Kosten-batenanalyse van slimme blauwgroene daken

| Door Odette Koldewey

De kosten van de aanleg en het onderhoud strijken vooral neer bij de dakeigenaar. ‘Dat gaat om grote bedragen, terwijl de baten eigenlijk voor de gemeenschap zijn: minder overstromingen, schonere lucht, koeling.’

Slim blauwgroen dak en innovatie­lab op het Benno Premselahuis van de Hogeschool van Amsterdam, onderdeel van het project RESILIO. Ook nu dit is afgelopen, kunnen studenten het voor educatieve doeleinden en onderzoek gebruiken

Tijdens het door de EU gesubsidieerde project RESILIO is afgelopen drie jaar in Amsterdam bijna 13 duizend vierkante meter blauwgroen dak aangelegd. Gekozen is voor buurten waar bij heftige stortregens risico is op wateroverlast. Op de veertien daken kan meer dan 650.000 liter water worden opgevangen. Naast zeven daken op complexen van corporatiewoningen, liggen er vijf op particuliere panden en zijn er op twee daken zijn innovatielabs ingericht.

Bij het project waren naast de gemeente Amsterdam, corporaties en andere partners ook onderzoekers van de Vrije Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam betrokken. Willem van Winden, lector Urban Economic Innovation, onderzocht met zijn studenten van de HvA het businessmodel: wie krijgt de baten en wie betaalt de kosten. Daaruit bleek dat de kosten van de aanleg en het onderhoud vooral neerstrijken bij de dakeigenaar. ‘Dat gaat om grote bedragen, terwijl de baten eigenlijk voor de gemeenschap zijn: minder overstromingen, schonere lucht, koeling.’

Opschalen
Het lijkt logisch dat juist maatschappelijke vastgoedeigenaren de handschoen opnemen om te zorgen voor blauwgroene daken. ‘Als je echt impact wil hebben op de koeling in de stad en overstromingen wil beperken, is opschalen essentieel. Dan kom je er natuurlijk niet met een paar VvE’s en particulieren. Dan heb je juist grotere partijen nodig, daarom zijn corporaties ook meegenomen in die pilot.’ Hun conclusie is echter dat particulieren een logischere partij zijn, want die zien meteen een waardestijging van hun pand en maken veel gemakkelijker gebruik van een weelderige daktuin.

Willem van Winden, Willem van Winden, lector Urban Economic Innovation HvA: ‘Als je echt impact wil hebben op de koeling in de stad en overstromingen wil beperken, is opschalen essentieel’

‘Voor corporaties zitten er allerlei veiligheidsrisico’s aan vast als ze huurders toelaten. Daar zijn ze huiverig voor.’ Bovendien is er directe concurrentie van andere functies op het dak, zoals zonnepanelen. ‘Die leveren meteen lagere huren op, dus dat doen corporaties liever. Hun kerntaak is toch het bieden van betaalbare woonruimte. De kosten zijn nu nog behoorlijk hoog. Bij opschaling moet je goed nadenken welke partijen er het meeste baat bij hebben, dat zijn helaas nu niet de corporaties.’

Publieke plekken
Scholen zouden wel geschikt kunnen zijn. ‘Zeker in stedelijk gebied, waar de ruimte beperkt is, kun je het dak van een school gebruiken voor educatieve doeleinden.’ Dat geldt ook voor musea. ‘Ik was op een vrij toegankelijk schitterend blauwgroen dak van een museum in Marseille met een prachtig uitzicht over de haven en de zee. Zeker in dure steden als Amsterdam, met een hoge vierkante meterprijs, een grote druk op de openbare ruimte en weinig groen, zie ik mogelijkheden voor publieke plekken, bijvoorbeeld het dak van wetenschapsmuseum NEMO.’
Eigenlijk zouden de kosten en baten meer in evenwicht moeten worden gebracht. Dat kan met subsidie van de gemeente, maar dan wordt het volgens hem een dure zaak voor de gemeenschap. ‘De vraag is dan ook: is het blauwgroene dak de beste manier om je belastinggeld aan te spenderen? Er zijn natuurlijk allerlei andere klimaatoplossingen.’ Er is nu nog geen afwegingskader voor de gemeente om wel of niet in blauwgroene daken te investeren. Dat moet er wel komen.

Decentraal waterbeheer
Waterbeheerders zouden een rol kunnen spelen in het rechttrekken van het verschil tussen kosten en baten door eigenaren van slimme daken te belonen. Waternet, betrokken bij RESILIO, was daartoe echter niet bereid. ‘Dat heeft wel tot frictie geleid, want die corporaties zeiden: jullie vragen van ons dat wij een soort private waterbeheerders worden, maar dat is eigenlijk jullie werk. Dan willen we er wel wat voor terug hebben. Op zich een terechte constatering.’

De slimme daken van RESILIO kunnen hun reservoirs als er heftige regen wordt voorspeld legen. Hiermee ontlasten ze de riolering en dragen zo bij aan het waterbeheer. ‘De visie van Waternet is dat waterbeheer in de toekomst niet meer iets is van één centrale partij. Eigenlijk zouden alle vastgoedeigenaren in de stad daaraan moeten bijdragen. Dat onderschrijf ik wel. Maar als je hoge eisen gaat stellen aan vastgoedeigenaren, wat staat daar dan tegenover? Moeten ze dan nog steeds rioolheffing betalen of geef je ze korting? Want ze doen wel een enorme investering.’

Rijke consumenten
Daarnaast is er het risico dat voorspelde regen uitblijft. Als het reservoir dan leeg is en het blijft droog, gaan met een beetje pech de planten dood. Na veel discussie is binnen RESILIO besloten dat dakeigenaren zeggenschap houden en zelf beslissen of de reservoirs worden geleegd.

Van Winden denkt dat er genoeg partijen zijn die ook zonder subsidie blauwgroene daken willen aanleggen. ‘Er is een grote groep consumenten die veel geld heeft en best iets wil bijdragen, ook al levert dat geen rendement op. Zeker als je daar zelf een mooie daktuin aan overhoudt; het is ook soort van cool om dat te hebben. En daarnaast denk ik aan plekken met publieksfuncties, zoals musea.’ Volgens hem zou de gemeente moeten inzetten op het informeren van dit soort consumenten en partijen. ‘Het is nog erg onbekend wat er allemaal mogelijk is.’