We hebben de historische kwaliteiten van het gebouw zoveel mogelijk benut.
Geertjan van Geffen, architect
Begin mei heeft de gemeente Den Haag een nieuw stadskantoor in gebruik genomen. In relatief korte tijd werd een naoorlogs industrieel gebouw getransformeerd tot een energieneutrale en gezonde werkomgeving.
De Europese aanbesteding werd gewonnen door Wessel van Geffen architecten uit Tilburg en Studio Leon Thier uit Den Haag. Als lid van het projectteam was W/E adviseurs ook bij de realisatie van dit project betrokken.
We bespreken deze transformatie met architect Geertjan van Geffen en senior adviseur Cees Leenaerts van W/E adviseurs. Geertjan duikt in het verleden: ‘Het gebouw heeft een industrieel verleden als drukkerij en boekbinderij. De destijds beroemde Ryam-agenda kwam er onder meer vandaan. De werkruimten hadden grote en hoge ramen, zodat het daglicht ruim en diep in het gebouw kon doordringen en de werknemers op hun werkplek goed licht hadden. Het gebouw kreeg destijds ook een regelmatige kolomstructuur en vrij indeelbare ruimten. Nadat het bedrijf het gebouw in 1990 had verlaten, kwam het in bezit van de gemeente Den Haag die het als kantoorverzamelgebouw voor verschillende gemeentelijke functies ging gebruiken. Toen de gemeente Den Haag voor haar diensten SZW en OCW op zoek was naar een nieuwe huisvesting bleek een transformatie van dit markante gebouw de meest geschikte optie.’
Geertjan van Geffen, architect
‘We hebben de historische kwaliteiten zoveel mogelijk benut. Het gebouw heeft niet de status van een monument, maar zo hebben we het wel benaderd. We hebben ook voortgeborduurd op de structuur van het oorspronkelijke gebouw en alle latere aanpassingen ongedaan gemaakt. Het oude gebouw is tot op het casco gestript. Het spreekt vanzelf dat het niet meer voldeed aan de eisen die tegenwoordig aan een energieneutrale en gezonde werkomgeving worden gesteld. Om daaraan te voldoen hebben we onder meer het casco verbeterd. Daarbij zijn nieuwe materialen en afwerkingen toegepast. Zo zijn de betonnen kozijnen bijvoorbeeld vervangen door aluminium kozijnen, in dezelfde vorm maar met veel betere isolerende eigenschappen. Een ander voorbeeld is dat de betonnen borstplaten zijn vervangen door geïsoleerde lichtbetonplaten. De ambitie was om een energieneutraal gebouw te realiseren. Op dit moment is het bijna energieneutraal (BENG). Met het plaatsen van een Powernest op het dak wordt binnenkort de laatste stap naar ENG gezet.’
‘Met betrekking tot de indeling en het interieur had de gemeente een duidelijke visie voor ogen. De sfeer diende welkom en gastvrij te zijn, mede gelet op de functies die in het gebouw zouden worden ondergebracht. Naast de kantoorfunctie voor zo’n 500 medewerkers vervult het namelijk ook verschillende ontvangstfuncties waaronder een daklozenloket, een sollicitatiecentrum, ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, en een restaurant dat zowel voor medewerkers en bezoekers toegankelijk is. Bij de indeling van het gebouw hebben we de bestaande open structuur benut. De ontvangstfuncties zijn op de begane grond en een deel van de eerste verdieping gesitueerd; de kantoorruimten op de rest van de eerste verdieping en de tweede en derde verdieping. De kantoorruimten hebben een werkgebied langs de gevel en een middenzone met flexibele werkplekken, pantry’s en overlegruimten. Door de handhaving van de hoge plafonds en de hoge vensters is de lichtafval optimaal. Om meer intimiteit te creëren en de nieuwe installaties te kunnen plaatsen zijn de plafonds van de middenzones verlaagd.’
Als onderdeel van het projectteam heeft W/E adviseurs geadviseerd op het gebied van de bouwfysica, de akoestiek en de brandveiligheid. Cees Leenaerts: ‘Door de wijze waarop deze transformatie is uitgevoerd, worden de duurzaamheiddoelen gehaald. Naast de isolatie van de gebouwschil, tot beter dan nieuwbouwniveau, is er een geheel nieuwe klimatiseringsinstallatie aangebracht. Er wordt ook gebruik gemaakt van warmte/koudeopslag en klimaatplafonds voor verwarming of koeling. Ze zijn geïntegreerd in de verlaagde plafonds van de middenzones. Tijdens de fase van het definitief ontwerp (DO-fase) hebben we de duurzaamheid van het gebouw in kaart gebracht met een GPR Gebouw-berekening. Die geeft een compleet beeld van de kwaliteit van het gebouw. Daarbij wordt niet alleen naar de energetische kwaliteit gekeken, maar ook naar de milieuaspecten van het materiaalgebruik waaronder het circulaire materiaalgebruik, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Het nieuwe stadskantoor krijgt op elk van deze onderdelen een mooi rapportcijfer: 8,3 voor energie & milieu, 8,2 voor gezondheid, 8,6 voor gebruikskwaliteit en 7,9 voor toekomstwaarde.’
Cees Leenaerts,
senior adviseurW/E adviseurs
‘Met de plaatsing van het Powernest op het dak van het gebouw valt de score voor energie en milieu straks netto nog wat hoger uit met een hogere score voor energie en een iets lagere score voor milieu. Het is een pergola-achtige installatie met zonnepanelen erop en windtribunes eronder.
De iets lagere score voor toekomstwaarde is een gevolg van de wat lagere waardering van de industriële omgeving waarin het gebouw ligt. Met een score van 8,2 heeft deze transformatie ook een gezond gebouw opgeleverd. Daarbij worden de verschillende aspecten van het binnenklimaat beoordeeld. Denk daarbij aan het beperken van de geluidsoverlast, voldoende frisse lucht, comfortabele ventilatie en voldoende daglicht.’ Geertjan wijst er nog op dat ‘social return’ bij de aanbesteding van dit project ook een rol heeft gespeeld: ‘Het ging om 2%. Alle direct betrokken partijen hebben daaraan een gemonitorde bijdrage geleverd. Zo is het vilt waarmee de wanden zijn bekleed, ingekocht bij een Haags bedrijf met medewerkers die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben.’