Scholenbouw in veranderende tijden

| Door Dieuwke van Vuure

Het zijn veranderende tijden. Er spelen meerdere grotere maatschappelijke vraagstukken die allemaal om een koers vragen. Denk aan de vraagstukken op het gebied van klimaat, biodiversiteit, circulariteit en gezondheid, maar ook ontwikkelingen rondom oplopende personeelstekorten en het streven naar een rijke en inclusieve schooldag waarin sport, cultuur en kinderopvang integraal zijn meegenomen.

Marco van Zandwijk

Onderzoek dat OCW in 2022 liet uitvoeren toont aan dat op dit moment slechts 2% van de gebouwen voldoet aan de doelstelling om in 2050 energie neutraal te zijn. Ook presteren scholen ondermaats als het gaat om flexibiliteit. Gebouwen blijken niet adaptief genoeg om veranderingen op te vangen. Daarmee voldoen ze dus niet aan de eisen van hedendaags onderwijs. Het maakt in één oogopslag de omvang van de huisvestingsopgave van scholen duidelijk. Het vervangingstempo moet fors omhoog.

In de afgelopen 25 jaar heb ik vanuit wisselende rollen in de scholenbouw aan tafel gezeten: als bouwkundige, architect, onderzoeker, projectmanager, raadslid en expert. Deze 25 jaar gaven mij de unieke kans om vanuit verschillende perspectieven naar de gebouwde omgeving rondom het kind te kijken. Mij is in deze jaren duidelijk geworden dat we met bestaande routines de opgave die er ligt nooit opgelost gaan krijgen. De vraagstukken zijn domweg te groot om vanuit één organisatie of beleidsterrein opgepakt te worden. Andere manieren van programmeren en organiseren zijn nodig om tot oplossingen te komen. Daar hoort ook enig lef bij om buiten de gebaande paden te denken.

Landelijk klinkt de roep om meer geld. Maar gezien de omvang van de opgave, kan geld niet het enige antwoord zijn. Andere vormen van samenwerking, het bundelen van opgaven, het optimaliseren van processen als ook innovatieve technieken zullen hard nodig zijn om het gevraagde lef te tonen.

Daar komt bij dat vanuit een toenemende schaarste aan personeel, grondstoffen, ruimte en middelen, dat wat beschikbaar is, meer dan ooit, gedeeld zal moeten gaan worden. Voor beleidsmakers van onderwijs-, opvang-, welzijns- en jeugdbeleid vormt dit een opdracht voor ontschotting binnen het sociaal domein. Als we de beleidsterreinen van onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, sport, cultuur en de bibliotheek dichter bij elkaar weten te brengen, is er echt een win-win mogelijk in de samenwerking, het gebruik en in de exploitatie. We gaan dan van onderwijshuisvesting naar gezamenlijke huisvesting voor (kind)voorzieningen. Het effect is dat er dan met een bundeling van bestaande middelen vanuit verschillende beleidsterreinen meer bereikt kan worden.

De gedachten om meerdere functies, beleidsterreinen en branches op één plek te mengen is niet nieuw. Brede scholen, Multifunctionele Accommodaties, (Integrale) Kindcentra zijn immers beproefde concepten. De eerste brede scholen bestaan ook al weer 25 jaar en worden inmiddels al gerenoveerd. Nieuw is de wens verder te kijken dan het opstapelen van functies in één gebouw. De monofunctionele ‘onderwijsbestemming’ uit de jaren zestig is daarmee eigenlijk niet langer verdedigbaar. Een kind dat per jaar zo’n 5.000 uur wakker is, volgt slechts een vijfde van deze tijd onderwijs. De rest is nodig voor zijn ontwikkeling tot jong volwassene.

Stel dat het ons als volwassenen lukt om al deze maatschappelijke opgaven met elkaar te verbinden en van daaruit gezamenlijk tot een eigentijdse maatschappelijke infrastructuur rondom het kind te komen. Zelf ben ik ervan overtuigd dat het kan. Waar wachten wij nog op?


Marco van Zandwijk (architect-1975) werkt op dit moment als expert voor het landelijk kenniscentrum Ruimte-OK en is daarnaast Raadslid voor het CDA in Culemborg.