BNG BANK
26 Vastgoedsturing #11 Haarscheuren in
de financiële basis
van de sport
Terwijl de gemeenten noodgedwongen steeds minder kunnen
investeren in sport vragen het Sportakkoord en de energietran-sitieambities
juist om meer investeringen. Het Waarborgfonds
Sport vervult nu al een belangrijke rol om deze investeringen
mede mogelijk te maken. En het verdient verdere versterking.
Het was heel opvallend. Begin
mei kwam de VNG, als belan-genbehartiger
van de gemeen-ten,
met een alarmerend bericht over
de kosten die gemeenten maken als
gevolg van de decentralisering van
de zorg. Naast een forse toename van
het aantal jongeren in de jeugdzorg
is ook het aantal mensen met psychi-sche
problemen toegenomen. Tegelijk
kabinet om aan te geven dat er seri-eus
meer nodig is. Dit voorjaar publi-ceerde
professor Johan de Kruijf van
de Radboud Universiteit een onder-zoek
waarin hij cijfermatig aantoonde
dat de gemeenten hun reserves struc-tureel
zien teruglopen. Vroeger ver-dienden
gemeenten soms veel geld
met hun grondbeleid, maar dat is
tegenwoordig veel lastiger en risico-voller.
Gevolg is dat het steeds lastiger
wordt – en voor sommige gemeenten
geldt dat nu reeds is – om de noodza-kelijke
investeringen uit te voeren. Ter-wijl
de transitie in het sociale domein
nog in volle gang is, dienen nieuwe
transities (energie, waterbestendig-heid,
omgevingswet) zich al weer aan.
Deze zijn wellicht minstens zo ingrij-pend
en vergen flinke investeringen.
Wat betekent dit voor
investeringen in sport?
Gemeenten zijn veruit de grootste
investeerder in sport. Overigens gaat
het merendeel van de gemeentelijke
uitgaven naar de exploitatie van de
sportaccommodaties. In 2014 gaven
de gemeenten nog € 1.195 miljoen uit
aan sport, wat neerkomt op onge-veer
85% van alle investeringen in
sport. Sport is geen wettelijke taak
en daarom hangen uitgaven voor de
sport vaak samen met de financiële
gezondheid van gemeenten.
Het Mulier Instituut monitort de inves-teringen
in de sport in Nederland. Uit
hun onderzoek blijkt dat de sport aan
het begin van het huidige decennium
is ontzien bij bezuinigingen. Waar de
totale gemeentelijke uitgaven tus-sen
2010 en 2014 met 12% daalden,
stegen de sportuitgaven met 5%. In
met de decentralisatie heeft het Rijk
minder middelen beschikbaar gesteld
met als gevolg: oplopende tekorten
bij gemeenten en wachtlijsten voor
zorgbehoevenden. Nog dezelfde dag
kwam het kabinet met de toezegging
€ 350 miljoen extra beschikbaar te
stellen. Een week later volgde een
brief van meer dan 200 wethouders
(uit de regeringspartijen) aan het
TRANSITIE IN DE SPORT
Een grote uitdaging vormt de
verduurzaming van de meest
energie-intensieve sportgebouwen.
Dat zijn de meer dan 2.500
sporthallen, zwembaden en ijsbanen
© Caspar Boendermaker