Hof van Jacob in Haarlem wordt een levendig woongebied voor ouderen met en zonder zorgvraag. Door verschillende functies en doelgroepen samen te brengen, wordt ontmoeting gestimuleerd. De verwachting is dat mensen elkaar gaan helpen, waardoor de druk op de zorg vermindert. Hoe stimuleer je dat?
Op de locatie van voormalig verpleeghuis Boerhaave in Haarlem heeft ouderenzorgorganisatie Sint Jacob Hof van Jacob ontwikkeld. ‘Het is een prachtige positie waarvoor we een nieuw totaalconcept hebben bedacht’, vertelt bestuurder Eduard van Bockel. ‘Het moet een plek worden waar ouderen zoveel mogelijk hun leven kunnen voortzetten zoals ze dat gewend zijn. Waar zorg dichtbij is als dat nodig is, al staat dat niet voorop. Wat belangrijk is om je leven door te kunnen laten gaan, is interactie met je leefomgeving. Door andere functies en partijen te vinden die ontmoeting op een natuurlijke manier mogelijk maken, creëren wij de voorwaarden daarvoor.’
In plaats van de besloten wereld van het verpleeghuis, wordt de Hof van Jacob een levendig woongebied voor senioren die zorg nodig hebben of in een beschutte omgeving willen wonen. Om dit te realiseren heeft Sint Jacob aan de voorkant veel geïnvesteerd in het betrekken van de wijk. ‘Er waren aanvankelijk wel veertig partijen aanwezig bij de bijeenkomsten die we organiseerden. Zo ontstond er een gezamenlijk verlangen. Die verbinding is cruciaal.’
Eduard van Bockel, bestuurder Sint Jacob: ‘Interactie met je leefomgeving is belangrijk om je leven door te kunnen laten gaan’
Zorg onder één dak
In het multifunctionele gebouw Hart van Jacob komen belangrijke functies zoals kinderopvang en maatschappelijke horeca. Ook Sint Jacobs hoofdkantoor huurt er ruimte. Naast ‘Beschermd Wonen’, bedoeld voor mensen die intensieve zorg nodig hebben, komt er een klein aantal studio’s voor mensen die tijdelijk verzorging nodig hebben. Daarnaast worden er 103 zelfstandige ouderenwoningen toegevoegd met ondersteuning op maat; ‘Verzorgd wonen’. In de plint van een van deze gebouwen komt een eerstelijns gezondheidscentrum.
Sint Jacob heeft volgens wethouder zorg, welzijn en volksgezondheid Diana van Loenen al eeuwen een historie met Haarlem. ‘Dat is van grote waarde. Ze hebben echt een intrinsieke drive om te zorgen. Voor ons is het belangrijk dat de zorg onder één dak komt bij Hof van Jacob. Er wordt altijd gezegd: je moet op je pantoffels met je rollator naar de zorg kunnen.’ Naast goede huisvesting is eenzaamheid een grote uitdaging. ‘Door verschillende functies op één plek samen te laten komen, ontstaat ruimte voor ontmoeting. Bij Hof van Jacob komen wonen, zorg en ontmoeten samen.’
De wethouder hoopt dat Hof van Jacob het vormen van zorgzame wijken stimuleert, wijken waar zorg en voorzieningen samenkomen. ‘Haarlem wil graag een dementievriendelijke stad zijn, waar buurtbewoners de signalen herkennen en af en toe naar mensen met dementie omkijken: gaat het allemaal nog goed?’
Integrale visie
In absolute aantallen neemt het aantal ouderen in Haarlem toe, bovendien worden ze steeds ouder en blijven ze langer thuis wonen. Om de stad hierop voor te bereiden heeft de gemeente met de corporaties en zorgaanbieders de Stadsdeal ouderenhuisvesting gesloten. Van Bockel juicht de integrale visie van de gemeente toe. ‘Verpleeghuizen kunnen de vraag naar ouderenzorg en -huisvesting niet alleen oplossen.’
Er zijn bijvoorbeeld financiers nodig. Sint Jacob heeft een ontwikkelaar en investeerder aangetrokken, maar pas nadat het concept volledig was uitgewerkt en zelfs juridisch was vastgelegd. ‘We willen onze middelen vooral in zorg investeren, dat is onze kernfunctie, niet de verhuur van woningen of horeca’, vertelt Van Bockel. ‘Daarom wilden we een deel van het project vervreemden. Maar alleen als de partijen die in wilden stappen zich committeerden aan het totaalconcept.’
