TNO: Hoog tijd voor industriële aanpak van woningverduurzaming

| Door Odette Koldewey

Niets hoeft het versneld verduurzamen van de woningbouw volgens TNO in de weg te staan. Sterker, iedere maand uitstel kost Nederland miljarden euro’s.

De afgelopen tien jaar is de verduurzaming van de gebouwde omgeving te veel blijven hangen in pilots, experimenten en proeftuinen. Dat kan Nederland zich niet meer veroorloven, stelt TNO. In de paper ‘Deze koopkrachtcrisis vraagt om bouwvakkers ipv deurwaarders’ benadrukken de onderzoekers dat het halen van de doelstellingen uit het Klimaatakkoord, namelijk het verduurzamen van 300.000 woningen per jaar, een absolute prioriteit moet zijn.

De afgelopen jaren lag het tempo op pakweg 30.000 woningen per jaar. Zelfs met de hoge energieprijzen lukte versnellen niet of nauwelijks. Volgens onderzoeker André Faaij moet de overheid alles op alles zetten om hier verandering in te brengen. ‘Doe je dat niet, dan is de rekening aan alle kanten veel hoger. De kosten van geïmporteerd gas zijn hoger dan die van verduurzaming en daar komen de maatschappelijke kosten van mensen die in de armoede terechtkomen nog bij. Dat is echt een heel serieus probleem, we gaan richting de miljoen huishoudens die op de een of andere manier aan het overheidsinfuus geraken. Als we langer wachten gaat het zelfs over anderhalf miljoen huishoudens.’

Win-win
Een lagere energierekening door renovatie en verduurzaming bestrijdt energiearmoede structureel, maar repareert ook de huidige koopkrachtdaling en versterkt de economie. Bovendien vormt het een cruciale stap in het halen van de klimaatdoelen en het verlagen van de geopolitieke afhankelijkheid van ondemocratische landen. Zoveel win-win is volgens TNO zeldzaam. Een industriële en programmatische aanpak van de woningverduurzaming kan dus niet langer wachten. Het goede nieuws: dat hoeft ook niet. ‘Alle benodigde kennis is beschikbaar, daar hoef je echt niet nog een nieuwe consultant of manager op te zetten of een nieuw rapport voor op te stellen’, aldus Faaij.

André Faaij is wetenschappelijke directeur bij TNO Energietransitie en hoogleraar (energiesysteemanalyse) aan de UU en RUG

Het is namelijk bekend welke huizen er het slechtst aan toe zijn, waar de meest kwetsbare mensen wonen en wat de technische oplossingen zijn. Woningen met de laagste labels moeten met voorrang worden aangepakt. Faaij: ‘De beschikbare kennis moet worden omgezet naar routekaarten die vervolgens worden uitgerold. Er zijn voor heel veel huizen al kant-en-klare oplossingen. Een partij als Urgenda heeft dat al jaren op allerlei plekken laten zien. De overheid moet corporaties en gemeenten opleggen dat ze die 300.000 woningen per jaar ook gaan halen.’

Regie
De markt wacht volgens hem op een overheid die de regie pakt in de transitie in de woningbouw, zodat ze weten dat de vraag structureel is. ‘Dan kunnen die bedrijven zeggen: ja, ik ga er een hal bijzetten om al die bouwelementen te maken en om die warmtepompen te produceren, want die markt is gegarandeerd. Dan gaan ze investeren.’ Innovatie, schaalvergroting en verhoging van efficiency en effectiviteit van diverse technieken voor besparing en levering van energie (warmte en stroom) in de woningbouw verlagen de kosten per woning volgens TNO in de komende tien jaar potentieel met 40 tot 50 procent.

Een van de aanbevelingen is dan ook: organiseer een integrale aanpak door structurele samenwerking tussen woningcorporaties, energiemaatschappijen, bouw- en installatiebedrijven en banken, waardoor een effectief innovatiesysteem ontstaat wat de genoemde efficiënte renovatieaanpak levert. Al deze partijen kunnen zich richten op een stabiele markt van 300.000 woningen per jaar voor de komende dertig jaar.

Barrières wegnemen
Verduurzamen is voor zowel huiseigenaren als woningcorporaties volgens Faaij een formidabele investering. De NOS rapporteerde vorige week nog dat huizen met een hoog energielabel al gauw een halve ton meer waard zijn dan huizen met een laag label. Het rendement van de investering is hoog, helemaal in deze tijden van inflatie. ‘Puur financieel is het heel verstandig om te verduurzamen, zelfs om dat met een krediet te doen. Daar kunnen banken heel erg in helpen.’

Daarnaast zou de overheid volgens hem continue bezig moeten zijn mogelijke barrières weg te nemen. ‘Als beleidsambtenaar op dit terrein kun je niet blijven zeggen: het is ingewikkeld. Het is diep frustrerend dat het bestuursapparaat daarin blijft hangen. We doen met deze paper echt een oproep om nú te leveren en de complexiteit te verminderen. Dat is papier, dat zijn regels, dat zijn afspraken; dat kan in termen van weken. De rekening van de LNG-importen is vertienvoudigd. Iedere maand uitstel kost een paar miljard.’ Dat geld landt bovendien in Qatar of in Rusland, want een gedeelte van de LNG komt nog steeds uit Rusland. ‘Daar moet je je ook zorgen over maken: met de miljarden die we nu uitgeven zijn we nog steeds Poetin aan het steunen.’