Transitie naar duurzame energiesystemen

| Door IVVD

Interview met Robin Berg, ondernemer, duurzaamheidspionier en bedenker van het elektrisch deelautoproject We Drive Solar, gelooft heilig in de energietransitie. Met brede inzet van batterijen en goede samenwerking tussen betrokken partijen worden we in Nederland zelfvoorzienend in onze energie.

Robin Berg, ondernemer, duurzaamheidspionier en bedenker van het elektrisch deelautoproject We Drive Solar gelooft heilig in de energietransitie. Met brede inzet van batterijen en goede samenwerking tussen betrokken partijen worden we in Nederland zelfvoorzienend in onze energie.

Robin Berg, gamechanger. Bedenker, initiatiefnemer en ondernemer van LomboXnet en We Drive Solar.
Robin Berg, gamechanger. Bedenker, initiatiefnemer en ondernemer van LomboXnet en We Drive Solar.

Waarom zijn batterijen zo belangrijk in de transitie naar duurzame energie?
‘De rol van batterijen in de energietransitie wordt steeds belangrijker, met name om pieken van duurzame energie op te vangen en daarmee het net te stabiliseren. Nu kunnen we nog terugvallen op de fossiele centrales als er tijdelijk geen zon of wind is, maar die centrales gaan op termijn verdwijnen. Dan worden batterijen echt voorwaardelijk, met name in de kortetermijnopslag. Daar zijn batterijen ideaal voor. Zowel in kleinschalige opslag in de vorm van autobatterijen of batterijen thuis alsook in grotere opslag bij windparken en zonneparken. Dat zullen we in de toekomst steeds vaker gaan zien. Zo loopt er bij de Jaarbeurs in Utrecht nu een pilotproject, een combinatie van een laadpunt met zonnepanelen en een batterij. We gebruiken de batterij daar om zonne-energie op te slaan als er geen auto’s staan en die energie later te gebruiken als er wel auto’s staan. In de Utrechtse wijk Lombok zijn we het project We Drive Solar gestart in samenwerking met Renault. Daar gebruiken we autobatterijen van deelauto’s als buffer voor zonne-energie, bij de Jaarbeurs gebruiken we stationaire batterijen van Tesla, de zogenaamde Powerpacks. Die zijn groter en hebben een opslag- capaciteit tot 1 megawatt/uur. Daar kunnen we twintig elektrische auto’s volledig mee opladen. De verwachting is dat er op termijn meerdere Powerpacks in Utrecht komen.’

Hoe kijkt u aan tegen de samenwerking tussen betrokken partijen?
‘Alle partijen met wie wij in Utrecht en in andere steden samenwerken pakken hun rol, hun verantwoordelijkheid. Dat gaat heel goed. Marktpartijen en woningcorporaties hebben steeds meer aandacht voor duurzame oplossingen. Met We Drive Solar zijn we onder andere betrokken bij het project Cartesius-driehoek, een van de grootste nieuwbouwtenders van 2018. De NS gaat in samenwerking met de gemeente en verschillende marktpartijen aan de Cartesiusweg in Utrecht op een oud rangeerterrein een complete nieuwbouwwijk ontwikkelen waarbij duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt is. Ons consortium heeft meegeschreven aan dit plan om de mobiliteit in deze wijk te verduurzamen en het energiesysteem te verslimmen met de inzet van autobatterijen. Een mooi voorbeeld hoe uiteenlopende partijen samen het verschil kunnen maken. Wel zou de Rijksoverheid nog stappen moeten zetten. Die lopen helaas nog achter met verouderde regelgeving rond netbeheer en energieopslag. Het is wachten totdat dat gaat verbeteren. En dat is nodig ook als we dit soort duurzame systemen willen opschalen. De consument lijkt er in ieder geval klaar voor. Het is voor hen geen kwestie meer van moeten maar van willen. Zo zien we de belangstelling voor We Drive Solar behoorlijk toenemen. Mensen willen graag elektrisch rijden maar kunnen het niet altijd betalen en dan is ons systeem met deelauto’s heel interessant. We zijn twee jaar geleden gestart met tien auto’s in Lombok en er rijden nu vijftig auto’s in heel Utrecht. Onlangs zijn we ook in Zoetermeer gestart, en Amsterdam en andere steden volgen spoedig.’

De transitie naar duurzame energiesystemen kost enorm veel geld. Wie gaat dat betalen?
‘Zo benaderen wij deze materie niet. We zien vooral wat het ons allemaal gaat opleveren. Nog te veel mensen denken bij de energietransitie voornamelijk vanuit de kosten, maar wij zien vooral opbrengsten. De economische kansen zijn gigantisch, de besparingen zijn ook gigantisch. Uiteindelijk worden we hier met z’n allen alleen maar beter van. Als je ziet wat duurzame projecten voor de lokale werk- gelegenheid betekenen, dat is enorm. Voor de economie is de energietransitie alleen maar een positieve ontwikkeling. We zijn straks niet meer afhankelijk van gas uit Rusland en olie uit het Midden-Oosten. We kunnen de energie zelf gaan opwekken. De miljarden euro’s die we uitgeven aan brandstoffen uit het buitenland kunnen we nu gaan investeren in eigen land voor duurzame energie-opwekking en nieuwe, slimme energiesystemen. Natuurlijk moet er een investering gedaan worden, maar de mogelijke opbrengsten op meerdere vlakken zijn enorm. Wij investeren al, netbeheerders investeren, woningcorporaties investeren. Met een goede businesscase kunnen je mensen makkelijk over de streep trekken en die businesscase wordt alleen maar mooier als de wet- en regelgeving rond netbeheer wordt aangepast.’

Een positief verhaal. Maar uit prognoses blijkt dat het vliegverkeer in de komende vijftien jaar verdubbelt. Is de stap naar duurzame energiesystemen dan niet een druppel op een gloeiende plaat?
‘Het wegtransport neemt een groot deel van de CO2-uitstoot in. De elektrificatie van weg- transport zorgt ervoor dat de batterijtechnologie een enorme vlucht neemt. Daardoor zijn er nu al kleine vliegtuigen die elektrisch kunnen vliegen, simpelweg omdat er zoveel geïnvesteerd wordt in de batterijtechnologie. Als we doorpakken met elektrische vervoer dan gaat die ontwikkeling alleen nog maar meer versnellen. Elektrisch rijden is nu nog klein, als dat groot wordt dan worden de belangen ook groot en zullen de investeringen en de research enorm toenemen. Alles komt dan in een versnelling. Wat er nu aan de achterkant gaande is, dat gaat de doorslag geven.
Dat is de enige manier om ook het transport in de lucht te verduurzamen. Een groot deel van de verdubbeling van het vliegverkeer zal opgevangen moeten worden met elektrische hulpmiddelen. Dat is ook wenselijk vanuit de afgesproken Klimaatdoelstellingen in Parijs. Anders ligt Nederland binnen een paar honderd jaar onder de zeespiegel en is er geen Schiphol meer. We hebben maar één planeet en die kunnen we maar beter leefbaar houden.
En het geeft resultaat. Zie een land als Noorwegen waar bijna de helft van de verkochte auto’s elektrisch is. De olie- en benzineverkoop begint daar al terug te lopen. Dat is uiteindelijk wat echt nodig is, anders gaan we met z’n allen kopje onder.’