Voor de energietransitie moeten woningen zo veel mogelijk aardgasvrij worden. Om dit proces te versnellen is er de Green Deal Aardgasvrije wijken. Daarin bundelen gemeenten en het Rijk hun krachten. Een van de handvatten is een database waarin gemeenten hun ervaringen delen. Zo ook koploper Rotterdam.
Hoe zorg je ervoor dat alle woningen in je gemeente aardgasvrij zijn? “Wij willen dat doel in 2050 bereiken”, zegt Astrid Madsen, programmamanager Energietransitie gebouwde omgeving van de gemeente Rotterdam. “Het klinkt misschien ver weg, maar het gaat wel om gemiddeld 8 duizend woningen per jaar en 40 kilometer aan nieuwe infrastructuur.”
Allerlei uitdagingen
De komende 33 jaar kent talloze uitdagingen, weet Madsen. “Organisatorische: wie zijn allemaal betrokken bij de transitie? Financiële: partijen moeten nu investeren terwijl ze de kosten deels en langzaam terugverdienen. En technologische: we moeten profiteren van innovaties. We hebben ze nodig om 2050 te halen.”
Watkaarten
Om de gehele stad aardgasvrij te maken heeft Rotterdam de watkaarten’ ontwikkeld. Madsen: “Daarin bekijken we per gebied welke alternatieven voor aardgas we kunnen bieden. ‘Wat’ is de meest optimale combinatie aan maatregelen zowel op gebouw- als op gebiedsniveau.”
Wanneer kaarten
Parallel aan de watkaart zoekt Rotterdam naar het juiste moment. “Om de overlast zo veel mogelijk te beperken combineren we werkzaamheden. We vervangen bijvoorbeeld tegelijk het riool en kijken wanneer corporaties willen renoveren. Het wanneer van de maatregelen hebben we ook in kaart gebracht in een ‘wanneerkaart’. De wat- en wanneerkaarten geven de richting van de transitie aan. Die moet vervolgens gebiedsgericht met de lokale stakeholders en bewoners vorm krijgen.”
Ervaringen delen
De energietransitie is een ontdekkingsreis voor Rotterdam. Elk gebied is een soort proeftuin waarin de gemeente telkens voor nieuwe uitdagingen komt te staan, verwacht Madsen. “Eén standaardoplossing zal er niet zijn. Het blijft keer op keer maatwerk per gebied. Vandaar het belang van gemeenten om onderling ervaringen te wisselen. En om met onze ervaringen bij het Rijk aan te geven waar we extra ruimte en steun kunnen gebruiken.”
Bron: RVO.nl