Rotterdam innoveert met specifieke gymzalen

| Door Odette Koldewey

De jeugd van nu wil meer en de behoefte van de sporter verandert. Er komen nieuwe sporten op, de verenigingen zijn niet langer de enige plek voor sportbeoefening.

Gymzalen zagen er decennialang ongeveer hetzelfde uit, maar in Rotterdam is dat hard aan het veranderen. Sportbedrijf Rotterdam, exploitant van zo’n 100 gymzalen, werkt samen met de gemeente, de eigenaar, aan meer innovatie en differentiatie. Productspecialist binnensport Gita Houbolt: ‘Niet elke zaal heeft een standaardinrichting nodig.’

Gymzaal Polderplein. Foto © Vivienne Magalie

Binnensportaccommodaties zien er volgens Gita Houbolt, productspecialist binnensport bij het Sportbedrijf Rotterdam, al tijden hetzelfde uit. ‘Met de oprichting van Sportbedrijf Rotterdam, investeren we nadrukkelijk in innovaties in de binnensport.’ Ze ziet een landelijke trend om de binnensport te vernieuwen. ‘De jeugd van nu wil meer en de behoefte van de sporter verandert. Er komen nieuwe sporten op, de verenigingen zijn niet langer de enige plek voor sportbeoefening. Het wordt individueler en het gaat meer richting commerciële sporten, die het net even anders doen. Dat terwijl de meeste gymzalen zijn ingericht voor de klassieke sporten.’

Het is voor de grote zaalsporten en verenigingssporten belangrijk dat de zalen aan de NOC*NSF-eisen voldoen en de wedstrijden volgens de regels gespeeld kunnen worden. Maar niet elke zaal hoeft dezelfde standaardinrichting te hebben, is de visie van Sportbedrijf Rotterdam. ‘We hebben het privilege dat we 100 gymzalen exploiteren. Als iemand wil badmintonnen, dan is er honderd meter verderop wel een ander zaaltje waar dat mogelijk is.’

Nieuwe concepten
De veranderende behoefte van gebruikers is een belangrijke reden om te experimenteren met nieuwe concepten die er op de markt zijn. Turners gaan zich bijvoorbeeld meer op disciplines als free running richten, zoals eerder naast klassiek ballet ook steeds meer andere dansvormen opkwamen. ‘Voor elke afgeleide heb je een andere inrichting nodig: voor ballet een barre en een speciale vloer, maar voor hiphop of streetdance is een gewone gymzaal met een spiegelwand en een goede geluidsinstallatie ook prima. We zijn bezig om dat soort dingen nu aan onze zalen toe te voegen.’

Showcase
Rotterdam wil dus innoveren en pakt dat zeer voortvarend aan door gymzalen in te richten als showcase. Het is de bedoeling om op de showcase-locaties te leren wat werkt en dat op kleinere schaal op andere plekken toe te passen. Zo is in 2019 gymzaal Klein Coolstraat opgeleverd. ‘Daar hebben we dingen uitgeprobeerd die je niet zo snel in een gymzaal zou verwachten, maar die wel een mooie toevoeging zouden kunnen zijn voor het bewegingsonderwijs van nu en van de toekomst. Er zit bijvoorbeeld een SmartWall in met een beamer, waarmee je interactieve balspelen kunt doen, of een extra wandtrampoline voor free run-activiteiten. Maar ook een geluidsinstallatie, lichten die verduisterd kunnen worden en een ledvloer waarmee allerlei belijningen aan en uit kunnen worden gezet.’ Het door iedereen wel eens gespeelde apenkooi wordt in deze zaal aangeboden voor volwassenen, onder andere als glow in the dark apenkooi.

Gita Houbolt: ‘De meeste gymzalen zijn ingericht voor de klassieke sporten, maar de jeugd van nu wil meer’

Gymzaal Klein Coolstraat. Foto © Tijmen Kielen

In 2020 is gymzaal Polderplein opgeleverd. Die is gericht op het Athletic Skills Model, een methode uit het bewegingsonderwijs die mensen sneller en innovatiever motorische vaardigheden aanleert met tien grondvormen van bewegen, waardoor ze completere sporters worden. De intrinsieke motivatie van kinderen om te bewegen is daarbij belangrijk. ‘Het is een gedachtegoed waar ook een inrichting bij hoort, met veel kleuren op de vloer en de wanden. Wij konden een goede cross-over maken met het naschoolse gebruik van een commerciële sportaanbieder die zich vooral op peuters en kleuters richt. Dat kleurrijke ziet er misschien kinderlijk uit, maar ASM is ook toegespitst op topsporters. Die zouden we hiermee kennis kunnen laten maken. We hopen met zo’n innovatie eraan bij te dragen dat trainers net iets meer uit hun lessen kunnen halen. Het zou fijn zijn als we daardoor meer Rotterdammers aan het bewegen krijgen.’

Innovatie
Op dit moment wordt een Urban Sports gymzaal in Delfshaven ontwikkeld, de derde showcase. De inrichting wordt toegespitst op free running, crossfit en bootcamp. ‘Sporten die je meestal niet terugziet in een gymzaal, maar wel upcoming zijn.’ Wat volgens Houbolt kenmerkend is voor de Rotterdamse aanpak is dat de wensen van de gebruikers worden meegenomen. ‘We vragen de gymdocenten en trainers: wat hebben jullie nodig, wat zijn jullie wensen? Natuurlijk geven we van tevoren input en komen we met ideeën, maar we nemen ze heel erg mee in het proces. Als het eenmaal staat hebben we ook het volle commitment van alle betrokken partijen en zijn ze een soort ambassadeurs van de locatie.’

De vraag is wel hoe toekomstbestendig de innovaties zijn. Multimedia-elementen zijn minder tijdloos dan de ouderwetse gymtoestellen. Het is volgens Houbolt altijd zoeken naar de juiste balans tussen de standaardtoestellen en de innovaties. ‘Wij spelen in op de markt en proberen zoveel mogelijk te kiezen voor innovaties die op verschillende manieren inzetbaar zijn en voor verschillende aanbieders werken. Dan is de kans ook groter dat het voor langere tijd toegevoegde waarde heeft. Een beamer kun je bijvoorbeeld gebruiken voor de speciale SmartWall, maar je kunt er ook een YouTube-filmpje op afspelen als instructie tijdens danslessen. Ik zorg er bij multimediatoepassingen altijd voor dat ze gemakkelijk op afstand geüpdatet kunnen worden en er daarvoor niet iemand hoeft langs te komen.’ Innovatie is volgens haar ook gewoon vooraan op de markt staan en het risico voor lief nemen als er soms iets mislukt. ‘Daar leer je van. Daarom ontwikkelen we die showcases ook, als het niet werkt, hoef je het niet op andere locaties uit te proberen.’