Marten Middendorp, Republiq – Hoe kun je als corporatie sturen op een passende voorraad, zonder beeld van de samenstelling van je wachtlijst? Hoe kun je als gemeente investeringen prioriteren zonder feiten over het vastgoed en het gebruik? Hoe maak je als hogeschool een huisvestingsplan als je driekwart van de tijd kwijt bent aan het verzamelen van informatie?
Hoe kun je als corporatie sturen op een passende voorraad, zonder beeld van de samenstelling van je wachtlijst? Hoe kun je als gemeente investeringen prioriteren zonder feiten over het vastgoed en het gebruik? Hoe maak je als hogeschool een huisvestingsplan als je driekwart van de tijd kwijt bent aan het verzamelen van informatie?
We hebben het jaren zo gedaan. Gewoon met de feiten die wel voorhanden waren. En nu lijken data een belangrijke doorbraak te vormen in het vakgebied. We krijgen alle informatie die nodig is op een presenteerblaadje. Niet omdat vastgoedeigenaren zelf meer data registreren, maar doordat er steeds meer databestanden beschikbaar komen over het vastgoed en de stedelijke context. En daarmee wordt mijn vakgebied van vastgoedsturing eindelijk volwassen.
Wat gebeurt er in dataland?
Een technische verklaring is de opkomst van systemen die het gemakkelijk maken om databronnen te koppelen. Zie de opkomst van dataverwerkingsprogramma’s als Excel 15 jaar geleden. Toen was dat exotisch, nu is het gemeengoed en zijn er voldoende specialisten te vinden die er handig mee zijn. Met deze technische ontwikkeling krijgen we sneller de benodigde gegevens aan elkaar geknoopt en ook veel gemakkelijker gepresenteerd. En naarmate het makkelijker wordt om data te koppelen, worden data ook meer gebruikt. Daarmee krijgen data ook meer waarde.
Het loont dus om data beschikbaar te stellen. Overheden maken steeds meer data openbaar en commerciële dataleveranciers werken naarstig door om nog completer te worden. De voorraad relevante openbare en toegankelijke gegevens in de gebouwde omgeving groeit elke dag.
Een huisvestingsplan voor het onderwijs maken we bijvoorbeeld op basis van open data. Hoe bereikbaar zijn de scholen? Wie zit er ruim in zijn jas en waar knelt het? Waar renderen duurzaamheidsinvesteringen het meest? Hoeveel gevaarlijke kruispunten moet een jochie van zeven over om naar school te kunnen? Dat kunnen we allemaal uitrekenen.
Maar we weten ook de correlatie tussen schoolgrootte en onderwijskwaliteit en in hoeverre het schoolbestuur uit de voeten kan met de rijksbijdrage voor onderhoud en exploitatie. Alle ingrediënten voor het huisvestingsplan zijn openbaar of gemakkelijk verkrijgbaar. Mijn verwachting is dat externe dataleveranciers op termijn meer over het vastgoed, de context en de gebruikers weten dan de gebouweigenaar zelf. Je koopt een vastgoedadministratie in. Eenduidig verzameld, vergelijkbaar met sectorgenoten, continu geactualiseerd.
Maar leidt een schat aan informatie ook daadwerkelijk tot betere besluitvorming?
Ik denk van wel. Ten eerste omdat we niet allemaal het wiel hoeven uit te vinden. Het maken van een verduurzamingsplan voor één corporatie is bijvoorbeeld evenveel werk als het maken van een verduurzamingsplan voor de hele sector. Ten tweede omdat we een referentie krijgen om ons mee te vergelijken. Met zicht op al het maatschappelijk vastgoed van Nederland is het makkelijker keuzes maken over het voorzieningenaanbod in de eigen gemeente. En ten slotte, en misschien wel het belangrijkste, draagt de tijdwinst bij aan betere besluitvorming. Geen tijd meer verdoen met het op orde brengen van eigen data of het verzamelen van invalshoeken. Dat maakt dat het gezond verstand van de vastgoedprofessional de ruimte krijgt voor een weloverwogen, herleidbaar en onderbouwd vastgoedbesluit. En dat maakt ons werk sneller, gemakkelijker en leuker.
En dus ook beter.