BNG BANK
Energie besparen
in sportgebouwen
Sportliefhebbers kunnen blij zijn dat minister Bruins samen met
sportbonden (NOC/NSF), gemeenten (VSG en VNG) en met
diverse maatschappelijke organisaties en bedrijven het Sport
Akkoord heeft ondertekend. Doel is dat iedereen in een veilige
en gezonde omgeving plezier in sport kan hebben in
8 Vastgoedsturing #8
energiezuinige sportgebouwen.
en veel minder op clubhuizen. Vol-gens
de monitor sportuitgaven van
het Mulier Instituut (2017) besteden
gemeenten jaarlijks 1,1 miljard euro
aan sport.
Jaarlijks wordt er door gemeenten
tussen de 350 en 400 miljoen euro
geïnvesteerd in (nieuwe) sportaccom-modaties.
Vanuit de veronderstelling
dat het huidige bestand sportaccom-modaties
in stand wordt gehouden en
als ideaalcomplex kan worden aange-merkt
met een gemiddelde levens-duur
van 40 jaar, impliceert dat een
jaarlijks vervanging / renovatie van
550 accommodaties. Deze investe-ringen
worden door gemeenten uit-eindelijk
via de gemeentelijke balans
bancair gefinancierd.
Clubhuizen
De betrokkenheid van gemeenten bij
clubhuizen is veel minder groot. In
veel gevallen zijn verenigingen eige-naar
van de clubhuizen. Financiering
wordt opgebracht door de leden,
grote en kleine sponsoren en bijdra-gen
vanuit gemeenten, aangevuld
met leningen van een bank. Daarbij
speelt de Stichting Waarborgfonds
voor de Sport (SWS) een belangrijke
rol. Het fonds is uitgerust met een
risicovermogen dat voor het grootste
deel afkomstig is van de sportbonden.
De borging en monitoring vanuit de
SWS maakt het verkrijgen van ban-caire
financiering voor sportvereni-gingen
een stuk eenvoudiger.
Over de SWS
De Stichting Waarborgfonds Sport
helpt verenigingen met het verkrij-gen
van bancaire financiering. Op de
website (https://sws.nl/projecten/)
staan diverse voorbeelden zoals de
Tennisvereniging Heksenmeppers
(uit Oudewater) die voor 120.000
euro heeft kunnen lenen bij haar bank
om tezamen met een eigen bijdrage
ROUTEKAART DUURZAME SPORT
Een van de kernambities in het
Sport Akkoord is om Nederland
te voorzien van een functionele,
goede en duurzame sportinfrastruc-tuur.
Veel sportaccommodaties ken-nen
momenteel hoge energielasten.
Lasten die doorwerken in de kost-prijzen
van deze accommodaties. Dit
heeft tot gevolg dat de energielasten,
al dan niet via de huurtarieven, een
grote kostenpost zijn voor sport-aanbieders.
Daarom willen partijen
investeren in het verduurzamen van
sportaccommodaties. Dat is goed in
het kader van het klimaatakkoord en
de betaalbaarheid (en daarmee toe-gankelijkheid)
van sport.
Toegankelijkheid sport
De toegankelijkheid van sport vormt
een steeds belangrijker aandachts-punt
bij sportverenigingen. Zeker
verenigingen die energie-intensieve
accommodaties als zwembaden en
ijsbanen moeten huren lopen hier
tegenaan. Het huren van dergelijke
zwemaccommodaties is uitermate
kostbaar. Een trainingsuur bekostigen
vergt een hoog huurbedrag. De huur
voor wedstrijden, die in het weekend
plaatsvinden, is vaak dubbel zo hoog.
Het gevolg is dat de contributies
steeds verder oplopen en leden uit
financiële overweging afhaken.
Impact op de gasrekening
De verduurzamingsinvesteringen lei-den
tevens tot een besparing op de
gasrekening en dragen op die manier
bij aan het realiseren van de klimaat-ambities
(vermindering CO2-uitstoot).
We beschikken in Nederland over een
zeer rijke sportinfrastructuur: ons land
telt ruim 22.000 sportaccommoda-ties,
variërend van sportzalen tot
zwembaden en van voetbalvelden
tot ijsbanen. Dat is één sportaccom-modatie
per 800 inwoners. Veel van
die accommodaties zijn gebouwd in
de jaren zeventig en tachtig van de
vorige eeuw. Naar schatting 15 tot
20 procent van de accommodatie-kosten
hebben te maken met kosten
voor onderhoud en energie. Met naar
schatting 5,7 miljoen vierkante meter
aan sportaccommodaties gaat het om
de besparing van heel veel m3 gas!
Sporthallen en sportvelden worden
gebouwd, onderhouden en beheerd
door private partijen (verenigingen
of ondernemers) of gemeenten.
Gemeenten richten zich vooral op de
sporthallen, zwembaden en velden,