Zwembaden zijn energieslurpers bij uitstek. Dat het ook anders kan, bewees Barend Lukkien, oud-ingenieur van NAM, die de zwembaden in Tynaarlo van het gas af haalde. Volgens hem bieden zwembaden veel besparingsmogelijkheden, als je maar weet waar je moet zoeken. ‘Betaal voor wat je nodig hebt en niet voor overcapaciteit.’
In 2015 startte Barend Lukkien als lid van het bestuur van Stichting Zwembaden Tynaarlo. Als technisch man nam hij de afdeling techniek en onderhoud voor zijn rekening. Al snel verbaasde de oud-ingenieur zich over de enorme hoeveelheden energie die in de zwembaden werden verbruikt. Een kijkje in de machinekamer van het openluchtzwembad in Vries maakte een hoop duidelijk. ‘De pompen stonden op volle kracht te draaien, ook als het zwembad dicht was. Dat wilde ik zo snel mogelijk terugdraaien, maar dat bleek helemaal niet mogelijk. Er zat nog een oud besturingssysteem op waarbij je niet aan de knoppen kon draaien. Die heb ik dus in 2016 vervangen voor een nieuw regelsysteem. Ons elektriciteitsverbruik ging in één keer van 140.000 kilowatt naar 40.000 kilowatt.’
Aan de knoppen draaien
Door het nieuwe regelsysteem kon Lukkien het zwembad eindelijk doeltreffend gaan regelen. ‘We konden eindelijk echt ingrijpen. Dat kon voor die tijd niet, alles draaide constant maximaal. En dat geldt vrees ik voor een heleboel zwembaden in Nederland. Ook nu nog. Op die manier lekt er veel geld weg dat bespaard had kunnen worden.’ Als voorbeeld noemt Lukkien de pompen die draaien om het zwembadwater door de zandfilters te stuwen om het water schoon te houden. ‘Dat systeem werkt prima, maar als het zwembad niet in gebruik is, hoef je dat schoonmaaksysteem niet op volle kracht te laten draaien. Dat kan dan prima op de helft van de snelheid draaien. En het leuke is: de helft van de snelheid vraagt slechts om een kwart van het vermogen. Daar ligt dus een interessant besparingspotentieel.’
Nadat Lukkien het elektriciteitsverbruik van de buitenbaden in Vries en Paterswolde drastisch naar beneden had gebracht, verlegde hij zijn blik naar het gasverbruik. ‘Ook het gasverbruik hebben we enorm teruggedraaid. We zaten op ongeveer 32.000 kuub gas op jaarbasis, maar dat hebben we met 20.000 kuub naar beneden gebracht, onder andere door de verwarming van het gebouw in de winter uit te zetten en het recreatiebad pas te verwarmen als er gebruik van wordt gemaakt. De verwarming voor de gebouwen stond in de winter aan maar dat is nergens voor nodig, als er maar genoeg geventileerd wordt zodat er geen condensvorming in de apparatuur komt. Zo hebben we allemaal kleine stapjes gezet waarmee we uiteindelijk fors op onze energiekosten besparen.’
Van het gas af
De laatste en misschien wel belangrijkste stap zette Lukkien in 2019 toen hij de buitenbaden in Vries en Paterswolde van een warmtepomp voorzag. Die baden zijn nu helemaal van het gas af. Het levert de stichting een besparing op van 15.000 euro aan gaskosten op jaarbasis. Het subtropisch zwembad in Zuidlaren, dat ook onder de zwembadstichting valt, volgt eind dit jaar en dan kan ook dat zwembad van het gas af. Zonnepanelen, zonnecollectoren en de warmtepompen moeten de zwembaden dan van elektriciteit en warmte voorzien.
Lukkien boog zich in 2018 al wel over het energieverbruik van het subtropisch zwembad in Zuidlaren. ‘Daar hebben we een nieuw besturingssysteem en luchtbehandeling geplaatst voor de zwemzaal. In het uitgangskanaal van het luchtbehandelingssysteem hebben we een warmtepomp geplaatst die het laatste stukje warmte uit de afgeblazen lucht haalt en dit weer terugvoert naar het zwembad. Die warmte gebruiken we voor opwarming van het zwembadwater en het douchewater. Zo hebben we in Zuidlaren het gebruik van 180.000 kuub gas op jaarbasis teruggebracht tot bijna 95.000. Daarmee besparen we dus ongeveer de helft op gaskosten. Heel mooi, want gas kost bijna 75 cent per kuub op het moment.’
