Thialf heeft het grootste zonnedak op een sportstadion in Nederland. Op het dak van het Schaatshart van de Wereld zijn ruim 5.000 zonnepanelen geplaats. Hiermee is Thialf niet alleen de snelste laaglandbaan van de wereld maar ook de duurzaam.
Afgelopen week maakten Thialf en Energie Start-Up Powerpeers bekend dat Thialf alle teveel opgewekte energie rechtstreeks gaat delen met Nederlandse schaatsfans die zich hiervoor aanmelden. In totaal kunnen straks zo’n 1.250 huishoudens in ons land stroom krijgen van het vernieuwde Thialf.
Vooral in de maanden april tot en met september zullen de zonnepanelen – met een vermogen van 1,3 megawatt – aanzienlijk meer energie produceren dan het stadion zelf nodig heeft. “En wat is er dan mooier dan die energie rechtstreeks te delen met schaatsfans die ook graag zonne-energie willen?”, vertelt Willem Jan van Elsacker, directeur van ijsstadion Thialf. “Dankzij onze samenwerking met powerpeers kunnen we die extra zonne-energie via het stroomnet delen met zo’n 1.250 aangesloten huishoudens.”
Powerpeers maakt gebruik van slimme technologie die het mogelijk maakt dat aangesloten consumenten dagelijks online kunnen zien dat hun stroom van Thialf afkomstig is of van een andere duurzame opwekker naar keuze. In totaal kunnen klanten van powerpeers behalve de zonnestroom van Thialf maximaal 10 verschillende opwekkers kiezen, bijvoorbeeld van het zonnepaneel van de buren of een windmolen van een boer. Indien alle zelfgekozen opwekkers een keer toch niet voldoende leveren, zorgt powerpeers voor duurzame back up van bijvoorbeeld grote windparken in Nederland.
Thialf is het eerste stadion dat op zo’n grote schaal via powerpeers overtollige zonne-energie aan individuele huishoudens levert. Lars Falch, mede-oprichter van powerpeers: “Het is natuurlijk heel bijzonder dat dit nieuwe innovatieve ijsstadion via ons z’n duurzaam opgewekte energie kan delen met zoveel mensen. Het is een nieuwe stap op weg naar het met elkaar opwekken en verdelen van energie.”
Uiteindelijk is het doel om Thialf in 2020 helemaal zelfvoorzienend te laten zijn.