en de belangen worden benoemd en gewo-gen.
Uiteindelijk moeten er wel keuzes wor-den
gemaakt.’ Corporaties hebben soms te
maken met bewoners die in het verleden zijn
teleurgesteld, vertelt De Langen. ‘Zeker als je
woningen moet slopen, moet je eerst door veel
boosheid heen, voordat je ze kunt vragen om
mee te denken. Een van de grote sleutels is dat
je ze iets moet bieden. Want anders hebben
ze het idee: wij moeten weg, zodat beleggers
en corporaties geld kunnen verdienen.’
Als poging om het wantrouwen tegen instan-ties
en corporaties dat met name in volkswijken
leeft tegen te gaan, laat Portaal bewoners in
Amersfoort, in het Soesterkwartier, zelf kiezen
wat er gerenoveerd en verduurzaamd gaat wor-den.
Van der Zeep: ‘Dat noemen we Jouw Thuis.
Huurders kunnen in een webshop uit een aantal
producten kiezen voor een kleine huurverho-ging
als ze zonnepanelen willen, of een extra
badkamer. Tot nog toe is dat zeer succesvol.’
Plint
Bij Syntrus Achmea gaat de discussie steeds
vaker over de plint. Van Luijn: ‘Ontwikkelaars
zien graag een hoge waarde van de plint zodat
de huren omhoog kunnen. Wij willen zeker bij
hoogbouw juist iets speciaals doen voor de
bewoners en de buurt. Een fitnessruimte, een
ontmoetingsplek of een woonkamer.’
De plint als toegevoegde waarde voor het
gebouw, de verhuurbaarheid en de buurt
blijkt veel beter te landen bij investeerders.
‘Je kan daar nog werk aan toevoegen. Dus
je hebt eerst de plint, dan bedrijven en daar-boven
wonen. Den Haag bouwt veel mixed
12 Vastgoedsturing #11 RONDETAFELGESPREK
use-gebouwen waarin verschillende functies
samenkomen.’
Gebiedsontwikkeling
Een tendens is dat de uitvraag over steeds
grotere gebieden gaat. Zo ook in Utrecht. Van
der Zeep: ‘Dan doe je de tender sowieso in
een consortium, ongeacht of je een corpora-tie
of een belegger bent. Je bent dan aan de
voorkant gedwongen om na te denken over
hoe de buurt er gaat uitzien. In de tenders
waaraan wij meedoen, zit een totaaloplossing
voor alles. Dus mobiliteit, de verkeersstromen
en de sociale component.’
Eigenlijk zijn we weer terug bij gebiedsont-wikkeling,
concludeert De Langen. ‘Hiervoor
gingen we van project naar project. Nu moe-ten
we bij vernieuwing weer verkennen hoe
een buurt eruit moet zien en hoe bewoners
dat ook zien als vooruitgang. Dat lijkt me met
beleggers kansrijker dan met ontwikkelaars.’
Flexibiliteit
Een belangrijk punt bij gebiedsontwikkeling is
dat het proces flexibel is. Bij nieuwe ontwik-kelingen,
zoals een nieuwe woningwet, moet
de samenwerking niet meteen vastlopen. Vol-gens
Van der Zeep kan dat door het project
op te knippen in fases. Hij gelooft er heilig in
dat voortdurend de wensen van de stakehol-ders,
bewoners en ondernemers binnenge-haald
moeten worden. ‘Ook als dat resulteert
in aanpassing van het oorspronkelijke concept
en de oorspronkelijke fasering. Je moet altijd
oog hebben voor de sociale component van
de vastgoedingreep die je doet.’
Scan hier de QR-code
voor de lange versie
van het gesprek
Marien de
Langen:
‘Bij corpo-raties
draait
alles om de
gemengde wijk’