Maatschappelijk rendement wint terrein

| Door Dieuwke van Vuure

COLUMNWim Fieggen
Vanaf 1970 tot en met 2000 stond de economie vooral in het teken van de expansie van de dienstensector. De groei van de kantoor- en winkelmarkt liep gelijk op met deze expansie. Vergrijzing was een toekomstig probleem. De vastgoedmarkt werd vooral gedomineerd door de bouw van kantoren, winkels, winkelcentra en woonwijken aan de buitenkant van steden. Een bijna ongebreidelde groei, niet gehinderd door complexe overwegingen vanuit klimaat en materiaalgebruik.

Wim Fieggen, directeur IVVD

‘En als we dan toch bezig zijn alles aan te passen, dan doen we gelijk ook alles goed’

Hoe anders werd het in de periode vanaf 2000 tot aan 2020. De eerste leegstand was te zien in de winkelmarkt en dat werd met het verstrijken van de jaren door de groei van online winkelen alleen maar erger. De corona-epidemie maakt dat nog eens pijnlijk duidelijk. De pakjesbezorgers hebben de tijd van hun leven. In de kantoormarkt werd voor het eerst tijdens de crisis in 2008 duidelijk dat er echt te veel kantoren waren. In eerste instantie werd gedacht dat met de transformatie van kantoren naar woningen het probleem opgelost kon worden, maar door het uitbreken van Covid-19 werd ook in de kantoormarkt duidelijk dat de economie makkelijk online door kan draaien. De vraag in 2020 werd: Hebben wij nog wel kantoren nodig?

Als de vastgoedmarkt niet meer om kantoren, winkels en winkelcentra draait, waar dan wel om? Het zit nu in een hele andere hoek van de economie. De vergrijzing versnelt, de eenzaamheid neemt toe, vele maatschappelijke voorzieningen zijn aan vervanging toe, de CO2-uitstoot van het vastgoed moet naar nul in 2050 en niet alleen voor energie, maar ook voor de productie en het vervoer van bouwmaterialen. Bovendien moet alles weer opnieuw gebruikt kunnen worden. Houden we ook in gaten dat de overvloed aan water goed opgevangen wordt en dat onze kinderen les krijgen in gezonde scholen? Oh ja, het mag niet te veel kosten. Wat een verandering. De grootste gemene deler is in ieder geval maatschappelijk rendement. Alles wat we doen, zal betekenis moeten hebben.

Dat betekent een ommezwaai voor commerciële vastgoedbeleggers. Niet bij woningcorporaties, want die dachten altijd al in termen van maatschappelijk rendement met hun bijna wereldberoemde ‘onrendabele top’. Vastgoed moet meerwaarde hebben, ook kantoren, winkels en winkelcentra. Zo niet, dan staat het leeg. Woningprojecten gaan over inclusiviteit, over elkaar helpen. Wonen doe je met elkaar. Rijk en arm, autochtoon en allochtoon, oud en jong, of je wat mankeert of niet, door elkaar. Eenzaamheid lossen we met elkaar op. Maatschappelijke voorzieningen zijn multifunctioneel. Er moet eigenlijk altijd wat te doen zijn. Zo ontmoet je elkaar namelijk makkelijker. Over maatschappelijk rendement gesproken. Of is het gewoon de terugkeer van de aloude dorpscultuur waar het gewoon is samen activiteiten te ondernemen en naar elkaar om te kijken?

Het verschil met vroeger is dat wij deze omgevingen met elkaar moeten gaan maken (gezegend zijn zij die nog in een dorp wonen). En als we dan toch bezig zijn alles aan te passen dan doen we gelijk ook alles goed. We gaan leven in een maatschappij die geen CO2 meer uitstoot, die alleen circulair materiaal gebruikt, in een omgeving die klimaatadaptief is en bovendien gezond voor iedereen. De periode 2020 tot 2050 staat op de kaart. Het maakt mij angstig en blij tegelijk. Ga er maar aan staan.
___
Wim Fieggen is directeur IVVD met een professionele achtergrond van vele jaren in vastgoedsturing en duurzaamheid bij vastgoedfondsen