. De methode kijkt naar de techniek en aspecten zoals welzijn, welvaart, managementproces en synergie. De duurzaamheidscriteria bepalen uiteindelijk de eindscore variërend van Pass en Good tot Excellent en Outstanding.
WELL kijkt naast de gebouweigenschappen ook naar de organisatie en de mens in het gebouw. Aan de hand van tien thema’s – lucht, water, voeding, licht, beweging, thermisch comfort, akoestiek, materialen, geest en gemeenschap – wordt een gebouw onder de loep genomen. Een aantal eisen zijn minimaal om het certificaat te kunnen behalen. Andere criteria zijn optioneel, waarbij extra punten kunnen worden gesprokkeld. Deze punten leiden uiteindelijk tot een zilver, goud of platina label.

Fitwel
Fitwel is in Nederland nog de minst bekende van de drie. Het internationaal certificerings­traject is vergelijkbaar met WELL, maar laagdrempeliger en goedkoper. Het meetinstrument is gebaseerd op 7 gezondheidseffecten en 12 categorieën. Fitwel focust vooral op fitness en beweging, voeding en water, en licht en uitzicht. Daarbij wordt rekening gehouden met de mentale gesteldheid van alle gebouwgebruikers. Een gebouw krijgt uiteindelijk een score van één tot drie sterren.
De Harvard-professoren Allen en Macomber zijn voorstanders van dit soort standaarden voor gezonde gebouwen. Wel hameren ze erop dat de standaarden objectief moeten zijn en gefundeerd in het meest actuele wetenschappelijke onderzoek. Zij zien anders een gevaar voor ‘healthwashing’, vergelijkbaar met het meer bekende ‘greenwashing’, maar dan op het gebied van gezondheid.

Monitoring
Gezonde gebouwen kunnen uiteraard niet worden gerealiseerd zonder goede monitoring. Er is dan ook een groeiende belangstelling voor het doorlopend monitoren van het binnenklimaat in gebouwen. Dit is overigens steeds makkelijker te organiseren omdat de technologie van luchtkwaliteitssensoren de afgelopen jaren enorm is verbeterd. Sensoren worden kleiner, betrouwbaarder, nauwkeuriger en betaalbaarder.
Monitoring van het binnenmilieu maakt het voor gebouwbeheerders makkelijk om te sturen op de gezondheid van gebouwen. Bovendien helpt monitoring bij de optimalisatie en automatisering van het klimaatsysteem. Met datagestuurde regeling van ventilatie-, verwarmings- en koelinrichtingen kan de algehele gebouw- en systeemprestatie verbeterd worden. Gezonde gebouwen komen zo een stap dichterbij

Gebruiker de baas
Maar niet alleen vanuit de techniek is er een groeiende focus op het binnenklimaat in gebouwen, ook de gebruikers komen steeds vaker in actie. Smartphones zijn tegenwoordig zo krachtig dat ze gebruikt kunnen worden voor wetenschappelijke metingen. Mensen kunnen op die manier heel makkelijk zelf een vinger aan de pols houden. Zo zal er ook van onderop steeds meer druk ontstaan om gebouwen te verduurzamen en gezonder te maken. De vastgoedeigenaar kan daar stilaan niet meer onderuit.

Met slimme ingrepen is de gezondheidswaarde van gebouwen vrij simpel te vergroten

Groene stadskantoor Venlo
Het stadskantoor van Venlo is een prachtig voorbeeld van een gezond gebouw. Het kantoor opende in 2016 en gold lange tijd als het neusje van de zalm op het gebied van cradle to cradle en gezondheid. Bij het ontwerp zijn de architecten van Kraaijvanger Architects uitgegaan van vier belangrijke pijlers: zoveel mogelijk daglicht het gebouw binnenhalen, zo veel mogelijk groen op de werkplekken realiseren, enkel gebruikmaken van gezonde materialen en beweging in het gebouw op allerlei manieren stimuleren. Dit heeft geleid tot een groen, open en transparant kantoor. De groene buitengevel springt het meest in het oog, maar ook in het gebouw zelf is groen op allerlei manieren toegepast.
Zo is er op de achtste en negende verdieping een groene kas met seizoensgebonden werkplekken gerealiseerd. De kas verwarmt en bevochtigt de lucht die het gebouw ingaat. Hierdoor heeft het kantoor een binnenklimaat van ongekend niveau met een constante temperatuur van 23 graden.

De 9 principes van Luchtkwaliteit
Gebruik bouwmaterialen met een lage emissie en zorg voor een luchtvochtigheid tussen 30 en 60 procent. Ook planten helpen bij
het verschonen van de lucht.

Stof en ongedierte
Zorg voor een schone werkomgeving. Gebruik stofzuigers met hoogefficiënte filters en reinig oppervlakte regelmatig.

Verlichting en uitzichten
Licht is belangrijk op de werkplek. Zorg voor zoveel mogelijk daglicht en blauw verrijkte verlichting met hoge intensiteit. Vermijd fel licht van achter de beeldschermen.

Vocht
Vermijd opbouw van vocht en schimmels door daken, leidingen, plafonds en verwarmings-, ventilatie- en airconditioningsapparatuur regelmatig te inspecteren.

Lawaai
Geluid op de werkvloer kan als storend worden ervaren. Bied bescherming tegen lawaai van buiten en breng lawaai binnen zo
goed mogelijk onder controle. Geluidsabsorberende materialen
zoals wandpanelen en vloerbedekking kunnen helpen.

Veiligheid en security
Zorg ervoor dat wordt voldaan aan alle normen op het gebied van veiligheid en koolmonoxide en stel een actieplan op voor noodgevallen.

Thermische gezondheid
Voldoe aan de normen op het gebied van thermisch comfort voor temperatuur en vochtigheid. En geef gebruikers bij voorkeur invloed
op hun directe werkomgeving.

Ventilatie
Goede ventilatie is van belang voor een gezond binnenklimaat.
Voldoe aan de plaatselijke richtlijnen voor de binnenluchtkwaliteit en zorg voor goede monitoring op dit gebied.

Waterkwaliteit
Ook de kwaliteit van het water speelt een rol bij de gezondheid van gebouwen. Zorg ervoor dat wordt voldaan aan de nationale normen voor de waterkwaliteit.