Bas Sievers, directeur-bestuurder van Woonpartners, is zeer te spreken over de resultaten van het samenwerkingstraject. ‘Met deze bijzondere samenwerking hebben we de toekomst van de woningbouw in handen. Samen kunnen we sociale huurwoningen betaalbaar houden en krijgen we de kans om ons woningbestand uit te breiden.’
Projectoverstijgend werken
Dure grondprijzen – Noord-Brabant kent de hoogste grondprijzen van Nederland – en lange voorbereidingstrajecten waren voor de dertien woningcorporaties de aanleiding om de mogelijkheden van samenwerking te onderzoeken. Sievers: ‘We wilden projectoverstijgend kijken of we met inkoop iets konden bewerkstelligen in bouwtempo en in prijs. Zo is het in 2019 begonnen. Met de negen betrokken gemeenten zijn we het gesprek aangegaan om te kijken of we kunnen samenwerken zodat we de bouwkosten en bijkomende kosten laag kunnen houden. Daar is het project Gestandaardiseerde Sociale Huurwoningen uit voortgekomen dat we WoonST zijn gaan noemen.’
Geen eenheidsworst
De winst van dit samenwerkingsproject zit voor de woningcorporaties volgens Sievers voor een belangrijk deel in de besparing op proceskosten en de kortere looptijd van projecten. Aan de bouwkant zit de winst vooral in de continuïteit van de bouwstroom. De bouwers kunnen met gestandaardiseerde bouwconcepten snel en tegen lagere kosten bouwen. En dat hoeft volgens de bestuurder van Woonpartners zeker geen eenheidsworst op te leveren. ‘Ik sta versteld van wat bouwers al kunnen bieden qua differentiatie. Wij geven met WoonST veel vrijheid aan de bouwpartijen, we maken geen bestek. Zij kunnen kiezen uit verschillende bakstenen, dakpannen en kozijnen. En daarmee zijn oneindig veel verschillende variaties te maken. Elk project ziet er zodoende anders uit.’
Sievers en zijn collega’s geloven dan ook heilig in de kansen van industriële bouw. ‘Die ontwikkeling zit er echt aan te komen en dat is maar goed ook. Met industriële bouw krijgen wij een beter product met veel minder opleverpunten. We hebben bovendien door de geconditioneerde bouw minder vertragingen in projecten en veel minder stikstofuitstoot op de bouwplaats. En we zijn bij de aanbesteding voor WoonST 1.0 ook nog eens positief verrast door de scherpe prijsstelling. We krijgen in zekere zin zeven woningen voor de prijs van zes, gerekend naar het prijspeil van 2020.’
Tempo maken
Ook de samenwerking tussen gemeenten en corporaties heeft door dit project een boost gekregen, stelt Sievers. ‘Dat is een groot pluspunt. Corporaties kunnen niet bouwen zonder vergunning en gemeenten kunnen geen tempo maken op sociale woningbouw zolang de corporaties daar geen besluit over nemen. Het is heel goed om samen naar die bouwopgave te kijken. Daar is met WoonST een mooie impuls aan gegeven. Al is er aan de vergunningskant nog wel wat te winnen qua snelheid. Maar ook daaraan wordt gewerkt.’
Inmiddels hebben de betrokken partijen een evaluatie gedaan op WoonST 1.0. ‘We zijn enthousiast over het resultaat, de samenwerking en de snelheid van de projecten. We gaan dan ook verder met WoonST 2.0, de tweede bouwstroom voor deze regio. Maar we zien nog wel de nodige verbeterpunten. We willen vooral stappen maken op het gebied van circulariteit en duurzaamheid. We gaan bijvoorbeeld meer specifiek kijken naar materialen. We willen zo veel mogelijk biobased en natuurinclusief bouwen, stikstofarm en met aandacht voor biodiversiteit. Die thema’s komen heel nadrukkelijk in de aanbesteding voor WoonST 2.0.’
Conceptenboulevard
Het aantal woningen dat in WoonST 2.0 wordt gerealiseerd zal een stuk hoger liggen dan bij de eerste aanbesteding en de contractduur wordt waarschijnlijk ook langer. Of er daarna nog een WoonST 3.0 zal volgen, durft Sievers niet te zeggen. ‘Ik denk persoonlijk dat dit een tussenoplossing is. Dat we op termijn naar een situatie gaan waarin het aanbod transparant is afgeprijsd. De conceptuele bouwers hebben inmiddels al een voorzet gegeven met de conceptenboulevard via het netwerk conceptueel Bouwen. Dat is een eerste stap om niet meer te hoeven tenderen.’
Sievers ziet een toekomst waarin woningcorporaties uit een catalogus producten kunnen kiezen. ‘Dat scheelt een hoop werk voor alle partijen. Maar de aanbodkant moet dan wel transparant zijn en de producten vergelijkbaar. Dat is voor de bouwwereld nu misschien nog een stap te ver. In andere branches is dit al langer gemeengoed.’