Met de Kansenkaart hebben woningcorporaties en gemeenten een nieuw instrument in handen om woningen energiezuiniger te maken. De Kansenkaart brengt van alle woningen in Nederland in beeld welke ‘energiewinst’ er te behalen valt. Daarmee is de ambitie om in 2050 alle huizen energieneutraal te hebben, zoals uitgesproken in het Parijse klimaatakkoord, opeens een flinke stap dichterbij gekomen.
‘Als we aan het klimaatakkoord van Parijs willen voldoen, dan moeten we nu meteen de handen uit de mouwen steken.’ Aan het woord is Arthur Lippus van De Kwartiermakers in de Bouw. Dit onafhankelijk platform van bouwprofessionals ontwikkelde de Kansenkaart om gemeenten, corporaties en netwerkbedrijven te helpen bepalen welke woningen zich het beste lenen om te verduurzamen. Alle woningen van Nederland zijn inmiddels in kaart gebracht en de eerste pilotprojecten zijn gestart.
De Kwartiermakers richten zich met de Kansenkaart in eerste instantie op gemeenten en corporaties en alle professionele partijen daartussen. Op termijn moet de Kansenkaart ook particulieren inzicht bieden welke ‘energiewinst’ er in de eigen woning te behalen is. De kaart brengt geografisch alle woningen in Nederland met hun typologie in beeld. Corporaties kunnen hun vastgoeddata en beleidsuitgangspunten hieraan koppelen. De woningen worden met partner Cyclomedia ook echt fysiek in beeld gebracht, vergelijkbaar met Google Streetview, maar volgens Arthur Lippus accurater en met meer detail. ‘Met die beelden kunnen we heel tastbaar maken waar de kansen liggen en bij welke woningen de grootste winst valt te behalen.’
ALGORITME BRENGT POTENTIEEL IN BEELD
Een pilot in Woerden toonde de meerwaarde van de Kansenkaart al snel aan. ‘De gemeente, corporatie en netbeheerder waren alle drie op zoek naar een geschikte Nul-op-de-Meter pilot en zagen nu letterlijk waar hun individuele ideeën en belangen elkaar versterkten. De pilot-locatie met huurwoningen was dus snel gevonden. De Kansenkaart biedt scherp inzicht in kansrijke routes naar een op termijn aardgasloze wijk.’
De Kwartiermakers maken gebruik van data van de netwerkbedrijven. Via verschillende platforms wordt deze informatie ontsloten. Nadeel is echter dat deze informatie per postcode wordt geclusterd. ‘Binnen een postcode staan meestal oude en jonge woningen, groot en klein door elkaar. Het gemiddelde energieverbruik van al deze woningen zegt dan niet zoveel. Vandaar dat wij bij de Kansenkaart de woningen per woningblok hebben gegroepeerd, geclusterd in blokjes van minimaal tien woningen. Daarvoor hebben we in samenwerking met het TEI-project (Toegankelijke Energie Informatie) van Enexis, TNO en KPN een slim algoritme ontwikkeld. Door dit specifiek op woningblokniveau te doen maak je het minder anoniem. Dat biedt mensen ook de gelegenheid om te zien of ze dit samen met hun buren kunnen doen.’
GEDIFFERENTIEERDE AANPAK
De Kwartiermakers pleiten bij het verduurzamen van woningen voor een gedifferentieerde aanpak. ‘Je kunt niet alle woningen op een hoop vegen. We zien enorme verschillen in energieverbruik bij vergelijkbare woningen. Dat heeft alles te maken met de gezinssamenstelling en de manier waarop er met een woning wordt omgegaan.’ Voornamelijk bij particulieren zijn enorme verschillen in energieverbruik. Bij corporatiewoningen zou dat minder zijn, omdat die allemaal ongeveer dezelfde technische staat hebben. Toch blijkt uit de energiegegevens dat ook hier behoorlijke verschillen zijn. ‘Dat is echt een eye-opener voor corporaties. We moeten dan ook een meer gedifferentieerde aanpak kiezen. Dat sluit ook goed aan bij de klantgerichte benadering die corporaties steeds meer voorstaan.’ Volgens Lippus wordt er nog te vaak gekeken naar woningen met een slecht energielabel, E of G. In de praktijk blijkt echter regelmatig dat woningen met een beter label een hogere energierekening hebben dan woningen met een slechter label. Bij de Kwartiermakers gaan ze daarom niet uit van modelbenaderingen, maar van de werkelijke waarden. En dan kom je soms hele andere woningen tegen.
