
ZORG EN WONEN
PLEIDOOI VOOR MEER DIVERSITEIT IN WONINGVOORRAAD VOOR 24-UURS ZORG
We moeten af van de schotten in de 24-uurs
zorg, stelt Anneke Nijhoff, conceptontwikkelaar bij
HevoFame. Clustering op leeftijd en aandoening
houdt de fragmentatie in de woningvoorraad
in stand en vergroot de druk op de zorg. Een
inclusieve samenleving vraagt om meer diversiteit in
woonvormen en meer samenwerking. ‘Het is tijd om
de handen ineen te slaan.’
Wonen met 24-uurs zorg is
in Nederland nog steeds
onderverdeeld in secto-ren,
de Geestelijke Gezondheidszorg
(GGZ), de Gehandicaptensector en de
sector Verpleging en Verzorging (VV).
En binnen deze sectoren zijn weer
tal van onderverdelingen gemaakt
op basis van de verschillende aan-doeningen.
‘Maar niet ieder mens is
zomaar in te delen in hoe het ooit van
overheidswege en vanuit onze kennis
over ziekte en zorg is ingedeeld’, stelt
Nijhoff. ‘Het is dan ook tijd om anders
naar de uitdagingen te kijken en met
andere oplossingen te komen.’
Wenkend perspectief
Door de verschillende vormen van
financiering, wettelijke richtlijnen en
eigen organisatiesystemen is er in de
zorg al jaren sprake van schotten die
de mensen om wie het gaat lelijk in
de weg kunnen zitten. Nijhoff: ‘Het is
38 Vastgoedsturing #23
tijd om te ontschotten. Dat besef is
er in de zorg terdege. Er wordt ook al
jaren over gesproken, maar het blijft
in de meeste gevallen bij woorden.
Er gebeurt te weinig.’ Volgens Nij-hoff
blijft iedereen vanuit z’n eigen
beleidsterrein naar de uitdagingen
kijken en dat komt de ontschotting
niet ten goede. ‘En dan geven we de
overheid, de regels en de financie-ring
de schuld. Ik zeg: ontschotten
begint bij onszelf. We moeten zelf de
handschoen oppakken en werken aan
een gezamenlijk wenkend perspectief,
gebruikmakend van elkaars kennis
en kunde. En dan niet enkel vóór de
mensen, maar mét de mensen samen.’
Van institutie naar inclusie
Met de huidige manier van bouwen,
geclusterd naar aandoening en leef-tijd,
houdt de zorg die schotten zelf
in stand, vindt Nijhoff. ‘Met de trans-formatie
van institutie naar inclusie
hebben we ons de afgelopen jaren
ingezet om mensen met een zorg-
en ondersteuningsvraag langer thuis
te laten wonen op een manier die
aansluit bij de eigen leefwijze. Deze
mensen wonen in een inclusieve buurt
of wijk, waar iedereen ertoe doet en
waar we bereid zijn naar elkaar om te
kijken. Een mooi ideaal om na te stre-ven,
maar wat mij daarbij opvalt is dat
iedere sector toch zijn eigen gebouw
wil maken.’
‘Het is tijd om anders naar de
uitdagingen te kijken en met
andere oplossingen te komen’
Zo kan het volgens Nijhoff zomaar
gebeuren dat een corporatie in een
wijk, buurt of dorp verschillende
bouwverzoeken krijgt van verschil-lende
zorgorganisatie zonder dat
deze organisaties dit van elkaar
weten, veelal ingeven door de sec-torale
manier van werken. Nijhoff: ‘Ik
vraag me af hoe gewenst die cluste-ring
op aandoening en leeftijd nog
is. Of doen we dit vooral omdat wij
het vanuit organisatieperspectief zo
gewend zijn? Je vindt elkaar echt niet
leuker omdat je dezelfde aandoening
hebt, hooguit begrijp je elkaar beter.
Houden we met deze clustering juist
niet alle schotten waarover we het zo
vaak hebben in stand?’
‘Met sectoraal
bouwen houden we
schotten in stand’