Bert Moormann, directeur-bestuurder van Domesta, pleit tijdens de Woningcorporatie Dag 2022 voor fabrieksmatiger bouwen. De oude aanpak is te langzaam, te duur en te vervuilend.
De komende tien jaar moet er een miljoen huizen bijkomen. “Als we dat op deze manier blijven doen, gaan we dat nooit halen”, stelt Bert Moormann, directeur-bestuurder van de in Zuidoost-Drenthe actieve woningcorporatie Domesta. Hij is een van de plenaire sprekers op de Woningcorporatie Dag 2022 op 19 april.
Naast de woningnood hebben corporaties nogal wat andere uitdaging, zo somt hij op. “Er is een vergrijzing gaande die een andere woonbehoefte met zich meebrengt. We moeten ervoor zorgen dat mensen de energieprijzen kunnen blijven betalen, dus we moeten ook tempo maken met het isoleren van huizen. Daarnaast hebben we andere verduurzamingsopgaven. Bovendien worden zowel de bouwmaterialen als arbeid schaars. Dat betekent kortom dat de corporatiesector nog sneller en efficiënter moet gaan bouwen en renoveren.”
Circulair
Doorgaan op de oude weg is te langzaam, te duur en te vervuilend, constateren Moormann en zijn team. Meer inzetten op conceptwoningen zien zij als oplossing. “De grote bouwbedrijven hebben in Nederland vijf of zes fabrieken gebouwd waar kant-en-klare onderdelen gefabriceerd worden die op de bouwplaats in elkaar gezet kunnen worden. Zo kun je onder ideale omstandigheden snel hoge kwaliteit duurzame huizen bouwen, want de materialen – hout of gerecycled beton – zijn circulair.” In de fabrieken worden steeds vaker robots ingezet, al staat dat nog in de kinderschoenen.
Het is een behoorlijke veranderopgave voor corporaties. “Traditioneel gezien begin je met een architect en ga je een huis helemaal opnieuw ontwerpen, alsof het de eerste keer is. Nu start je met een catalogus waaruit je een keuze maakt, dus je slaat heel wat stappen in het proces over. Dat is een behoorlijk aanpassing voor je interne organisatie, maar ook voor een gemeente. Die wil het liefste overal toparchitectuur neerzetten, elke straat moet een architectuurprijs winnen. Dat lukt natuurlijk niet. Gemeenten moeten hun ambities ook bijstellen en sneller grondlocaties gaan leveren.”
Conceptwoningen
Overigens hoeven gebouwen niet automatisch minder fraai te zijn. “Moderne conceptwoningen zien er prachtig uit, soms zie je het niet eens.” Er zijn nog steeds allerlei variaties mogelijk, in de kleur stenen, de soort dakpannen, een schuin of een recht dak. “Maar de tijd van een intensieve samenwerking met een architect die begint met een schets en uiteindelijk een bestek maakt waarna je een aanbesteding doet is voorbij.”
Als corporatie blijf je volgens hem goed nadenken over voor wie die woningen eigenlijk zijn en wat zij nodig hebben. “De grootste verandering is dat het interne proces op de schop gaat en dat je op het moment dat je weet dat je bijvoorbeeld woningen voor gezinnen nodig hebt, de catalogus erbij pakt en kijkt: welke type huis past op die plek. Feitelijk haal je vanaf dat moment al de besluitvorming op bij het bestuur en bij de Raad voor Commissarissen en kun je ook de vergunningen al gaan opstarten. Je slaat dus heel veel stappen over.”
In het geval van Zuidoost-Drenthe ligt de opgave vooral bij meer levensloopgeschikte woningen. “Wij zien tot 2030 nog wel een bevolkingsgroei, maar daarna is de verwachting dat er minder huishoudens komen in de regio. Een huis gaat 50 tot 80 jaar mee. Wij houden er bij het bouwen van nieuwe woning rekening mee dat we ze op termijn kunnen verplaatsen. Het zijn geen flexwoningen, maar ze zijn wel demontabel.”