BIG DATA ZORGT VOOR TOTAALPLAATJE
Om tot de juiste beslissingen te komen zijn de data van veel verschillende partijen nodig. De Kansenkaart koppelt deze gegevens om tot een totaalplaatje te komen. ‘Wij hebben de mogelijkheid om onze gegevens te koppelen aan consumentendata van partijen als Motivaction. Zo krijg je een helder beeld van de technische uitgangspunten en het energieverbruik van woningen én van het consumentengedrag van de bewoners. Zodoende kun je veel gerichter tot een technische aanpak komen en tegelijkertijd een goede manier vinden om dat te communiceren. Want waar de ene bewoner gestimuleerd wordt door duurzaamheid, wordt de ander gestimuleerd door comfort, veiligheid of langer thuis kunnen blijven wonen.’
Het doel van de Kansenkaart is om de consument aan de ene kant – huurder of eigenaar – en de leveranciers van producten aan de andere kant bij elkaar te brengen. ‘Zo ver zijn we nu nog niet’, stelt Lippus. ‘We richten ons nu nog vooral op gemeenten en corporaties en alle professionele partijen daartussenin. Als we die eerste slag kunnen maken, kunnen we parallel daaraan zicht krijgen op vergelijkbare woningen van particulieren en handvatten ontwikkelen om met hen in contact te komen. We hopen over enige tijd particuliere woningeigenaren de kans te bieden om snel en makkelijk te kunnen zien wat de mogelijkheden van verduurzaming zijn.’
INNOVEREN
Als we de doelstellingen in het klimaatakkoord willen bereiken zullen we volgens Lippus haast moeten maken. ‘Met de huidige snelheid in bouwprocessen is dat onmogelijk. In de bouw wordt nog te veel projectmatig gewerkt met bewezen oplossingen. De uitdaging is om daar vrijer mee om te gaan. We zullen met z’n allen meer moeten innoveren en nieuwe energiezuinige toepassingen moeten omarmen. We hebben echt vernieuwing in de procesaanpak van het renovatietraject nodig.’ Lippus ziet duidelijke kansen. ‘We zien de laatste tijd snelle ontwikkelingen met betere warmtepompen, PVT energie opwek, energiebuffering in accu’s of watervaten en nieuwe warmteafgifte waarbij ook stralingswarmte weer prominenter in beeld komt. Maar dat zijn slechts de middelen. Het is ook zaak dat aanbieders van deze middelen gegarandeerde, herhaalbare totaalconcepten ontwikkelen. En dat de vragende partijen prestaties in plaats van unieke oplossingen uitvragen. Kortgezegd: we moeten dom geld opstoken omzetten in slim investeren.’
ENERGIEPRESTATIEVERGOEDING
Aan een gebrek aan ambitie bij overheid, corporaties en het bedrijfsleven zal het volgens Lippus niet liggen. ‘Bij gemeenten en corporaties leeft zeker de ambitie om dingen te veranderen en echt voor verduurzaming te gaan. Maar de snelheid waarmee ze dit doen en de manier waarop verschilt. Corporaties hebben vaak moeite om dit onderwerp goed in hun business te integreren omdat de markt toch al onder druk staat. Maar ook hier liggen meer kansen dan beperkingen.’
Een stimulerende en faciliterende overheid is volgens Lippus van groot belang. ‘De overheid heeft duidelijk de juiste ambitie en creëert ook de benodigde voorwaarden. Zo heeft minister Blok de Energieprestatievergoeding onlangs door de kamer gekregen. Ook gemeentes pakken hier steeds actiever hun rol, ook in samenwerking met corporaties. Een logisch gevolg van de nieuwe wetgeving. De Kansenkaart kan daar een belangrijke verbindende rol in spelen.’
Voor de bouw liggen er de komende jaren mooie kansen verwacht Lippus. ‘Dat vraagt wel om nieuw ondernemerschap. We moeten echt naar producten toe die zich onderscheiden en die beter presteren. Gelukkig zijn er genoeg ambitieuze ondernemers in de bouw om de doelstellingen te halen. In 2050 alle woningen energieneutraal, dat moet zeker kunnen. Misschien zelfs al eerder.’ .
Kwartiermakers in de Bouw zijn wegbereiders voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Een onafhankelijk platform dat zijn kennis en ervaring inzet om kansrijke ontwikkelingen te concretiseren, procesinnovatie te stimuleren en partijen nader tot elkaar te brengen in slimme en renderende samenwerkingsvormen. Meer weten? Mail info@kwartiermakersindebouw.nl