Taxeren van maatschappelijk vastgoed is specialistisch werk, waarbij het om aanzienlijk meer gaat dan het bepalen van de huidige en toekomstige economische waarde van het object. Bij de waardering van hun vastgoed rekenen maatschappelijke organisaties zich nogal eens rijker dan ze zijn.
Hoe waardeer je maatschappelijk vastgoed?
‘Er zijn eigenlijk drie methoden voor waardering, namelijk op basis van vergelijken, op inkomsten of op kosten. Bij vergelijken kunnen marktgegevens worden gebruikt om de waarde te bepalen zoals de huurprijs per m2. De inkomstenmethode wordt toegepast als het gebouw verhuurd wordt of kan worden. De kostenmethode wordt gebruikt als het gebouw niet courant is, vaak specifiek voor één functie gebouwd is en er weinig marktgegevens zijn.
Stel je hebt een verpleeghuis waarvoor een taxatie nodig is. Het gebouw is specifiek en er zijn geen marktgegevens voorhanden. De waarde wordt dan vastgesteld aan de hand van de kostenmethode, ook wel de vervangingswaardemethodiek genoemd. Het verpleeghuis is 20 jaar oud. Wat kost het om dit gebouw terug te bouwen, maar gebouwd naar de nieuwste inzichten?
Stel de huidige stichtingskosten komen uit op € 10 miljoen. Daarop moeten correcties gemaakt worden voor technische en functionele veroudering. De waarde na deze correcties wordt zo bijvoorbeeld vastgesteld op € 5 miljoen.’
Is dat dan ook de waarde?
‘Vaak wordt de marktwaarde op deze wijze vastgesteld, maar daar ligt een valkuil.
Als er slechts een huurstroom van maximaal € 25.000 toe te rekenen is aan het object, dan is er geen investeerder te vinden die € 5 miljoen wil betalen voor dit object. De taxatie zal naar beneden aangepast moeten worden.
Het komt vaak voor dat deze test niet wordt gedaan en er te hoge waarderingen worden vastgesteld. Ik heb daar veel voorbeelden van gezien. Maatschappelijk vastgoedorganisaties rekenen zich op deze manier gemakkelijk — en mogelijk ongewild — rijk. In wezen is deze test een kritische evaluatie van de waarde op basis van vervangingswaardemethodiek.’
Mag alternatieve aanwendwaarheid meegenomen worden?
‘Stel het verpleeghuis is om te bouwen naar woningen. Daar moet dan wel een markt voor zijn. Het moet ook financieel en wettelijk haalbaar zijn én marktpartijen moeten die mogelijkheid ook onderkennen. Is aan deze voorwaarden voldaan, dan mag de taxateur de taxatie baseren op alternatieve aanwendbaarheid. Als in het geval van het verpleeghuis er dan een waardering van € 8 miljoen uitkomt, dan moet de taxateur deze waarde ook hanteren. Dit is het principe van “highest en best use” die dan de taxatie dicteert.
Heeft de exploitant invloed op waarde van het vastgoed?
‘Het kan zijn dat de exploitant van een gebouw het erg slecht doet. De taxateur moet zich echter altijd afvragen wat een gemiddelde exploitant voor prestatie uit het gebouw kan halen en mag zich niet baseren op de huidige situatie. De taxateur toetst aan de markt.’
Welke ontwikkelingen zijn er in het taxatievak zelf?
‘Een belangrijke ontwikkeling is de totstandkoming van het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT). Er is onafhankelijk tuchtrecht gekomen en doorlopend toezicht gaat een belangrijke rol spelen. De taxateur heeft daarbij de afgelopen jaren een vracht regelgeving over zich heen gekregen met alle gevolgen van dien voor de beroepsaansprakelijkheid. Zaken als vorm en inhoud van de opdrachtverstrekking, de wijze waarop data door de opdrachtgever worden aangeleverd en de eisen aan vakbekwaamheid spelen door deze ontwikkeling meer dan ooit.’
Zijn opdrachtgevers zich hiervan bewust?
‘Naar mijn idee onvoldoende. Er leeft toch vaak het idee dat het maar om een cijfertje gaat en dat een taxatie daarom niet veel mag kosten. Men ziet eigenlijk niet welk proces er achter een taxatie moet zitten om het een goede taxatie te maken. Ik heb gevallen gezien waar het dan ook goed mis gaat. Bijvoorbeeld bij een grote onderwijsinstelling. Na een taxatiegesprek bleek dat het vastgoed veel minder waard was dan ze dachten, met de nodige gevolgen voor de vermogenspositie. En dat heeft grote consequenties.’
Maken opdrachtgevers de stap naar professionaliteit?
‘Belangrijk is een zekere kennis en kunde omtrent taxatie van vastgoed. Dat geldt niet alleen voor de opdrachtgever, maar ook voor de interne toezichthouder(s). Je kan zelfs de vraag stellen wie de opdracht tot taxatie zou moeten geven, directie of interne toezichthouder.
In de praktijk ligt de rol van opdrachtgeverschap toch vaak bij de directie. Vaak zitten die niet te wachten op een enorme papierwinkel en hebben de focus op het cijfertje, de waarde van het vastgoed. Dat cijfertje is echter niets waard als niet de juiste procedure is gevolgd, er gebrekkige gegevens over het vastgoed zijn versterkt en de taxateur moet woekeren met zijn tijd omdat de beloning te laag is. Kennis en kunde bij de opdrachtgever zijn echt cruciaal.’
Wat is de rol van de toezichthouder?
‘Als toezichthouder moet je er in ieder geval op toezien dat er een goede procedure op zit. De relatie tussen directie en toezichthouder op dit punt moet helder zijn. Met welke opdracht en onder welke condities worden taxaties gedaan? Wordt de taxatie gedaan door een NRVT-taxateur? Heeft die kennis van de materie? Belangrijk is ook erop toe te zien dat er geregeld gewisseld wordt van taxateur om de onafhankelijkheid te waarborgen.
Samenvattend moet de toezichthouder erop toezien dat een goede taxateur het werk doet, dat er gevalideerde procedures zijn, dat er goede begrippen gehanteerd worden en dat er een goede uitleg over waardering is. Want als het fout gaat, dan heeft het veelal grote consequenties.’
–––
Tom Berkhout is professor of Real Estate op Nyenrode bij het Real Estate Center, geeft onderwijs en doet onderzoek. Hij is ook voorzitter van het Belastingdienst/Vastgoedkenniscentrum, maar beschouwt zichzelf meer als meewerkend voorman van het hooggespecialiseerd team van 15 man, dat van wanten weten als op vastgoed aankomt.