Michiel Wijnen, ontwikkelaar Zenzo: ‘Waar ontmoeting ontstaat en de hulpvraag zichtbaar wordt, staat de vrijwilliger vanzelf op’
Ontmoeting
Zenzo Maatschappelijk Vastgoed is een logische match. Hun visie sluit nauw aan op die van Sint Jacob. Bovendien heeft Zenzo al soortgelijke projecten gerealiseerd. Daar ziet ontwikkelaar Michiel Wijnen dat waar ontmoeting ontstaat en de hulpvraag zichtbaar wordt, de vrijwilliger vanzelf opstaat. ‘Daar geloven wij bij Zenzo erg in. We zien ook dat je dat niet kunt afdwingen. Niet iedereen wordt vrijwilliger en niet iedereen kan mantelzorger zijn voor zijn ouder, maar er zijn genoeg mensen die dat wel willen.’
In een project waarbij Zenzo betrokken was, zijn oudere bewoners van een gebouw met een kinderdagverblijf maaltijden gaan koken voor de jonge ouders die hun kinderen ’s avonds komen ophalen. ‘De volgende dag is er even een contactmomentje, want je hebt een onderwerp om over te kletsen. In zulke simpele dingen zit het vaak.’
Zichtbaarheid
Ja, ouders hebben vaak haast, beaamt Wijnen. ‘Maar er is altijd een keer dat ze tijd over hebben. Dan is het goed dat ze iemand met een beperking of zorgvraag al tien keer hebben zien zitten. Want mensen vinden het niet makkelijk zo iemand aanspreken. Dat heeft tijd nodig. Die ene keer dat ouders een kwartiertje te vroeg zijn, gaan ze misschien toch een praatje maken en van dat praatje komt soms vanzelf meer.’
Volgens Van Loenen is de vergrijzing niet alleen een probleem. ‘Veel 65-plussers zijn als mantelzorger of vrijwilliger aan de slag voor de samenleving. De verschuiving van het zorgdomein naar mantelzorgers, vrijwilligers of het sociale domein is allang gaande. De personeelstekorten zijn zo groot dat het niet anders kan.’ Vaak gaat het om mensen die zelf kampen met eenzaamheid, vult Wijnen aan. Er zit een wederkerigheid in vrijwilligerswerk ‘Zij doen het soms ook voor zichzelf.’
Diana van Loenen, wethouder Haarlem: ‘Haarlem wil graag een dementievriendelijke stad zijn, waar mensen naar elkaar omkijken’
Verleiden
‘We zien nu al dat mensen uit de serviceflats de meer kwetsbare bewoners helpen’, zegt Van Bockel. ‘Voor mij zijn de mensen die straks bij ‘Verzorgd wonen’ komen huren belangrijke vrijwilligers voor bewoners van ‘Beschermd wonen’. Met verhuurder Achmea denken we erover na om dat aan de voorkant bespreekbaar te maken. Je kunt het concept uitleggen en mensen verleiden ook iets bij te dragen.’
Eindbelegger Achmea Real Estate is op meerdere plekken in Nederland bezig met soortgelijke concepten, onder andere samen met Zenzo. ‘Eén plus één plus één wordt dan vier’, zegt een tevreden Van Bockel over de samenwerking. Wel lastig was dat gedurende het traject de rente en de bouwkosten stegen. ‘Om het toch door te laten gaan, hebben we een veertje gelaten in de grondprijs. Dat moet je ervoor over hebben.’
Ook worden er meer woningen gerealiseerd dan aanvankelijk gepland. De sociale en middeldure huurwoningen zijn bedoeld voor de ouderen die al deels afhankelijk zijn van zorg en brengen daarmee doorstroming op gang. Volgens Wijnen heeft de gemeente het proces versneld door oplossingsgericht te denken en zaken niet nodeloos ingewikkeld te maken. ‘Mensen maken echt het verschil. De opgave is megagroot. Het is zonde als je tijd kwijt bent met vergaderen, terwijl we plannen moeten realiseren.’
Eigenaarschap
Het is een proces met een lange adem, zegt hij. ‘De mensen die daar dadelijk gaan werken en wonen hebben niets met het ontwikkelproces, maar doordat de betrokken partijen intensief hebben samengewerkt, hebben ze elkaar goed leren kennen. Dat helpt om het straks tot een succes te maken.’
Eigenaarschap is een belangrijke succesfactor. Sint Jacob brengt bijvoorbeeld de horecaondernemer in contact met een welzijnsorganisatie van de gemeente om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Wijnen. ‘Het is niet je eerste verantwoordelijkheid om die horecaondernemer te helpen, toch moet je het doen om het totale concept verder te brengen.’
De horeca is een belangrijke sleutel om ontmoeting te stimuleren, beaamt Van Bockel. ‘Door activiteiten te organiseren kan zo’n sociaal ondernemer dat wel bevorderen. Als Sint Jacob en Achmea zijn we eigenaar, maar we voelen ons allebei ook eigenaar van het concept. Ook als alles reilt en zeilt. De kinderopvangorganisatie en de Zorg Onder Eén Dak, dus de fysio, huisartsen en apotheek, zijn intrinsiek verbonden aan dit concept. Dat gaan we natuurlijk in stand houden in een bepaalde overlegstructuur. Maar uiteindelijk moeten de bewoners het zelf doen.’