In het denken over circulariteit ligt de focus nu nog vaak op afval, materialen of energiestromen, maar ten diepste gaat circulariteit om de aanpasbaarheid van complete gebouwen.
COLUMN SANDER ROS
Wist je dat je met zes legosteentjes (twee bij vier) maar liefst 915.103.765 verschillende combinaties van vormen kan maken? Nu minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting binnen enkele jaren bijna een miljoen woningen wil bouwen, ligt wat mij betreft in die legovergelijking het antwoord op de vraag hoe we die 900.000 woningen kwalitatief en toekomstbestendig bouwen.
Kwantiteit versus kwaliteit
Als er in zo’n korte tijd zoveel woningen gebouwd moeten worden, dan is de verleiding groot om te denken in kwantiteit. Ik wil als architect echter juist een lans breken voor kwaliteit. We moeten oppassen dat we niet omwille van de haast woningen gaan bouwen waarvan we kwaliteit en woongenot uit het oog verliezen. Door de tijdsdruk, standaardisatie en fabrieksmatige bouw bestaat het risico dat we nu de armetierige wijken van de toekomst bouwen. Om dat te voorkomen zouden wat mij betreft deze drie uitgangspunten hoog in het vaandel moeten staan:
1. We moeten architectuur goed inbedden in de omgeving
Amsterdam-Zuid is anders dan Rotterdam-Hillegersberg en Groningen is anders dan Zeeland. Met die couleur locale moeten we rekening houden. Waar bouwen we en voor wie bouwen we? Zoals in de auto-industrie standaardisering ertoe leidt dat alle auto’s op elkaar lijken, zo is dat risico er bij het standaardiseren van woningbouw ook: vaste patroontjes, zelfde type gevels, zelfde bewezen oplossingen. Het is belangrijk dat we niet in de valkuil van de makkelijkste weg trappen.
2. We moeten gebouwen maken die gereed zijn voor toekomst
Nieuwbouwprojecten worden vaak dichtgerekend om de businesscase rond te krijgen. Vaak wordt er gebouwd voor kleine huishoudens. Maar wat als de demografie in een wijk of stad verandert? Of de woonwensen van burgers? We moeten daarom niet hokjesdenken, maar mogelijkheden maken om bestaande woningen uit te breiden, te koppelen, of juist te verdelen. Een verdieping erop? Een uitbouw aan twee kanten? Vandaag seniorenwoning, overmorgen een groot gezin? Moet allemaal kunnen. Dit vraagt om slimme, flexibele en modulaire bouwstructuren.
3. We moeten gezond bouwen
Veel woongebouwen worden ‘geoptimaliseerd’ voor het ontwerp- en bouwproces. Dat betekent nét genoeg ramen om aan de regelgeving te voldoen en verder zoveel mogelijk dichte muren. Want: makkelijk en voordelig te ontwerpen, vervoeren en bouwen. Bij RoosRos Architecten zien we liever woningen die geoptimaliseerd zijn voor woongenot. Dat betekent veel licht, veel lucht en grote balkons of buitenruimten. Kortom: woonkwaliteit.
‘Ten diepste gaat circulariteit om de aanpasbaarheid van complete gebouwen’
Anders leren denken
Onderaan de streep gaat deze column over circulariteit. In het denken over circulariteit ligt de focus nu nog vaak op afval, materialen of energiestromen, maar ten diepste gaat circulariteit om de aanpasbaarheid van complete gebouwen. Hoe langer een gebouw gebruikt kan worden omdat het met zijn tijd meegaat en tijdens de levensduur van vorm of functie verandert, hoe circulairder het is. Dan hoef je het immers niet eerst af te breken om het te hergebruiken, maar kun je het vrijwel in bestaande vorm hergebruiken. Wat je noemt ultiem circulair. Dit vraagt van ons als architecten een andere manier van denken in de ontwerpfase. We moeten niet alleen focussen op het efficiënter maken van het bouwproces, maar juist ook op de bouwstenen waarmee we bouwen. Als het ons lukt de bouwstenen te bedenken die werken als het hierboven genoemde legosteentje, dan ligt daarin het antwoord op veel opgaven die voor ons liggen.
Sander Ros is een ambitieus architect die graag goede architectuur wil maken met toegevoegde waarde. Toekomstgericht en aantoonbaar gezond. Ros geeft leiding aan RoosRos architecten, wat staat voor Respectvol Rentmeesterschap. ‘We voelen ons verantwoordelijk voor een leef-, woon- en werkomgeving die bijdraagt aan het geluk en welbevinden van mensen. Niet alleen vandaag, maar ook morgen. Voor huidige én toekomstige generaties.‘