Meten en sturen op werkelijk energiegebruik

| Door Odette Koldewey

De recent gelanceerde Werkelijke Energie intensiteit indicator (WEii) laat eenvoudig zien wat een gebouw per vierkante meter aan energie gebruikt.

Werkelijke Energie intensiteit indicator
Op WEii.nl is het nu mogelijk om gebouwen (utiliteit) eenvoudig en snel te beoordelen op het werkelijke energiegebruik. WEii staat voor Werkelijke Energie intensiteit indicator en maakt op een uniforme wijze inzichtelijk wat een gebouw per vierkante meter per jaar aan energie gebruikt. Gebouweigenaren en -gebruikers krijgen daardoor direct inzicht in de werkelijke energieprestaties van hun pand in relatie tot gelijkwaardige panden in hun sector, in plaats van een theoretisch inzicht. Daarnaast ontstaat direct een beeld van hoe ver ze verwijderd zijn van de Parijse klimaatdoelstellingen of zelfs een energieneutraal gebouw.

Uniforme rekenmethode
De basis van de nieuwe tool vormt een breed gedragen, uniforme rekenmethode. WEii is een betrouwbare indicator voor de energie-efficiënte van een gebouw, omdat WEii op een gestandaardiseerde, objectieve wijze wordt vastgesteld. Een gebouw wordt beoordeeld op wat er op de energiemeter staat en niet wat het in theorie aan energie zou kunnen gebruiken. Door het werkelijke energiegebruik inzichtelijk te maken, is het beter mogelijk om daarop te besparen. Energiebesparende maatregelen zijn dan ook direct terug te zien in de WEii van een gebouw.

Mismatch tussen theorie en praktijk
In de praktijk blijkt er een mismatch te zijn tussen het werkelijke energiegebruik van gebouwen en het energiegebruik dat verwacht wordt op basis van een theoretische berekening. WEii is dan ook ontwikkeld om inzicht te geven op de werkelijke energie-intensiteit van gebouwen. WEii is een initiatief van DGBC en TVVL. Beide organisaties zijn overtuigd van het belang van meten op werkelijk energiegebruik.
WEii is ontwikkeld voor en door de markt. Diverse overheidsinstanties en gezaghebbende marktpartijen hebben de afgelopen jaren in allerlei vormen meegewerkt aan de ontwikkeling van de rekenmethode, van TNO tot E-Nolis en van DWA tot het Rijksvastgoedbedrijf. Handhavers kunnen WEii gebruiken om de energieprestaties van gebouwen snel en correct in beeld te brengen.

Eenvoudig en laagdrempelig
Martin Mooij is als programmamanager namens DGBC bij de ontwikkeling van WEii betrokken. Hij ziet grote kansen als het gaat om de toepasbaarheid van de tool. ‘Het is echt eenvoudig, je hoeft geen techneut te zijn om dit in te vullen.’ Dat is volgens hem van groot belang, omdat de energietransitie ‘voor iedereen begrijpelijk moet zijn’. Daarom blijft hij ook hameren op het meten op het werkelijke energiegebruik: ‘Het is toch niet meer uit te leggen dat een gebouw een goed energielabel heeft, maar toch te veel energie gebruikt. Het theoretische en gebruik in de praktijk is met WEii direct terug te brengen tot één eenheid: het werkelijke energiegebruik.’

Veel kennis
John Lens, directeur van TVVL, is het eens met de woorden van Martin Mooij. ‘Al een aantal jaar is werkelijk energiegebruik een thema bij TVVL. Daarom hebben we al veel sessies, presentaties en discussies georganiseerd rondom dit thema waar zowel leden als niet-leden bij betrokken zijn geweest. Deze betrokken mensen leverden veel kennis waarmee het protocol is ontwikkeld. Die aanscherping, samen met inzichten van DGBC, maakt dat WEii voor iedereen toepasbaar is.’

Meer informatie over de rekentool