Kwart miljoen ouderenwoningen nodig

| Door IVVD

De Nederlandse bevolking vergrijst snel. In 2019 telde Nederland 2,2 miljoen 65-plus-huishoudens; daarmee is 28 procent van alle huishoudens een ‘ouderenhuishouden’. Volgens statistiekbureau CBS komen er in de komende twintig jaar maar liefst 1 miljoen ouderenhuishoudens bij. Vooral het aantal 85-plus-huishoudens neemt sterk toe. En dus is er een grote vraag naar geschikte ouderenwoningen.

Ouderen wonen in Nederland steeds langer zelfstandig: in 2019 gold dit voor 92 procent van alle 75-plussers. Zo’n vijfentwintig jaar geleden gold dit nog voor zo’n 83 procent van hen. Maar net als vroeger komt ouderdom nog steeds met gebreken. Bijna alle 75-plussers kampen met lichamelijke beperkingen, psychische aandoeningen of geheugenproblemen. Geschikte woonruimte die aansluit bij de (zorg)behoefte is dan van groot belang. Vandaar dat de overheid met het programma ‘Langer Thuis’ inzet op meer geschikte woningen en woonzorgvormen voor ouderen via aanpassingen van bestaande huizen en nieuwbouw.

Drempels en trappen
Uit grootschalig woononderzoek in Nederland blijkt dat de helft van alle ouderenhuishoudens in een eengezinshuis woont dat niet geschikt is. Oudere bewoners ervaren onder andere problemen met trappen in huis, drempels, de afwezigheid van een toilet op de verdieping waar wordt geslapen en de ontoegankelijkheid van het huis voor een rolstoel of rollator. Het is belangrijk dat dit tijdig wordt erkend zodat problematische woonsituaties zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen pleitten in 2016 al voor het preventief aanpassen van huizen om zodoende ongelukken te voorkomen.

Onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving laat zien dat vrijwel alle huur- en koophuizen die (nog) niet geschikt zijn, in technische zin en tegen relatief beperkte kosten (minder dan 10.000 euro) zijn aan te passen. Maar tegelijkertijd laten onderzoeken keer op keer zien dat ouderenhuishoudens in de praktijk weinig overgaan tot het aanpassen van hun woning, en al helemaal niet preventief. Investeringen in het levensloopbestendig maken van het huis worden eigenlijk pas gedaan op het moment dat het echt noodzakelijk is.

Emotioneel onderwerp
Veel ouderen vinden het niet belangrijk om uit voorzorg stappen te ondernemen en willen vaak ook niet te veel geld uitgeven aan woningaanpassingen. Bovendien is het aanpassen van de woonsituatie een lastig en emotioneel onderwerp om over na te denken; de confrontatie met gebreken en ouderdom stellen mensen het liefst zo lang mogelijk uit. Tot slot weten ouderen lang niet altijd op welke manieren hun huis kan worden aangepast; het ontbreekt aan kennis en informatie.

De laatste tijd lijkt de belangstelling voor ouderenwoningen weer wat aan te trekken. De afgelopen jaren is er niet alleen steeds meer media- en beleidsaandacht voor vernieuwende woonconcepten maar is er ook een grotere diversiteit ontstaan aan nieuwe woonvormen. Dergelijke woonconcepten, waaronder hofjeswoningen en kleinschalig wonen, zitten vaak tussen zelfstandig thuis en het verpleeghuis en kennen een sterke focus op samen zelfstandig oud worden. Mogelijk hebben deze vernieuwende woonconcepten het imago van ouderenwoningen opgepoetst.

Bouwen, bouwen, bouwen
Het is door de vergrijzing essentieel dat er voor de groep ouderen meer huizen worden gebouwd, waaronder woonvormen die het gat tussen ‘thuis’ en het ‘verpleeghuis’ opvullen. Volgens ABF Research (2020) moeten er de komende twintig jaar maar liefst 400.000 huizen bijkomen die geschikt zijn voor ouderen via woningaanpassingen en via nieuwbouw. Met de bouw van ouderenwoningen zijn ook jongere huishoudens geholpen. De huidige generatie ouderen woont immers vaker dan de vooroorlogse generatie in ruime eengezinswoningen). Zodra ouderen verhuizen naar een voor hen geschikt huis, komen deze huizen ook weer vrij voor andere huishoudens, waaronder (jonge) gezinnen.

Woningaanpassingen laten zich niet afdwingen, maar mogelijk kunnen subsidies en een andere houding van gemeenten helpen bij de vergoeding van woningaanpassingen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Mogelijk kunnen ouderen ook worden verleid om hun huis preventief aan te passen als zij meer informatie en advies krijgen over alle mogelijkheden en het belang van woningaanpassingen. Op dit moment ontbreekt het veel ouderen immers aan kennis over de mogelijkheden om de woonsituatie aan te passen terwijl het gros van de ouderen hier wel behoefte aan heeft.

Kijk hier voor meer informatie