Overcapaciteit voorkomen
Volgens Lukkien moeten zwembaden meer als bedrijf worden gerund. ‘Een zwembadstichting moet eerst inventariseren waar het geld van het zwembad naartoe gaat en waar winst valt te behalen. Nu lekt er nog onnodig geld weg, maar als je weet waar je kunt besparen is er een heleboel mogelijk. Betaal voor wat je nodig hebt en niet voor overcapaciteit, dat is regel één. Want beter regelen en goedkoper, dat gaat best samen. Maar het ontbreekt vaak nog aan de juiste kennis.’
Niet elke zwembadstichting beschikt over een oud-ingenieur die onbezoldigd veel vrije tijd steekt in het energiezuinig maken van de baden. Toch is er volgens Lukkien ook voor deze stichtingen heel veel mogelijk. ‘Voor mij is dit een beetje een hobby, ik heb me er helemaal in gestort en me steeds meer verdiept in de materie. Met mijn technische achtergrond heb ik natuurlijk een voorsprong. Maar het is over het algemeen ook gewoon een kwestie van je boerenverstand gebruiken en goed kijken naar efficiency. En soms ook net even verder kijken dan het gebruikelijke. Zo betalen wij de laatste tijd een stuk minder zuiveringsbelasting en rioolbelasting op het water dat we afvoeren omdat uit mijn berekeningen bleek dat er zeker 500 kuub per jaar verdampt per buitenbad en zelfs 2.000 kuub uit het subtropisch zwembad. Dat is bij elkaar 3.000 kuub waar we niet voor hoeven te betalen. De gemeentelijke belastingdienst kon niet om mijn berekeningen heen en dus besparen we nu op jaarbasis voor deze belasting ook weer 3.000 euro.’
Mooie terugverdientijden
Nu buitenbad De Leemdobben in Vries van het gas af is, komt de totale besparing hier op 60.000 euro op jaarbasis. En dat na een investering van 300.000 euro. Bij buitenbad Lemferdinge in Paterswolde lag de investering met 375.000 euro iets hoger, maar ook hier wordt fors bespaard: 75.000 euro op jaarbasis. ‘De investeringen verdienen we in zes tot acht jaar tijd gegarandeerd terug en daarna wekken we gratis onze eigen energie op. Hoe mooi is dat?’
De totale investering in verduurzaming van de buitenbaden en het subtropisch zwembad ligt voor de stichting net iets onder het miljoen. Zoveel geld hadden ze uiteraard niet op de plank liggen. Een lening van de gemeente van 925.000 euro bracht uitkomst. ‘Ik ben met het verduurzamingsprogramma bij de gemeente langsgegaan en heb de plannen gepresenteerd aan de burgemeester, wethouders en raadsleden. Vanaf het begin was er enthousiasme binnen de gemeente voor de plannen en dat hebben ze met die lening concreet gemaakt. Daarmee kon ik alle investeringen rond krijgen.’
Subsidie, subsidie, subsidie
Lukkien wijst erop dat je bij verduurzaming van vastgoed ook goed in de gaten moet houden wat de mogelijkheden qua subsidies zijn. ‘Daar moet je bovenop zitten. Die subsidies zijn belangrijk voor het welslagen van je project. Zo kregen wij bijna 50% terug van de kosten van de warmtepompen (ISDE- en BOSA-subsidie) en ook op de zonnepanelen hebben we een mooie SDE+-subsidie gekregen die 15 jaar geldt. Daarnaast ontvangen we ook nog een subsidie van de provincie voor de zonnepanelen van Leemdobben. Zo wordt het hele verhaal een stuk interessanter, maar je moet die subsidiepotjes wel eerst vinden.’
De zwembaden in Nederland bieden volgens Lukkien nog genoeg besparingsmogelijkheden. Maar dan moeten die zwembaden wel behouden blijven. ‘We moeten zuinig zijn op onze zwembaden’, stelt hij. ‘Als een zwembad eenmaal dichtgaat, dan krijg je het in de meeste gevallen niet meer terug. Dat is gewoon zo. Die zwembaden moeten dan wel als bedrijven worden gerund, waarbij je dus ook kritisch moet kijken naar de bedrijfsvoering. Want daar valt in veel gevallen nog een wereld te winnen. En als ze niet weten waar ze moeten beginnen, dan kunnen ze altijd bij ons komen kijken: wij delen onze kennis met plezier.’