Resource efficiency als volgende stip op de horizon

| Door IVVD

Woningcorporaties bezitten zo’n dertig procent van alle woningen. Ze kunnen hun inkoopkracht gebruiken om innovaties te bevorderen. Ze besteden nu veel aandacht aan energy efficiency, het verminderen van de CO2-uitstoot. Resource efficiency is de volgende stip op de horizon.

Prof.dr.ir. Vincent Gruis: ‘Corporaties doen er goed aan om nu al praktijkervaring op te doen’

We spreken met prof.dr.ir. Vincent Gruis. Hij is als hoogleraar Housing Management verbonden aan de TU Delft. Gruis werkt al sinds 1996 aan de faculteit Bouwkunde waar hij in 2001 promoveerde op het proefschrift ‘Financieel-economische grondslagen voor woningcorporaties’. Tegenwoordig houdt hij zich met name bezig met de vraag hoe woningbeheerders hun voorraad en activiteiten aan de maatschappelijke opgave kunnen aanpassen. Daarbij ligt een vanzelfsprekende focus op het thema duurzaamheid. Als lid van de Raad van Commissarissen van Ymere is hij ook in de praktijk bij de corporatiesector betrokken: ‘Op dit moment is er veel aandacht voor de energetische opgave. Dat is zonder meer een belangrijke opgave. De CO2-uitstoot moet absoluut omlaag, maar daar zijn al veel partijen mee bezig. Ik richt mij op de volgende stip op de horizon: de circulaire economie. Hierover wordt in de corporatiesector al wel nagedacht, maar er worden nog weinig ideeën concreet uitgewerkt en in de praktijk gebracht.’
text

Resource efficiency
Vincent Gruis spreekt in dit verband over resource efficiency. Hij omschrijft het als het zó bouwen dat je zo min mogelijk nieuwe grondstoffen nodig hebt en zo veel mogelijk gebruikmaakt van biobased materialen die zichzelf kunnen vernieuwen: ‘Het is in dit verband ook zaak om de afvalstroom te beperken door in te zetten op de toepassing van herbruikbare materialen. We zien dat er hier en daar al ontworpen wordt met hergebruik. De Natural Step-beweging is hiervan een voorbeeld. Daarbij wordt bekeken of bepaalde materialen die bij de sloop van een gebouw beschikbaar komen, kunnen worden hergebruikt in een ander gebouw. Verschillende corporaties, waaronder Eigen Haard en Woonbedrijf Eindhoven, brengen dit al in de praktijk. De volgende stap is het ontwerpen voor hergebruik met als perspectief een echte markt van bouwcomponenten die van het ene gebouw naar het andere gaan. Dit staat nog in de kinderschoenen, maar zou gebouwen gedurende het gebruik goedkoper en in corporatietermen betaalbaarder maken.’

Portfolio
‘Je kunt deze ontwikkelingen als corporatie versnellen door samen te werken met andere corporaties en door resource efficiency als criterium mee te nemen in het aanbestedingsproces. Maak gebruik van de denkkracht en de competenties die in de markt aanwezig zijn.’ Vincent Gruis wijst erop dat de prikkel in de keten om met innovatieve oplossingen te komen minder groot is dan tijdens de crisis: ‘Toen zag je dat bedrijven in de keten met allerlei initiatieven kwamen. De omstandigheden “dwongen” hen als het ware tot meer creativiteit. De komende jaren ligt hun focus begrijpelijkerwijs weer op de volumevraag. Toch kunnen er stappen worden gezet. Daarbij denk ik ook aan het stimuleren van producenten om circulaire materialen en producten te ontwikkelen. Ik ben een voorstander van een stap-voor-stap aanpak. Alles wat je kunt aanpakken, is meegenomen. Zo ontstaat er langzaam maar zeker een portfolio van circulaire materialen en producten die circulariteit steeds gewoner zal maken.’

Het prototype bestaat uit makkelijk aanpasbare modules van hoog­waardig, milieuvriendelijk materiaal, waarmee eenvoudig op het individu afgestemde varianten te maken zijn.

Circulaire keuken
‘Tijdens mijn intreerede vertelde ik dat een leerstoel zijn legitimiteit ontleent aan het nut dat hij heeft voor de praktijk. Als kennisinstituut zien wij voor onszelf een rol weggelegd op het onderzoek- en ontwikkelingstraject, onder meer door innovaties in de praktijk te vertalen naar algemeen toepasbare concepten en productontwikkeling van de grond te krijgen. Hoe ziet dat nieuwe product er precies uit en hoe kan het circulair worden toegepast. We kijken daarbij naar de “total cost of ownership”. Een kozijn dat circulair kan worden toegepast, kan in de aanschaf weliswaar duurder zijn maar tijdens het gebruik goedkoper. In januari hebben we een prototype van een circulaire keuken gepresenteerd. Het is een keuken die niet slechts tien of twintig jaar meegaat, maar oneindig kan worden vernieuwd. Hij kan continu aan veranderende woonwensen worden aangepast. Een keuken voor het leven. Met dit prototype komt een volledig circulaire keuken binnen handbereik te liggen.’

Verhandelbaar product
De keuken is door de faculteit Bouwkunde van de TU Delft en het AMS Institute samen met producenten en afnemers ontwikkeld. Hij bestaat uit makkelijk aanpasbare modules van hoogwaardig en milieuvriendelijk materiaal, waarmee eenvoudig op het individu afgestemde varianten te maken zijn. Via een service- en terugnamegarantie wordt de vastgoedeigenaar volledig ontzorgd. Het bijbehorende businessmodel zorgt ervoor dat er geen ingewikkelde systeemveranderingen nodig zijn. Daardoor kan deze keuken tegen concurrerende kosten in het bestaande systeem worden ingezet. Vincent Gruis: ‘Er is twee jaar door de wetenschap en de markt aan gewerkt. Met Europese subsidie wordt dit prototype doorontwikkeld tot een verhandelbaar product. Het is slechts één voorbeeld van wat er op circulair gebied mogelijk is. Om het traject richting circulaire economie tijdig in gang te zetten doen corporaties er goed aan om nu al praktijkervaring op te doen. Met kleine stappen en beperkte investeringen is op dit gebied al vooruitgang te boeken.’