Waar moet mevrouw Jansen (70) over tien jaar wonen?

| Door Klementine Vis

De groep 80-plussers groeit fors de komend decennia. Levensloopbestendige woningen voor thuiswonende senioren die geen permanente zorg nodig hebben, krijgen het minste aandacht terwijl het tekort op de woningmarkt juist in dit segment het sterkst stijgt. Een sterke inzet op publiek-private samenwerking is nodig.

Recent stelde minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren dat er de komende tien jaar jaarlijks 75.000 woningen bijgebouwd moeten worden waarvan er 44.000 geschikt zijn voor senioren. Initiatieven voor de ontwikkeling van deze zogenoemde levensloopbestendige woningen laat de overheid volledig aan de markt over. Marktpartijen op hun beurt duiken graag op de woningmarkt, maar zien voor seniorenwoningen vaak nog onvoldoende incentives of rendementsperspectieven om hierin daadwerkelijk te gaan investeren.

Internationaal vastgoedadviseur Cushman & Wakefield deed onderzoek naar wat er nodig is om het tekort aan geschikte woningen voor senioren op te lossen en marktpartijen te bewegen naar goede samenwerkingen. Uit een serie diepte-interviews met marktpartijen blijkt dat er naast obstakels ook voldoende kansen en uitdagingen liggen om met een gezamenlijke aanpak succesvol invulling te kunnen geven aan de groeiende vraag naar levensloopbestendige woningen.

text
text

Oscar Klein: ‘Zowel publieke als private partijen erkennen het seniorenwoningtekort. Nu is het tijd voor actie’

text

Projectontwikkelaars: Show me the money
Door demografische ontwikkelingen – meer ouderen en minder jongeren – zien marktpartijen veel potentie in geschikte woningen, terwijl samenwerkingen om dit te realiseren nog niet echt van de grond komen. Projectontwikkelaars zien nog weinig tot geen stimulans om levensloopbestendige woningen te bouwen omdat de bouwkosten voor deze woningen hoger liggen dan voor reguliere woningen waar de vraag nog veel hoger is. Ook worden levensloopbestendige woningen vaak gezien als een investering met een verhoogd risicoprofiel als gevolg van het label zorgvastgoed, terwijl we feitelijk praten over residentieel vastgoed. Door het realiseren van een aantrekkelijk woonproduct voor senioren wordt juist de doorstroom op de woning­markt gestimuleerd en het tekort in het middensegment aangepakt.

Zorgvastgoedbeleggers: Eerste initiatieven worden zichtbaar
Zorgvastgoedbeleggers focussen vooral op specialistisch zorgvastgoed en op woonzorglocaties die worden verhuurd aan een zorgorganisatie. Levensloopbestendige woningen voor senioren die thuiswonend zijn en geen permanente zorg nodig hebben valt daarbuiten, terwijl het tekort op de woningmarkt juist in dit segment het sterkst stijgt. Samenwerking met residentiële vastgoedbeleggers wordt daarom steeds belangrijker, zoals de samenwerking tussen FAME en Syntrus Achmea Real Estate & Finance, waarbij de eerste stappen zijn gezet naar de gezamenlijke invulling van de vraag naar seniorenwoningen.

Zorgleveranciers: Het licht zien vs de hitte voelen
Zorgleveranciers hebben op hun beurt ook belang bij samenwerkingen met marktpartijen voor het realiseren van geschikte zorglocaties omwille van efficiënte zorglevering. De urgentie wordt bij deze partijen echter nog onvoldoende gevoeld. Eens te meer omdat zorginstellingen zich niet verantwoordelijk voelen voor het realiseren van dit product. In het verleden kon deze groep ouderen doorschuiven naar de beschutte woonomgeving van een verzorgingshuis, maar door het scheiden van wonen en zorg is dit niet meer mogelijk. Hiermee is het daarom zeker ook een rol van zorgleveranciers om mee te denken en mee te werken aan innovatieve manieren van huisvesting voor deze doelgroep.

Wat moet er gebeuren?
Nederland staat voor de opgave om snel een antwoord te formuleren. Vanuit de geïnterviewde stakeholders wordt het groeiende tekort aan geschikte woningen voor senioren erkend, maar marktpartijen voelen nog niet de urgentie om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor het vraagstuk.

Uit het onderzoek van Cushman & Wakefield blijkt dat gemeenten hierin de bepalende rol hebben door de ontwikkeling van seniorenwoningen te faciliteren door bijvoorbeeld toewijzing. De bal ligt bij de publieke sector om de randvoorwaarden te scheppen waarbinnen vastgoedbeleggers, corporaties, zorgleveranciers en projectontwikkelaars kunnen manoeuvreren en gestimuleerd worden om in te zetten op geschikte woningen voor senioren. Het is daarom belangrijk om, bijvoorbeeld vanuit de minister, veel sterker in te zetten op publiek-private samenwerkingen zodat het woonproduct er komt en een aantrekkelijke beleggingscategorie wordt voor vastgoedpartijen. De handen moeten ineen voor duurzame oplossingen op dit deel van de markt dat niet wacht.